OP WEG NAAR PARIJS LIGGEN VELM EN LANDEN.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Toontje, zoon uit een redelijk grote familie, werd geboren te Velm op 3 october 1910, en niet zeven dagen later op ting, ting, ting zoals Van Wijnendaele in de Sportwereld durfde schrijven, ( als het maar goed klonk voor de Koarle
). Als jonge sportieveling had Antoon Dignef in 1927 een koersguidon op zijn sportfiets geplaatsten na veel trainen op de Haspengouwse wegen waagde hij het als beginneling/ alle renners in het jaar 1929. Vlug werd vastgesteld dat Dingske Dignef een zeer sterke jonge renner was, een locomotief voor de lange afstand. Op zijn fiets stond nog een bel zoals op een gewone fiets en die gebruikte de beginneling soms voor zijn veiligheid. Zo moest hij eens remmen en hard bellen om journalist Karel Van Wijnendaele van de straat te krijgen. Die dacht dat zelfs de straat waarop werd gekoerst van hem was. Tintingting klonk de fietsbel en Mac Bolle moest opzij springen. Daarom heeft hij Dingske Dignef nog lang de bijnaam tingtingting gegeven. Zo ongeveer 100 jaar geleden maakte hij dan ook nog tingtingting van Dignefs geboortedatum. Die pedaleerde toen beter dan eender wie met dat ene verzet van toen. Hij won 18 wedstrijden, was 12 keren tweede, en 8 maal derde. In 1930 wordt hij dan ook junior. Het is niet geweten hoeveel prijzen hij tijdens dat wielerseizoen sprokkelde, maar zeker een groot aantal, met als uitsteker het Kampioenschap van Limburg voor Juniors te St-Truiden. Toine Dignef twijfelde niet meer. Hij was van plan om het hoger en veel verder te zoeken.
Hij wint in 1931 te Hakendover, Leopoldsburg, St-Truiden, Jodoigne, Overwinden, Erembodegem, Scherpenheuvel,
want in geen enkel dorp waar het koers was ontbrak Toine in die periode, zelfs niet in dat schone imaginaire dorp Leerne, van de volkschrijver Abraham Hans. Hij werd een bezieler van de wielersport in zijn eigen streek en ook elders. Aangespoord door beroepsrenner Lode Muller uit Gingelom, 12de in de Tour de France 1927, die vooral op de wielerbanen reed en een goed draaiend café en bierhandel runde, stapte Toine over naar de onafhankelijken. Bij die sterkere mannen wint hij de zware Omloop van Luik en een rit in de Ronde van België. Toine is onbetwistbaar een grote belofte van de Belgische wielersport geworden en zijn begeleiders oordelen dat het tijd is om beroepsrenner te worden. Hij bestelt dan maar een grote-mensen-kaart bij de Belgische Wielerbond. Zo kan hij nog naar de Ronde van Catalonië, waar hij twee ritten wint en vierde eindigt. Zelfs zou hij daar gewonnen hebben indien een motocyclist hem niet zou omver gereden hebben, waardoor hij 20 minuten verloor. In de eerste echte bergrit die hij ooit betwistte, zonder versnellingsapparaat en over de slechte Spaanse wegen, reed de jonge Haspengouwer alle Madrilenen, Catalanen en Basken op grote afstand, zelfs de klimmers met bruine benen die stierenbloed dronken , en de dwergen uit de bergen van Torrelavega en Galicië. Na de laatste col vlamde hij nog lang alleen verder zonder te verzwakken en zonder ooit Spaans landschap te hebben gezien. Hij meende vele minuten voorsprong te hebben, maar plots kwam er een toeterende vrachtwagen, die hem aanmaande om dringend te stoppen. Niet te geloven, drie Spaanse renners sprongen eruit en stapten heimelijk terug op hun B.H.-fiets. Er werden frisse bidons uitgedeeld en bananen, ook aan Toine, die verschrikkelijke dorst had op dat moment. Iedereen lachte of dat gewoon was, en er zat zelfs een officieel naast de chauffeur. Toine van Velm verstond niets van het gedoe, van de uitleg in een zo vreemde taal, en de Belg dacht dat er een wegvergissing was geweest , met neutralisatie. Maar, neen, voor de koersinrichters was het gewoon veel beter dat de drie Catalanen voor de ritzege zouden gaan sprinten, en zo gebeurde het ook. Toine aanvaardde dit, maakte geen ruzie, kreeg wat pesetas en zweeg. Hij won toen die Ronde van Catalonië niet, maar hij won wel de levenslange vriendschap van al die toffe Catalanen. Neo-prof Dignef won dat jaar ook bloemtuilen op de piste, te Barcelona, te St-Truiden. Toen nam hij niet meer zijn velo want het weer was al te slecht, en op die toch mooie dag van 15/10/1932 huwde hij met ene Marie-Therese Bronckaers, zijn lief voor het verdere leven .
Hij verliet Limburg en werd voor altijd een inwoner van de Pepijnstad toen in de provincie Luik gelegen. Een sportman uit Landen moet ook al eens kunnen verliezen, iets kunnen verliezen, en den Toon die dacht dat hij onklopbaar geworden was, moest van dan buigen voor de mooie Trees, weldra de ma van Dignefke junior, en hij moest aan haar ook de centen afgeven die zijn pedaalstoten zouden opleveren. Maar hij gaf zeker de moed niet. Hij trainde om een sterk coureur te blijven.
Voor mij is het altijd een groot raadsel geweest hoe een minzame, weinig spraakzame, niet hooggeschoolde, jongen van bij ons er in kon slagen met redelijk succes te gaan koersen op het hoogste niveau, eerst in Spanje, en later ook in Frankrijk, Zwitserland, Italië, Duitsland, Luxemburg. Dat gebeurde in een moeilijke tijd van fanatisme, nationalisme, oorlogsdreiging, bedrog, deugnieterij, combine, onbegrijpelijke reglementen, technische evolutie, sociale evolutie, economische crisis, mobilisatie,
. Overal heeft hij goed zijn plan getrokken. Hoe deed hij het toch in die harde wielerwereld, daar zo ver in het buitenland, want dat Spanje van 1932/1935 was veel verder van ons dan nu. Dat was bijna in Burkina Fasso of toch nog niet, maar wel helemaal anders dat wat sommigen er nu van hebben gezien. In de jaren voor de burgeroorlog was de twintigste eeuw daar soms op plaatsen nog niet begonnen. Ik wil dat zo uitleggen Die man glimlachte, was wijs, zag, hoorde en zweeg, en kon aanvaarden dat op deze wereld tussen de mensen er altijd sjoemelaars, en deugnieten zullen zijn en dat dit niet kan veranderd worden. Hij hield van hard fietsen en van een biertje.Velen respecteerden en betrouwden hem tijdens, voor en na de koers. Hij was een goede teamspeler wanneer hij zelf zijn ploegmaats mocht kiezen, en mits hij voor zijn arbeid werd betaald.
De wielrennerij zag er in het interbellum helemaal anders uit dan nu. Competitie beperkte zich voor bijna alle wegrenners uitsluitend tot de wedstrijden die op eigen bodem werden georganiseerd op de wegen en op de toen talrijke kleine wielerbanen. Zij die voor een fietsmerk uit Frankrijk reden, konden daar ook in koersen starten en het zelfs brengen tot deelnemer aan de Tour de France .
Antoon Dignef was geen regionaal, zoals Pepijn verliet hij vaak Landen, om topsport op de internationale wegen te beoefenen. Het is daarom dat Landen fier moet zijn en blijven op deze renner die niet was geboren op 10/10/1910 maar die nu in oktober 2010 toch HONDERD JAAR zou zijn geworden indien zijn gezondheid hem dat zou hebben toegelaten.
VOORNAAMSTE RESULTATEN VAN ANTOON DIGNEF 1932-34 .
1932 - 2de in de algemene jaarrangschikking van de Onafhankelijken
voor de roze trui van dagblad Les Sports / 3de in de klassieker Rijsel - Brussel - Rijsel .
Winnaar van de tweede en de zevende rit van de Ronde van Catalonië / + vierde plaats.
17de te Diest, 3de te Aarschot, 9de te Puurs, 11de te Tongeren.
1933 - 16de in Luik-Bastenaken-Luik op 1453 .
22ste in de klassieker Parijs-Brussel (xml:namespace prefix = st1 ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:smarttags" />378 km) op 1530 .
8ste in de Grote Prijs van Lier .
Opgave in de Giro wegens kniepijnen - (helper van Jef Demuysere in ploeg Ganna ).
Eerste aanvaller in de eerste Ronde van Zwitserland.
5de in de eerste rit van de Ronde van Zwitserland / + 14de plaats in totaal op 3836..
Winnaar zevende rit van de Ronde van Catalonië/ + derde plaats in eindklassement.
Afzonderlijke ( rugnummer 101) in de Tour de France / 26ste in eindklassement op 2u 1530 van G. Speicher. Plaatsen in de Tourritten : 37ste- 53ste- 41ste- 61ste- 65ste- 7de- 36ste- 19de- 32ste-31ste_ 38ste -9de- 7de- 11de- 24ste- 24ste- 9de- 35ste- 7de- 9de- 11de- 37ste- 5de .
Hij eindigde als zesde Belg ( 16 landgenoten namen de start) en was 21ste in de bergprijs.
1934 - 2de in de Ronde van België ( 1200 km in 5 ritten )/ (F.Gardier 1ste, A. Deloor 3de) .
5de in eindklassement van de Ronde van Catalonië (betwist over 9 ritten) .
9de- Luik-Bastenaken-Luik op 335 van de winnaar.
27-ste in de Ronde van Vlaanderen, deelname aan Parijs-Brussel (393 km ).
15de in eindklassement Ronde van Zwitserland ( drie ereplaatsen in de ritten) op 5921
2de in het Criterium van Gingelom, 3de te Charleroi, 4de te Tongeren, 4de te Aarschot,
17de in Parijs- Belfort - een marathon over 420 km in 13u16.
Deelname maar opgave na 300 km in de Omloop van België ( marathon van 470 km) .
Opgave als individueel in rit 5 van Parijs-Nizza, na een vierde plaats in de rit Nevers-Lyon die 250 km lang was.
Vooral in 1935 was Antoine Dignef zeer sterk. De oorlog en problemen met zijn gezondheid verplichtten hem van te stoppen toen hij nog geen 30 jaae oud was. Hij werd cafébaas en taxichauffeur

|