De uitbaters van kermisattracties klagen steen en been. Er komt geen volk meer naar de kermis. Hun verdiensten lopen terug als de zee na vloed. De opbrengsten zijn nog net voldoende om de kosten te dekken. In de meeste gevallen is er van winst nauwelijks sprake. Dat zou te maken hebben met allerlei factoren. De gestegen kosten voor onderhoud, de vergoedingen voor de standplaatsen en de strenge veiligheidsvoorschriften. Maar ook het gebrek aan belangstelling. Dat was vroeger wel anders. Er was immers niet veel te beleven in die dagen. Kermis was een feest voor groot en klein. De kleintjes mochten dan naar de kindermolen. In een brandweerwagen of een vliegtuigje rondjes toeren. En de flosh proberen vast te krijgen want dat gaf recht op een gratis ritje. Of eendjes uit het water vissen. Om vervolgens met enkele levende vissen, een pluchen beertje of ander prullaria naar huis te gaan. Die vissen waren dan wel na een paar dagen voer voor de kat. En al de andere prullen belandden uiteindelijk in de vuilbak. Maar dat deed er niet toe. Het ging hem gewoon om het plezier van een prijs te winnen. Voor de iets oudere snotters waren er andere attracties. Zoals de botsauto's waar menige blauwe plek haar oorsprong had. En de weinige meisjes die het aandurfden om in een dergelijk autootje rond te toeren werden beschouwd als loslopend wild in het jachtseizoen. De pubers waren dan weer op jacht naar andere prijzen. Prijzen in de vorm van eerste pogingen om een tong te draaien met een lid van het andere geslacht onder de kap van de beruchte rups. En dat allemaal terwijl de ouders het blonde gerstenat naar binnen goten in de omringende cafés. Het was nu éénmaal kermis voor iedereen. Maar die oervlaamse geplogenheden zijn verleden tijd. Tegenwoordig is het alle dagen meer dan kermis. Toch heeft de teloorgang van de kermis ook culturele redenen. Bij ons Vlamingen zit feesten in het bloed. Dat is echter niet zo bij allochtonen die met busladingen het land binnenkomen. Die hebben een andere achtergrond. Die hebben geen interesse in kermis. Misschien moeten de uitbaters van kermisattracties maar eens inventief worden. En zich aanpassen aan de aard van de nieuwkomers. Zoals elke Vlaming wettelijk verplicht is. Ze kunnen alvast beginnen met de allochtone kleintjes naar hun attractie te lokken met enkele kleine wijzigingen. In plaats van vliegtuigjes kamelen op hun molentje plaatsen. En in plaats van de flosh een handtas. De prijzen bij het eendjes vissen kunnen ook anders. De levende vissen, pluchen beertjes en andere prullaria kunnen vervangen worden door kalashnikovs, bommetjes en zelfmoordpakketjes. De bakjes van de rups iets groter maken kan ook. Dan kunnen ze met meerdere jongens onder de kap. Om meisjes te verkrachten. Bij de botsauto's kunnen ze best het stuur verwijderen. En het gaspedaal met de hand laten bedienen. Met hun gat omhoog en hun kop naar beneden. Zo hoort het immers volgens hun geloof. Stuurloos en blindelings vertrouwen op allah. Met het schietkraam moet er toch ook iets te verzinnen zijn denk ik dan. Wat gedacht van enkele politie uniformen omhoog te hangen. Daar kan dan naar hartenlust op geschoten worden. De oudere jeugd kan samenklitten in de omringende straten. Daar laten we dan regelmatig een oud dametje tussen lopen. De ene met al wat meer geld in de handtas dan de andere. Een soort tombola dus. Met als motto; altijd prijs. Het zijn maar enkele suggesties van een goedmenende Vlaming. Er zullen nog wel andere mogelijkheden zijn. Het is allemaal een kwestie van een beetje verbeelding. En aanpassen, natuurlijk.
|