Mijn muze heeft de pijp aan Maarten gegeven. Eerst dacht ik nog dat ze overspel pleegde. Dat ze elders een beter onderkomen gevonden had. Dat kon natuurlijk en ik zou ze zeker niet tegenhouden. Waarom zou ik ook. Als het ergens anders beter is mag je als redelijk mens geen bezwaar hebben. Iedereen heeft recht op geluk. Maar dat is het allemaal niet. Het is eenvoudiger. Ze heeft er gewoon de brui aan gegeven. Gedaan met ingevingen te geven. Ze is de mensen beu. Ze wil helemaal niet meer communiceren. Ze heeft zich teruggetrokken uit het leven. Voortaan wil ze enkel als kluizenaar door het leven gaan. Geen inspirerende contacten meer. Geen flauwe grapjes maken. Ook geen gulle lach en geen kleine pleziertjes meer. Het is allemaal voorbij. Zou het te maken hebben met een mid-life crisis? Of is er sprake van een ander probleem. Misschien heb ik wel iets te veel verwacht van haar. Of heb ik haar inspirerende ingevingen wel iets te vrij geïnterpreteerd. Zodat ze zich misbruikt voelt. Een soort van communicatiestoornis. Misschien moet ik hier professionele hulp inroepen. Want zelf begrijp ik er geen snars van. Voor mij is het leven simpel. Als eenvoudige sterveling die beseft dat het leven kort is probeer ik er uit te halen wat er in zit. En zoveel mogelijk plezier te maken. Maar misschien is dat anders in de muze wereld. Misschien heeft een muze wel het eeuwige leven. En kan ze het zich permitteren om een paar jaar de pessimist uit te hangen. Iets dat ik mij, wegens tijdsgebrek, helaas niet kan permitteren. Mijn leven is daarvoor veel te kort. Ik moet kiezen tussen een optimistische ingesteldheid of een pessimistische. Al heb ik ook wel mijn momenten dat het niet allemaal rozengeur en maneschijn is. Maar tegenslagen horen nu éénmaal tot dit aardse bestaan. Tegenslagen zijn er om overwonnen te worden. Om een tandje bij te steken en door te gaan. Toch vraag ik mij af wat me in deze te doen staat. Moet ik ingrijpen en mijn muze met zachte dwang aanmoedigen om de optimistische kant van het leven te zien. Of moet ik ze als verloren beschouwen en ze maar laten wegkwijnen. Het is per slot van rekening haar eigen keuze. Mag ik wel tussenkomen in een persoonlijke beslissing? Allemaal vragen waarop ik niet onmiddellijk het antwoord weet. Wat ik wel weet is het feit dat ik mij voorlopig alleen uit de slag zal moeten trekken. Het zal niet makkelijk worden, maar moeilijk gaat ook. En een plantrekker ben ik altijd geweest.
|