Internetten.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />

Onze moeder was een schat.

Die kookte, naaide, dagelijks bad.

Nimmer was haar iets te veel.

Een ieder kreeg op tijd zijn deel.

En vader kreeg voor ieder klusje,

Altijd weer een dankbaar kusje.

‘s Avonds rustig bij de haard,

 Zondags lekker appeltaart.

Helaas, ’t is over met de pret:

Mammie is aan ’t internet.

Nog steeds is pappie in de weer,

Maar hij krijgt geen kusjes meer,

Zit vaak zielig bij de buis.

Mammie liefkoost nu de muis.

Nooit meer is er appeltaart,

’t is Hotmail, Dot Com, Apestaart.

Zelden is er warm te eten,

Haar kookkunst is ze mooi vergeten.

Internetten uur na uur,

Eten trekken uit de muur.

Een bal gehakt en een kroket,

Want mammie is op ’t internet.

Laatst verloor zij duizend Yen,

Poker spelen met Dzjapaen.

En een man uit San Francisco,

Wil nu met haar naar de disco.

Ze deed zich voor als een jonge meid,

En nu raakt ze hem niet meer kwijt.

Pappie gaat alleen naar bed,

Want mammie is aan ’t internet.