Zeg niet dat ik morgen zal vertrekken want zelfs vandaag kom ik nog aan.
Kijk goed; ik kom in iedere seconde als een knop aan een lentetak, als een kleine vogel, met vleugels die nog zwak zijn en die nog oefent om in het nieuwe nest te kunnen zingen, als een rups in het hart van een bloem, als een juweel dat zich in een steen verbergt.
Nog steeds kom ik aan, om te lachen en te huilen, om te vrezen en te hopen, het ritme van mijn hart is de geboorte en de dood van alles wat leeft.
Woorden van een zoon aaan zijn moeder toen hij het nest verliet.
|