Asielkazerne', is een mooi nieuw woord dat past in deze tijden van woningnood voor iedereen behalve voor vreemdelingen. Wie had dat vroeger kunnen vermoeden dat oude gebouwen ooit nog gingen volgepropt worden met mensen die hier niet thuishoren, die hier niks te maken hebben met ons dagelijks levensgangetje?
Blognostalgie 2011-2012.
550 asielzoekers kwamen tegelijk de kazerne inpalmen. Die nieuwkomers zullen niet meteen de bloemetjes gaan tellen in de perkjes van het militair domein. Ze zullen ook niet hun vertier gaan zoeken in de velden en de bosjes rondom de kazerne, of krijgertje gaan spelen op de binnenplaats... Ik denk eerder dat ze hun stiekeme roof- en strooptochtjes een eindje verderop, in de buurgemeenten, gaan houden... Aangezien ik niet onvoorwaardelijk geloof in de goedheid van de mens, en iedere vreemdeling wantrouw, en zelfs geloof in hun slechte bedoelingen, ga ik mijn huizeke hermetisch barricaderen, ik maak er een versterkte burcht van, een fort! Overal traliewerk aan de vensters, dubbele sloten op alle deuren, wolfsklemmen in het gazon, hoge poorten met vlijmscherpe piekpunten, hoge omheiningen en afrasteringen overal omheen, en opgerolde prikkeldraad d'er bovenop, eventuele indringers met een geprikkelde poep zullen niet gauw terugkomen...
Het is altijd bang afwachten hoe iemand reageert in een nieuwe omgeving. Als hij van slag of gedesoriënteerd geraakt door de cultuurschok, valt dat niet op in een grote groep. Een asielzoeker verdwijnt als 'ontworteld' individu in de sterkte van de groep, met een zwak of misvormd geweten. Dat zijn dan de gevaarlijke gevolgen van migratie voor geweten, voor normbesef, voor besef van samenlevingswaarden...
Gisteren zat ik zo'n bushokje eens aandachtig te bekijken, vanuit mijn uitkijkpost in een dwarsstraat. Er was geen regen, geen wind, geen koude, en toch kropen ze allemaal dicht bijeen in het hokje. 'Vreemd gepeupel' schoot me te binnen. Ik waande me een eenzame blanke temidden van een vreemde samenleving. Een onbehaaglijk gevoel bekroop me, dat kon niet weggemoffeld worden, dat wás er gewoon. Naast het bushokje stond er een volgepropte vuilnisbak, half voorover gebogen van de depressiviteit, en daarrond lagen op de grond blikjes, plastic zakjes, papieren... De vieze rommel lag er verspreid, en niet één van de mannen stak er een hand naar uit. Die zijn ook niet gewend om te werken, om de handen uit de mouwen te steken, dat wordt van hen niet verlangd. Niets wordt van hen verlangd, die mannen zijn er om te krijgen, om verwend te worden en om te luieriken. Hoor je dat, belastingbetaler?...
Omwonenden hadden het moeilijk met de komst van de asielzoekers. Ik vraag me af hoe die er nu over denken... Stel nu dat buurtbewoners ook de bus willen nemen en in het bushokje willen wachten, ik denk niet dat die geneigd zijn om zich tussen de gekleurde medemensen te friemelen, that's the picture van een multicultureel bushokje. De eenzame blanke man náást het bushokje...
Hier en daar staat er in de wijk al een leegstaand pand, alsof er alle leven uitgeblazen is. De verloedering valt niet echt op, omdat het langzaam gebeurt. Een vertrouwd dorpje op weg naar zijn vernietiging...
Toen de militairen nog in de kazerne huisden, was alles versleten: onbruikbaar sanitair, defecte verwarming, slechte isolatie, antieke keuken... en wegens te dure verbouwingskosten moesten de militairen toen vertrekken. Nu de asielzoekers er zitten is er plotseling niets meer verouderd in de gebouwen. Er zijn nu nieuwe tegelvloeren, dubbele beglazing, moderne keukens en overal verwarming. Raar hé?
Aanvankelijk was het verblijf van de 550 asielzoekers in Helchteren beperkt tot einde november 2011. De termijn werd toen verlengd tot 21 mei 2012. En wat na 21 mei? Gaan ze die 550 zoekenden onderbrengen bij particulieren? Of in een kerk? Of in een oud schoolgebouw, dat dan ook nog eens duur gerenoveerd kan worden... Mijn zolderkamertje zit onder het stof, daarin kan ik geen asielzoeker meer opbergen, die mannen zijn nu teveel luxe en overvloed gewend...