Uit de diepte, Heer, roep ik tot U
uit de diepte van mijn ziek-zijn.
De afstand tussen mij en de anderen
wordt steeds groter,
ondanks hun liefde en vriendschap,
ondanks hun onvermoeibare sympathie.
Wat ik wil kan ik niet.
Wat k kan mag ik niet.
Wat heeft mijn leven nog zin!
Ik wilde missionaris zijn
met hoofd en handen;
Nu kan ik het alleen
in gebed.
Ik wilde aan ieder mijn liefde betonen
op het marktplein van de wereld.
Nu kan ik het nog alleen
in de stille kamer van mijn hart.
Ongezien - ik weet het wel!
maar heb ook jij, Jezus,
de wereld niet verlost
zonder dat iemand het wist
tenzij God?
|