Halloween gaat eigenlijk in tegen ons christelijk geloof en staat haaks op wat we met Allerheiligen en Allerzielen vieren. In die dagen vieren we niet de dood maar het leven. Wij geloven niet dat geesten blijven rondzwerven maar we geloven dat wanneer ons lichaam sterft onze ziel naar God terugkeert, om er het loon naar het voorbije leven te ontvangen. De dood is voor ons een overgang en geen ondergang. In navolging van de Verrezen Christus zijn we op weg naar de Heilige Stad, waar we opgewacht worden door de immense menigte mensen die geheiligd zijn door de Heer. Wanneer we sterven blijft onze ziel niet ronddolen om mensen bang te maken. Bij onze dood mogen we thuis komen bij God. In de komende weken zullen velen van ons, meer dan anders, weer een bezoek brengen aan de graven van geliefden die zijn gestorven.
Als we dan bloemen of een kaarsje op een graf plaatsen heeft dat een andere betekenis dan de pompoen met een kaarsje erin. We spreken daar onze blijvende verbondenheid uit, niet op een bange manier maar op een vertrouwvolle manier. Wie met kinderen omgaat, weet dat kinderen soms heel moeilijke vragen kunnen stellen over sterven en de dood. Kinderen zijn heel gevoelig voor dergelijke momenten. Ze weten graag alles over wie hen vooraf gingen en stellen dikwijls moeilijke en diepe vragen bij zo een moment. Vragen over doodgaan en angst voor de dood, vragen over hemel en God, vragen over zorgen voor elkaar en liefde over de dood heen, vragen over de zin van hun bestaan. Het is belangrijk dat we onze christelijke boodschap blijven uitspreken en levend houden, ook in een tijd waarin Halloween en de pompoenen iets anders zeggen.
|