Ik ben Journée Wilfried , en gebruik soms ook wel de schuilnaam PAPOUM.
Ik ben een man en woon in LANDEN (België) en mijn beroep is gepensioneerde , slapen, goed eten en drinken..
Ik ben geboren op 04/06/1944 en ben nu dus 80 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: wielersport en tafeltennis, geschiedenis, reisverhalen, chansons, humor..
C'est plein d'Uylenspiegel Et de ses cousins Et d'arrière-cousins De Breughel l'Ancien
Le plat pays qui est le mien.
Tous les chemins qui mènent à Rome Portent les amours des amants déçus et les mensonges des anges déchus.
Pelgrim
Wat zich gaande voltrekt in de ziel van de pelgrim is niet een toenemend verlangen naar het bereiken van zijn reisdoel, niet het vinden van het heilige aan het einde van zijn bedevaart, maar zijn overgave aan de ruimte, aan de kiezels op zijn pad, zijn besef van niet-weten, zijn afdalen in de leegte.
Zijn benen worden zijn vrienden, de regen zijn lijden, zijn angst wordt gericht naar de honden langs de weg, het vele legt hij af en hij rust in het Ene. Al trekkend komt hij nergens, voortgaande bereikt hij niets, maar zijn vreugde neemt toe om een bloem en een krekel, om een groet en een onderdak.
Zijn reisdoel en zijn thuis vloeien samen aan de horizon, hemel en aarde vinden elkaar op het kruispunt van zijn hart. Het heilige verdicht zich in de dieren en de dingen. Zijn aankomst ligt verborgen in de wijsheid van het Zijn.
Catharina Visser
De Weg.
In de verte gaat een pelgrim, eenzaam over het pad. Met een blik voorwaarts, eindeloos turen naar het pad. Het pad dat hem leidt, de wind die hem begeleidt. Samen èèn met de natuur, de geur,het geluid en omgeving. Daar toont de schepping hem, nederig dat het pad van zand zo hard als steen is. Soms ook warm,koud en nat. De pelgrim stapt over het harde pad, met als enige vriend zijn schaduw. Samen op hun weg.
When we got to the sea at the end of the world We sat down on the beach at sunset We knew why we had done it To know our lives less important than just one grain of sand.
En camino de Santiago Sur le chemin de St Jacques Iba una alma peregrina Allait une âme pérégrine Una noca tan obscura Une nuit si obscure Que ni una estrella lucia ; Que ne brillait aucune étoile ;
Le patron de toutes les filles C'est le saint Jacques des Bourdons; Le patron de tous les garçons C'est le saint Jacques des Coquilles. Nous pouvons tous les deux nous donner un bouquet, Coquilles et bourdons exigent que l'on troque; Cet échange affermit l'amitié réciproque, Et cela vaut mieux qu'un œillet.
Dat een pelgrim bij terugkomst niet wordt herkend door de mensen thuis, is een geliefd thema in middeleeuwse pelgrimsverhalen. Waarschijnlijk wil de legende daarmee aanduiden, dat de pelgrim door zijn bedevaart een ander mens is geworden; hij is op Christus gaan lijken. Dat wordt uitgedrukt door de omstandigheid dat de mensen van vroeger de teruggekeerde pelgrim niet meer herkennen: hij beantwoordt niet meer aan het oude beeld, dat zijn nog hebben; de pelgrim is een nieuwe mens geworden.
Betrouw geen pelgrim met een baard Die met een schooikroes geld vergaart Al beed'lend langs de wegen sjokt En met een deerne samenhokt.
Priez pour nous à Compostelle - Barret et Gurgand - 1977.
Par milliers, par millions, le besace à l'épaule et le bourdon au poing, ils quittaient les cités, les chateaux, les villages, et prenaient le chemin de Compostelle. Gens de toutes sortes et tous pays, ils partaient, le coeur brulant, faire leur salut au bout des terres d'Occident, là où la mer un jour avait livré de corps de l'apotre Jacques.
Ik had het eerst niet in de gaten, en opeens zàg ik het spoor dat jij voor mij hebt nagelaten.
Mon père .
Assis dans un vieux fauteuil Recouvert d'un plaid usé, Il rêve de son passé, En attendant le sommeil.
La fumée d'un cigare Flottant au-dessus de lui, D'une auréole, pare, Sa tête grise, de nuit.
Vêtu d'un pantalon gris, Chemise de flanelle Sous le tablier bleu sali. Sa casquette est belle.
Il sait déjà que demain, Sera le grand jour pour lui. Mais il ne regrette rien, Et partira seul sans bruit .
***
La mort .
Le jour où tu viendras, A l'aube d'un matin, Me tendre les bras Me chercher par la main, Entre comme moi Par le fond du jardin.
Tu essuyeras tes pieds Sur le grand paillasson, Pour ne pas marquer Tes pas dans le salon, Et n'oublie pas d'ôter Ton noir capuchon.
La table sera mise Et le vin bien chambré, Quand tu sera assise Nous pourrons le goûter, Avant que je ne suive Ton ombre décharnée .
Mais si tu préfères Par surprise me faucher, Au début de l'hiver Ou au soir d'un été, Pousse la barrière Elle n'est jamais fermée.
Avant de m'emporter, De rendre ma valise, Laisse-moi griffonner Une dernière poésie Où je ferai chanter La beauté de la vie.
Ce n'est pas ce matin Que je quitterai le port, Puisque de mes mains J'ai caressé si fort Ses lèvres de satin Que je t'oublie, la mort.
+++
SEUL SUR LE CHEMIN .
J'ai traversé des villes, J'ai longé des cours d'eau J'ai rencontré des îles J'ai cotoyé le beau !
Tout au long du voyage Rien ne m'a retenu Même pas un signe de croix Tracé d'une main tremblante.
Le vent, la mer, la pluie M'ont façonné le coeur. Je suis leur propre image, Immuable douleur.
Je fais signe aux oiseaux, Seuls amis de ce monde, Qui m'entraînent dans une ronde A m'en crever la peau.
J'ai traversé des coeurs, J'ai rencontré des bras, J'ai caressé des fleurs, J'en ai ceuilli pour toi.
TENNIS DE TABLE MESATENISTA PING PANG QIU TISCHTENNIS TABLE TENNIS
photos courtesy ITTF
乒乓球 Stolni tenis Tenis Stolowy
ITTF TABLE TENNIS Classement mondial 26 - 08 - 2012 World Ranking Weltrangliste Ranking Mundial Värlen Rangordning Classifica Mondiale MESSIEURS : 1. ZHANG Jike - CHN 2. MA Long - CHN 3. XU Xin - CHN 4. WANG Hao - CHN 5. MIZUTANI Jun - JPN 6. MA Lin - CHN 7. BOLL Timo - GER 8. CHUANG Chih-Yuan - TPE 9. OVTCHAROV Dim - GER 10. WANG Liqin - CHN 11. JOO Se Hyuk - KOR 12. OH Sang Eun - KOR
-- DAMES : 1. DING Ning - CHN 2. LI Xiaoxia - CHN 3. LIU Shiwen - CHN 4. GUO Yan - CHN 5. ISHIKAWA Kasu - JPN 6. FUKUHARA Ai - JPN 7. FENG Tianwei - SIN 8. KIM Kyung - KOR 9. GUO Yue - CHN 10. WANG Yuegu - SIN 11. WU Yang - CHN 12. TIE Yana - HKG
De noodklok belt slechts éénmaal Komt weldra de ultieme speeltijd Ademen voor de laatste maal Gelukkig geen haat noch nijd Toch af en toe een flater Een zorg is dit voor later Lopen van os naar ezel Toch af en toe een flater Niet knikkers tellen, wel het spel Lopen van os naar ezel Dagelijks goed aan de kost Niet knikkers tellen, wel het spel Verwachtingen zelden ingelost Dagelijks goed aan de kost De beste blijft mijn moeder Verwachtingen zelden ingelost Water is het kostelijkste voeder De beste blijft mijn moeder Om bestwil een toontje lager zingen Water is het kostelijkste voeder Op zoek naar de diepte der dingen Om bestwil een toontje lager zingen Komt het varksken met de lange snuit Op zoek naar de diepte der dingen Nu is dit pantoumeke bijna uit Komt het varksken met de lange snuit Ademen voor de laatste maal Nu is dit pantoumeke bijna uit De noodklok belt slechts éénmaal.
Tibertyn. ***
Kleine mensenhand strooit op winterse dag kruimels voor de mus.
Schelpen op het strand die worden door de branding voor ons kind gebracht.
Molens in de wind draaien, draaien, en draaien in het vlakke land.
Kerstman in de straat borstelt met grote bezem sneeuw weg van de stoep.
De dode takken breken af bij felle wind van de avondstorm.
Kreten in de nacht van kikkers in de vijver lokken de reiger.
Hulpeloos jong lam verloren tussen struiken waar de wolf vertoeft.
De werkzame bij zoekt in de roze bloesems lekker naar honing.
The country with the biggest population in the world, the People's Republic of China, regards this sport as the most important.”
De pelgrim.
Hij is op de weg alleen al weet hij nog niet waarheen maar ergens stond geschreven dat hij die richting moest gaan en aarzelt hij soms even langs de eindeloze baan terwijl hij in zijn hart voelt dat velen eerder gingen mijmerend over dingen terwijl een windje afkoelt .
Verder dan Rome loopt de weg.
Ervaringen van een pelgrim.
08-05-2009
Rome 1996 - Fietsen tot later dan middernacht.
Mezzogiorno. Goed gegeten. 36.000 lires. In een restaurant voor de mannen van het zwaar vervoer. Taglatella in overvloed met tomatensaus en een entrecote. Geen middagrust, maar wel met lichte pedaalstoot verder op klein verzet. Soepele benen kweken voor de hellingen die nog zullen komen. Chioggia. Sottomarina. Ik ben nu echt aan de Adriatische Kust. De ijsjes smaken er nog lekkerder dan elders. Het strand ligt proper, verdeeld in percelen, en voor alles moet flink worden betaald , ligzetels, zonneschermen, drankjes, strandpaviljoenen, hotelkamers met zicht op zee. Ik zie dames en kindjes die van de zon genieten . Ik zie mannen die glazen heffen en sigaretten smoren en ik zie ook een poedel die aan het plassen is tegen een terras. Nadat ik deze lieflijke badplaatsen heb gezien, rijd ik weer met wat snelheid op de grote weg. Stilaan zie ik daar meer en meer carabinieri verschijnen. Opeens staan zij gewapend met mitrailettes, spuitkanonnen, en versperringen dwars over de weg. Ik moet geen uitleg geven en mag mijn weg vervolgen. Helicopters doorkruisen nu het luchtruim. Wat is er gaande ? Hier moet iets ernstig bezig zijn. Revolutione ? Krachtmeting met de maffia ? Ik buk mijn kop wat lager en verhoog bewust het tempo van mijn pedaalstoten.
Nu zie ik ook affiches en spandoeken. Ik had al gelezen over de Legia Norte, maar bezigheden van deze politieke strekking die Noord Italië wil afscheiden van Zuid Italië, zijn mij totaal vreemd. Zij wil een nieuwe natie die Padania zal worden genoemd, een utopisch thuisland met alleen de hard werkende mensen uit het Noorden en zonder de verschillende soorten profiteurs die de andere delen van het schiereiland bevolken. Honderden wagens met manifestanten zijn op weg naar het strategisch punt waar de Po, stroom die de levensader van het Noorden is, uitmondt in de zee. Alle verkeer ligt twee dagen vast omdat de politie de manifestatie niet heeft toegelaten. Dit smaakt naar rebellie maar ook naar fascisme. Scheiding van Noord en Zuid . Liep dat niet al meermaals slecht af ?.
Ik voel me niet goed. Na studie van mijn wegkaart weet ik precies waar ik ben. Nergens zie ik de Adriatische Zee, maar overal voel ik dat zij niet ver af is door de geur van de lauwe wind. Laat in de namiddag ben ik blij omdat ik kleinere wegen kan volgen nabij Bosco Mesola. Fietsen is daar veel aangenamer, want ik doorklief een groen landschap, dat rijk is aan bossen, moerassen, rietvelden, waterplassen. Zo'n gebied is een paradijs voor jagers en vissers. Caccia e Pescha. Over de vlakke kuststreek valt de avond veel vroeger. In het midden van september vermindert het licht reeds opmerkelijk vanaf 20 uur. Ik kan nu echt doorvlammen, midden fauna en flora, op de oevers van kanalen en van vijvers. Miljarden beestjes van alle soorten, met of zonder vleugels of staart, zwemmen, kruipen, vliegen, verstoren de kalmte van de avond. Vervelende muggen achtervolgen mij. Insecten die door mij niet gekend zijn, zoemen en brommen. Zij zijn steeklustig of willen komen likken aan het zweet op mijn armen en benen, in mijn nekhaar en in mijn baard. Dit is ook uur van de avond waarop de weerwolf zich klaar maakt om een te laat op weg zijnde maagd te pakken, of om te springen op een reiziger, op een pelgrim die verloren is gereden.
Dan bega ik de fout van tijdens het verdwijnen van de zon niet af te slaan naar een dorp en de wegwijzer met "Rifugio, specialità frutta di mare" niet te volgen. Daar, in Volano, had ik wellicht aangenaam nog de avond en de nacht kunnen doorbrengen. Maar ik lust geen schelpdieren en ik vind de avond nog te mooi om hem niet met Olive te delen. Ik stop niet, maar dan kom ik in te verlaten gebieden waar ik het akelig vind in de duisternis.Ik fiets nog altijd met een lamp op mijn voorhoofd, met een goed achterlicht en met fluorescerende strips op mijn fietstassen, maar het kapotte lampje van mijn voorlicht is helaas nog niet vervangen.
Op weg dan maar naar Lido dei Nazione. Enkele wagens storen mijn vooruitgang, omdat ik toch liever stop en hen laat voorbijkomen terwijl ik even opzij van de weg ga staan. Heerlijke avond. De weerkaatsing van de maan op de spiegels van de wateroppervlakten, grote vogels die maar nipt boven mijn kop voorbij vliegen, nog laat gekwetter van eenden, vormen een geheel met de natuur en met mij, op het einde van deze zevenéntwintigste dag onderweg. Door een geheimzinnige omgeving van maneschijn en diepe schaduwenbeweeg ik mij terwijl uilen, vossen, otters en vleermuizen op jacht gaan.
Op een parking staan zes motorhomes. Dat is een mogelijkheid om mijn tentje op te stellen. De zee ligt op vijftig meter achter een muur van takken die een windscherm vormt bij stormweder. Ik verken die plaats even en dan stap ik toch maar op mijn fiets want ik ben nog niet moe. De maan schijnt zo flink waardoor mijn ogen nog kunnen zien. Aan een verlaten manege stop ik opnieuw. Er is veel zand. Een leeg vakantiedorp. De paarden zijn weg en de mensen zijn weg. Alleen ik maak er een toerke. Het is een soort ranch, alles ruikt er naar paardenstront en dat is toch niets voor mij. Alhoewel, ... onder een goed dak in mijn slaapzak ... zou het toch kunnen. Maar dit is privé en niet in de natuur.
Nog maar wat verder. Trouwens, ik heb nog altijd heel goede benen. Dus kan ik nog kilometers afleggen. Plots denk ik dat in de natuur waar de beestjes leven, de wilde konijnen en eenden , er ook 's nachts stropers rondlopen. Ik wil niet met lood uit een geweer kennis maken . Misschien , per vergissing, zou mijn gesnurk en mijn beharing, in de maneschijn me op een everzwijn doen gelijken. Wellicht schieten illegale cacciatores nog sneller dan ... en ja, ik zag vandaag de vreselijke schietgeweren van de carabinieri reeds.
Terwijl dit alles door mijn kopje loopt , kom ik op deze late zaterdagavond aan in Lido dei Nazioni, een lokaliteit met veel uitgangsmogelijkheden voor jongeren. Ik ben er eigenlijk niet op mijn plaats, maar niemand let op mij. In een snackbar eet ik een pizza en een bakje groene prinsessenbonen. Wat later ontdek ik dat de lokale ijskreemkroeg bijzonder populair is te Lido di Nazioni, zelfs rond middernacht in september. Natuurlijk trakteer ik mezelf op enkele koude bolletjes. Ik vervolg wat later mijn weg in een keurige wijk met nieuwe vakantiewoningen, bungalows, appartementen. De meeste panden zijn reeds leeg en afgesloten, want de vakantie is voorbij voor de Italianen. Soms zijn er trappen die naar boven leiden, naar een terras of een balkon op de eerste verdieping. Het zou daar veilig zijn om te slapen, en met enige inspanning neem ik Olive wel mee naar boven. Zal ik een kraker worden ? Ik twijfel. Ik durf niet. Dit lijkt me te ongepast. Ik heb toch geen nood om zo iets te moeten doen. Ik verwijt mezelf dat ik geen lef heb, dat ik een bangerik ben. Om deze troebele gedachten kwijt te spelen spurt ik dan maar snel weg uit die mooie wijk aan de zee. Deze woningzone was een oord van verleiding , maar ik luisterde niet naar wat de Duivel me in mijn oor wilde blazen.
Vijf minuten later kom ik voor een camping met vier sterren. Het is nog open. Zal ik een plaatsje huren ? Dat zal wel wat gaan kosten. Als ik het ene niet doe, doe ik het andere ook niet. Het wordt altijd maar later en niemand loopt nog op straat wanneer ik te Lido di Pomposa arriveer, een volgende badplaats aan zee. Ik zie nog vele weekendhuisjes en strandcabines, maar nergens probeer ik binnen te dringen. Zelfs niet in een verlaten vakantiehuis met een grote haag waarachter ik had kunnen slapen in mijn slaapzak op de planken van een grote tafel. Ik blijf maar passen omdat ik niet durf. Ik ben een schrikbroek. Maar Lido di Pomposa wil ik toch niet verlaten. Hier trek ik een lijn onder deze te lange dag.
Op een plein, met bomen waar het gras 40 cm hoog is opgeschoten, achter de kazerne van de pompiers stop ik en kies ik mijn plaats om te slapen. Het gebouw levert een grote vierkante schaduw terwijl rond deze square de hoge lantaren de nette huizen en de straat in volle licht laten zien heel de nacht door , zonder te letten op de kosten van electriciteit. In de schaduwzone en in het hoge gras vleien Olive en ik ons neer. Het plastieken grondzeil volledig opengespreid, de Karrimors als hoofdkussen, onze donzen slaapzak , en zo vertrekken we uit het bewustzijn, voor slaap tot de volgende ochtend.
Giacomo Casanova ontwaakte hier weleer in deze stad, meestal in de armen van een schone Venetiaanse na een nacht gevuld met zonde en ontucht. Nadien zou hij echter eenzaam in het snikhete cachot en onder het loden dak van het dogenpaleis op de ochtenden moeten wachten. Maar de geniale avonturier die hij was kon steeds ontsnappen zowel aan de omarmingen, de lusten, de muren, de kwaadsprekerijen, het wegslibben van de laguna, als aan elke andere benarde situatie waarin hij was gekomen. Casanova was een eigenaardige kerel, een geniale vrouwenversierder, die eigenlijk in een voor hem weinig passende periode van de geschiedenis te Venetië was beland . Gelukkig dat hij uit zijn cachot kon ontsnappen om verder te leven en prestaties te leveren die tot op heden werden beschreven en getoond in minstens tweehonderd boeken en twee dozijnen films.
Marco Polo, de legendarische reiziger en koopman, zag niet dikwijls de zon opkomen over Venetië vermits hij zovele jaren langs de Zijderoute en rond China trok. Ook hij verstikte een tijd van zijn leven in een cachot te Genua waar hij aan een medegevangene alles wat hij had gezien tijdens zijn wereldreis vertelde en liet optekenen. Vele andere beroemde mannen en vrouwen , uit alle tijden, werden hier wakker en voelden aan hun voeten dat het water nog niet begonnen was met het terugnemen van een gebied dat eigenlijk tot de zee behoort. Maar wat een privilege is het voor een fietsende zwerver uit Haspengouw om hier ook zijn ogen te mogen openen na een goede nachtrust.
Weer een pover ontbijt. Ik monteer de bagagezakken terug op Olive Green en pomp haar Schwalbe banden op met authentieke lucht uit wonderbaar Venetië. Aan de kade van Zitelle vraag ik aan een Amerikaan of hij met mijn wegwerpcamera een panoramische foto wil maken van mij, Olive en de skyline. No problem, de yankee doet dat goed en met een smile.Hij zou graag met mij meefietsen naar Rome, want dat moet fantastisch zijn. Ik zeg hem dat ik al een heel leven heb gewacht om dit te kunnen doen, en dat hij nog jong is en nu in deze tijd de hele wereld nog kan verkennen met verschillende middelen. Maar ik raad hem aan van het toch ook maar eens op een bicycle te proberen.
Eerst mag ik niet op de barstensvolle vaporetto. Fietsers zijn immers onbekend, onbemind en niet thuis te Venetië. Misschien moet men hier komen met een kromme rode carnavalfiets en met een masker op tijdens de zotte kuren van halfvasten , ofwel verkleed als een renner van het Giro peloton wanneer de roze trui hier verblijft. Dat zijn dan momenten wanneer maestro velo wel wat betekent. Gelukkig was het de verkeerde tramboot. Op de volgende vaporetto mag ik wel. Hetzelfde meisje van donderdagavond is baas op dit schip en helpt de passagiers bij het instappen. Aan de overkant moet ik wachten op verbinding naar Fusina. Nummer 16 moet ik nemen. Hoe heerlijk is deze wachttijd te Zattere , in de vroege zonnestralen, met rondom mij de zachte schittering van het water en van de stad. Dit prachtige sprookje loopt op zijn einde. Zal Venetië ook ooit eens verdwijnen , vergaan, wegzinken, zoals vele andere steden uit het verleden, zoals Alexandrië, Babylon, Troje, Atlantis, ... ?
Ik ben gelukkig dat ik hier was. Dit bezoek was kort, maar zeer intens. Onvergetelijk wellicht. Ik ben maar een pelgrim die voorbij komt, even stil staat, en weer verder gaat. Niet teveel van Venetië eten. Zich niet overladen , even wat proeven. Beter iets te missen , dan te moeten braken na overdaad. De kunst van het pelgrimeren is onderweg het belangrijkste zien en onthouden. Vergankelijkheden en de bijzonderheden zijn maar even op te snuiven. Venetië vergeet je nooit meer . Terwijl in overige grote steden vreselijke dingen gebeurd zijn, zoals brandstapels oprichten om mensen of boeken te verbranden, is dit nooit het geval geweest in de Dogenstad Venetië omdat de wijdsheid van de lagune laat ademen, vrij denken, en een vizier is op heel de wereld.
Nog even wuifden zij naar de kades van Zitelle en Zattere, de Venetiaanse kooplui, en dan vertrokken zij vol energie om de verre zee te bevaren tot op het einde van de gekende wereld, tot in finibus terrae. Spijt om weg te gaan heb ik niet, want ik ben zeker dat het mooiste van de weg naar Rome nu pas echt gaat beginnen. Mijn Vlerick fiets mag nu stuk gaan of gestolen worden, of ik kan gewond in een hospitaal geraken, deze toertocht is nu reeds voor 60% geslaagd. Al wat er nog meer komt zal met superlatieven mogen worden beschreven.
De boot om Venetië te verlaten is bijna leeg. Olive en ik, alsook een Italiaanse playboy met een dure Oakley op zijn bruin gezicht, varen met de beide bemanningsleden mee. Het is zoals op een lege metro, maar dan op het water. In de verte stijgen vuile rookpluimen op boven de buizen en de petroleumhaven van Porto Marghera. Nieuwe haven, oude haven . Daar het beest en ginds die schone !
Op de S309 Romea begin ik terug kilometers te malen. De lucht smaakt wat naar de zee. Het zijn lange rechte stukken, biljartwegen, dwars door de brede deltavlakte waar Po, Adige en andere waterlopen de zee proberen te bereiken. Dit merkwaardige landschap, vol goede lucht, wordt de Polesina geheten. Het land door slibafzetting verovert zeer langzaam een deel van de zee. Dit is een ecologisch paradijs , een uitgestrekt reservaat, voor ontelbare soorten vogels, reigers, eenden, steltlopers. Het is een vlak en teder land temidden van de wateren, met sloten en kanalen doorsneden, met populieren, mensen en dieren, die leerden leven met de voortdurende bedreiging van overstromingen. In geïsoleerde boerderijen met veel levensruimte wonen er nog gelukkige en gezonde families, vissers en boeren.
VENEZIA. Verzadigd en moe besluit ik om weer op de overzet te stappen naar Zitelle, terug naar Olive en mijn bed in de jeugdherberg. Daar is het even druk als de dag voordien. Alle kamers zijn bezet . Ik neem een douche, en zoals ik nu reeds gewoon ben , was ik onder dezelfde waterstralen ook nog twee T-shirts, een badhanddoek, en de sokken die vandaag mijn voetgeuren hebben opgeslorpt. Ik heb geluk, want ik kan nog net een overblijvend bonnetje bekomen voor het avondeten. Wat later koop ik een brik fruitsap, en om mijn dagelijkse bladzijden te schrijven in mijn dagboek ga ik in een kalme hoek aan een tafeltje zitten. Mijn kop werd op deze dag overbeladen, want ik mocht zoveel waarnemen en ervaren. Naast mij komt een vrouw zitten. Zij schrijft ook wat in hààr schrijfboek. De gemeenschappelijke bezigheid brengt ons tot elkaar. Een conversatie start en zal meer dan twee uren duren. Deze lady komt uit Australië. Ouderdom midden in de dertig. Zij is al acht maanden op reis om overal wat te leren over kunst met glas. Zij is een bekende kunstenares en reist met een studiebeurs van het Ministerie van Cultuur van haar land. Af en toe werkt zij wel ergens, meestal als helpster van andere glaskunstenaars. Voor kost en inwoon, en om in het vak beter te worden, brengt zij dan haar dagen door met het stoken van een vuur, om glas te smelten, te bewerken, om te toveren tot schoonheid. Met haar beurs van artieste en met een uitkering van invalide is het haar mogelijk nog levenslang op reis te blijven.
Dit schone leven van reizende artieste was er gekomen nadat zij op weg naar haar werk van secretaresse werd verpletterd door een auto. Zij werd zwaar gewond naar het ziekenhuis gebracht. Een zeer lange lichamelijke en geestelijke revalidatie volgde. Tijdens deze periode herschoolde zij zich via zinvolle handenarbeid . Zij werd langzaam een kunstenares in glaswerk. De schoonheid van het glas laat haar die hele zwarte periode uit haar jong leven vergeten. Zij verklaart mij dat zij naar Venetië is gekomen omdat er een tentoonstelling loopt, verspreid over verschillende paleizen , waar befaamde kunstenaars hun glazen creaties exposeren.
Inderdaad, in het Dogenpaleis zag ook ik vandaag kunstgedrochten uit glas in alle kleuren. Ik beken aan de schone van het schone glas, dat een beest als ik, tijdens mijn observatie van Venetiaans erfgoed, tussen oud meubilair, wapens, tapijten, kaarten, schilderijen, en beelden , weinig interesse had voor dat glas. De kunstenares uit het kangoeroeland legt me daarom uit wat kunst is, en wat in 1996 glas betekent in de kunst. Zij raadt me aan om de boot te nemen naar het eiland Murano en daar zullen mijn ogen dan wel open gaan. Daar kan ik het schoonste glas ter wereld bewonderen.
Nadat ik haar mijn tocht heb uitgelegd, begrijpt zij mijn drang om de volgende dag al weer verder te fietsen. Het aanbod in Venezia is grenzeloos en het is niet mogelijk dat de bezoekers er nog langer blijven plakken dan voorzien - dat willen zij trouwens allemaal - want er is al te veel volk te Venetië. Door het gewicht van mensen, gebouwen, jaren, kunstwerken, geschiedenissen, romances, muziek, carnaval, zonden, ... en wat ook nog, zakt deze stad langzaam maar zeker weg in de moerasbodem waarop zij staat.
We delen koekjes, kaasjes, knabbelen en babbelen nog over vele onderwerpen. Zij praat veel, is niet dom en niet gevaarlijk voor een eenzame man, want in haar ogen blinkt kunst en geen lust. Om 23u30 hebben we mekaar nog alles niet verteld, maar het lokaal wordt gesloten. We nemen afscheid. Ik geef haar mijn adreskaartje in België . Zij is niet van plan Brussels te bezoeken. Maar haar leven is vol van veranderingen. Zij leeft als een vogel. Enige dagen eerder woonde zij nog rustig in Minnesota en plots vloog zij dan naar Venetië voor de Tentoonstelling. Op haar vijfentwintigste was zij al bijna dood en nu wil zij intens leven, zonder banden of verplichtingen. Mijn taalgebruik in het Engels liet me niet in de steek. Wij verstonden mekaar heel goed. Ik ga naar mijn kamer en ik heb het gevoel dat er een dag in mijn leven zal komen dat ik ook eens naar Australië zal vliegen.
Die rare Iraniër uit Hamburg is niet meer op de kamer. Allemaal andere gezichten. Rugzakken. Wandelschoenen; Kledij met een reukje. Iedereeen slaapt reeds. Doodmoe. Acht bedden op één kamer. Naast mij ligt een Japanner met een brilletje. Slapen in Venetië. Venetië de schone die slaapt. Het is te uitputtend om veel van Venetië op korte tijd te willen zien. Ik zag te weinig schilderijen. Zelfs de Kuise Susanna van Tintoretto heb ik niet gezien. Ik zag geen markten, geen arsenaal, weinig kerken, amper een paar paleizen, geen patriciërswoningen. Een maand, een jaar, de rest van mijn leven , zou ik hier kunnen blijven. Het is te uitputtend om een loslopend kangoeroe vrouwtje uit Minnesota te willen versieren, zelfs in de omgeving waar Giacomo Casanova en anderen het voorbeeld gaven.
Mijn tocht loopt verder. De weg is belangrijk; Ik ben een pelgrim.
Quand on partait de bon matin Quand on partait sur les chemins A bicyclette Nous étions quelques bons copains Y avait Fernand y avait Firmin Y avait Francis et Sébastien Et puis Paulette
On était tous amoureux d'elle On se sentait pousser des ailes A bicyclette Sur les petits chemins de terre On a souvent vécu l'enfer Pour ne pas mettre pied à terre Devant Paulette Faut dire qu'elle y mettait du cœur C'était la fille du facteur A bicyclette Et depuis qu'elle avait huit ans Elle avait fait en le suivant Tous les chemins environnants A bicyclette
NATHALIE.
La place Rouge était vide Devant moi marchait Nathalie Il avait un joli nom, mon guide Nathalie... La place Rouge était blanche La neige faisait un tapis Et je suivais par ce froid dimanche Nathalie... Elle parlait en phrases sobres De la révolution d'octobre Je pensais déjà Qu'après le tombeau de Lénine On irait au café Pouchkine Boire un chocolat... La place Rouge était vide Je lui pris son bras, elle a souri Il avait des cheveux blonds, mon guide Nathalie... Nathalie Dans sa chambre à l'université Une bande d'étudiants L'attendait impatiemment On a ri, on a beaucoup parlé Ils voulaient tout savoir, Nathalie traduisait Moscou, les plaines d'Ukraine Et les Champs-Élysées On a tout mélangé et on a chanté Et puis ils ont débouché En riant à l'avance Du champagne de France Et on a dansé... La, la la... Et quand la chambre fut vide Tous les amis étaient partis Je suis resté seul avec mon guide Nathalie... Plus question de phrases sobres Ni de révolution d'octobre On n'en était plus là Fini le tombeau de Lénine Le chocolat de chez Pouchkine C'était loin déjà... Que ma vie me semble vide Mais je sais qu'un jour à Paris C'est moi qui lui servirai de guide Nathalie... Nathalie
Marianne de ma jeunesse Ton manoir se dressait Sur la pauvre richesses De mon rêve enchanté
Les sapins sous le vent Sifflent un air étrange Où les voix se mélangent De nains et de géants
Marianne de ma jeunesse Tu as ressuscité Des démons des princesses Qui dans moi sommeillaient
Car ton nom fait partie Marianne de ma jeunesse Du dérisoire livre Où tout enfant voudrait vivre
Marianne de ma jeunesse Nos deux ombres enfuies Se donnèrent promesse Par-delà leurs joies et leur vie
Marianne de ma jeunesse J'ai serré sur mon cœur Presque avec maladresse Ton mouchoir de pluie et de pleurs
Il avait poussé par hasard Dans notre cour sans le savoir Comme un aveugle dans le noir Mon arbre Il était si petit Que c'était mon ami Car j'étais tout petit Comme lui J'attendais de lui le printemps Avec deux ou trois fleurs d'argent Un peu de vert, un peu de blanc Mon arbre Et ma vie s'accrochait A cet arbre léger Qui grandissait Comme je grandissais
Chanson de GILBERT BECAUD
Quand tu n'es pas là Tous les oiseaux du monde Quand tu n'es pas là S'arrètent de chanter Et se mettent à pleurer Larmes de pluie au ciel d'été Quand tu n'es pas là Le silence qui gronde Me donne si froid Qu'un jour ensolleillé Me fait presque pleurer Larmes d'ennui malgré l'été La ville fait de grâces La lune des grimaces Qui me laissent sans joie Les cantiques d'églises Malgré tout ce qu'ils disent Me font perdre la foi Quand tu n'es pas là Tous les oiseaux du monde La nuit sur mon toit Viennent se rassembler Et pour me consoler Chantent tout bas ' Elle reviendra ' Quand tu reviendras De l'autre bout du monde Quand tu reviendras Les oiseaux dans le ciel Pourront battre des ailes Chanter de joie Lorsque tu reviendras !
Le Pianiste de Varsovie Gilbert Bécaud
Je ne sais pas pourquoi Cette mélodie me fait penser à Chopin Je l`aime bien, Chopin Je jouais bien Chopin Chez moi à Varsovie Où j`ai grandi à l`ombre A l`ombre de la gloire de Chopin Je ne sais pas pourquoi Cette mélodie me fait penser à Varsovie Une place peuplée de pigeons Une vieille demeure avec pignon Un escalier en colimaçon Et tout en haut mon professeur Plus de sentiment Plus de mouvement Plus d`envolée Bien bien plus léger Joue mon garçon avec ton coeur Me disait-il pendant des heures Premier concert devant le noir Je suis seul avec mon piano Et ça finit par des bravos Des bravos, j`en cueille par millions A tous les coins de l`horizon Des pas qui claquent Des murs qui craquent Des pas qui foulent Des murs qui croulent Pourquoi? Des yeux qui pleurent Des mains qui meurent Des pas qui chassent Des pas qui glacent Pourquoi Le ciel est-il si loin de nous? Je ne sais pas pourquoi Mais tout cela me fait penser à Varsovie Une place peuplée de pigeons Une vieille demeure avec pignon Un escalier en colimaçon Et tout en haut mon professeur
What does not destroy us makes us stronger.
Rondvraag / Poll
Wie wordt wereldkampioen 2012 bij de profs ?
À la claire fontaine
M'en allant promener, J'ai trouvé l'eau si belle, Que je m'y suis baignée.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
Sous les feuilles d'un chêne Je me suis fait sécher, Sur la plus haute branche, Un rossignol chantait.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
Chante, rossignol, chante, Toi qui as le coeur gai, Tu as le coeur a rire, Moi, je l'ai à pleurer.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
J'ai perdu mon ami Sans l'avoir mérité, Pour un bouquet de roses, Que je lui refusai.
Il y a longtemps que je t'aime Jamais je ne t'oublierai.
Je voudrais que la rose Fût encore au rosier, Et que mon doux ami Fût encore à m'aimer
Turning and turning, the world goes on We can't change it, my friend Let us go riding now through the days Together to the end Till the end
Les bicyclettes de Belsize Carry us side by side And hand in hand, we will ride Over Belsize Turn your magical eyes Round and around Looking at all we found Carry us through the skies Les bicyclettes de Belsize
Spinning and spinning, the dreams I know Rolling on through my head Let us enjoy them before they go Come the dawn, they all are dead Yes, they're dead
Les bicyclettes de Belsize Carry us side by side And hand in hand, we will ride Over Belsize Turn your magical eyes Round and around Looking at all we found Carry us through the skies Les bicyclettes de Belsize
Julia Tulkens .
Hebben wij elkaar gevonden in dit land van klei en mist waar tussen hemel en aarde ons leven wordt uitgewist ?
Ben ik nog schaduw, ben ik al licht, of is d'oneindigheid mijn aangezicht ?
Treed ik in wolken of in hemelgrond ? Er ruist een hooglied aan mijn lichte mond. In uw omarming hoe ik rijzend ril ... Mijn haren wuiven en de tijd valt stil .
Julia Tulkens.
SONNET POUR HELENE
Quand vous serez bien vieille, au soir, à la chandelle, Assise auprès du feu, dévidant et filant, Direz, chantant mes vers, en vous émerveillant : Papoum me célébrait du temps que j’étais belle.
Lors, vous n’aurez servante oyant telle nouvelle, Déjà sous le labeur à demi sommeillant, Qui au bruit de mon nom ne s’aille réveillant, Bénissant votre nom de louange immortelle.
Je serai sous la terre et fantôme sans os : Par les ombres myrteux je prendrai mon repos : Vous serez au foyer une vieille accroupie,
Regrettant mon amour et votre fier dédain. Vivez, si m’en croyez, n’attendez à demain : Cueillez dès aujourd’hui les roses de la vie.
Regretting my love, and regretting your disdain. Heed me, and live for now: this time won’t come again. Come, pluck now — today — life’s so quickly-fading rose.