.Brr ik had het koud vandaag..en toch .. het kan veel kouder “ Dat zullen jullie wel vaak horen deze dagen..
Die winters van vroeger, dat waren nog eens winters".
Bij zo'n uitspraak wordt er meestal wat meewarig gelachen. Als iemand het heeft over die winters van vroeger, toen er elk jaar ijs lag, toen er toch minstens één keer per winter een halve meter sneeuw viel, als iemand daarover begint dan is er maar één conclusie. Dan heb je te maken met de vage herinneringen van een senior" klinkt beter dan een bejaarde. 
In een vlaag van pure nostalgie put deze krasse zeventiger dan even uit haar arsenaal met oude herinneringen. Hier volgen enkele flarden ervan... Vroeger hadden we nog geen verwarming, zoals de meeste mensen tegenwoordig hebben. ‘s Morgensvroeg als we uit bed kwamen, moesten de kachels ‘aangestoken’ worden. Eerst met wat kranten met wat houtjes of karton erbij. Als dat wat begon te branden, kwamen er briketten op. Later werden dat eierkolen of ‘nootjes vier’. De winter bracht niet alleen problemen met zich mee. Wij, als kinderen, vonden het prachtig als het sneeuwde. We stonden 's avonds voor het raam te kijken naar die grote sneeuwvlokken die door de lucht dwarrelden. We staken het buitenlicht aan om alles goed te zien buiten. Er viel meestal een heel dik pak sneeuw en de volgende morgen waren we vroeg uit de veren en snel in de kleren om een sneeuwpop te maken.
In de winter waren onze bedden erg koud. Voor de kruiken bestonden, kregen we een opgewarmd strijkijzer mee dat in een oude handdoek gedraaid was om zo het bed en onze voeten op te warmen. Later kwamen de rubber kruiken .
s Morgensvroeg namen we die lauwe kruiken mee naar beneden en gingen ons in dat lauwe water nog wassen. Wat kon het koud zijn! Als we wakker werden, zagen we van die prachtige bloemafzettingen op de slaapkamerramen. Al een wonder op zich. Je kon er niet doorkijken terwijl je zo graag wilde zien of er sneeuw lag. Dan drukte je je tong tegen het raam, maar die warme tong bleef vastzitten aan het bevroren raam. Au, dat deed pijn, vooral als je je tong er weer af wilde trekken, had je een gevoel of er een ‘lapje vlees’ bleef hangen. Met onze adem maakten we dan een ‘kijkgaatje’ waardoor je naar buiten kon kijken. We waren niet te houden als er een dikke ‘bult’ sneeuwlag. Prachtig was dat, die ongerepte sneeuw.
Om ons te beschermen tegen winterse verkoudheden kregen we dagelijks een lepel smerige, allervreselijkste levertraan, bah bah, wat vies was dat! De enige plaats inhuis die lekker warm aanvoelde was de woonplaats waar vaak ook gekookt werd op een Leuvense stoof. Wie heeft geen herinneringen aan die platte- buiskachel waarop gekookt werd of pannekoeken gemaakt, die als oven dienstdoen kon, waarop de koffie en bepaalde schotels warm gehouden werden, waaronder de kat zat te snorren, waar de kousen konden aan drogen en de voeten gewarmd,... Ja, die stoof die destijds aangestoken werd met steenkolen, waar de vuurtang met een haak aan de stoofleuning hing en de steenkoolkit/kolenbak naast stond.
In West-Vlaanderen sprak men over deze stoof als ‘buzestove’ (buze = buis). Ik heb de beste herinneringen aan de buzestove bij mijn grootouders in West-Vlaanderen waarop met Nieuwjaar wafels gebakken werden met zo'n wafelijzer dat draaide in het open vuur en pannenkoeken op de 'buze'... en waar we in de winter onze voeten tegen warmden tot onze sokken bijna in brand vlogen...pure nostalgie natuurlijk, want in de onmiddellijke omgeving van de kachel was het warm maar in de andere kamers bitter koud....
Gaan we deze tijden nog weer ooit meemaken? Nu het op de Noordpool 5 graden warmer is dan normaal. Nu de ijsberen aan de slanke lijn gaan doen, opdat ze niet door het ijs zullen zakken. Nu er schepen noordelijk van Canada van oceaan naar oceaan kunnen varen, in de winter!! De kans lijkt klein...
|