""MARKET GARDEN"" Gedenkplaat werd onthuld op zaterdag 22-04-2006 ter herinnering aan de startbriefing van deze bevrijdings- operatie in cinema Splendid
De Marketenster monument op het Bevrijdingsplein ter ere van de vele nuttige en waardevolle garnizoensvrouwen van weleer. Een sfeërieke beeld met de blik naar het leger- kamp van Beverlo.
Ingrid Berghmans verkozen tot de grootste Kampenaar 1830 - 2005 (klik bij inhoud op de titel om het artikel te lezen).
Beoordeel dit blog
In 1985 werd het 150 jaar Kamp van Beverlo gevierd
In 2000 werd herdacht dat 150 jaar geleden Bourg-Léopold bij koninklijk besluit de gemeentelijke autonomie verwierf.
In Flanders Fields By: John Mc Crae,Lieutenant Colonel (1872-1918)medicine doctor in the Canadian Army
In Flanders Fields the poppies blow Between the crosses row on row, That mark our place; and in the sky The larks, still bravely singing, fly Scarce heard amid the guns below.
We are the Dead. Short days ago We lived, felt dawn, saw sunset glow, Loved and were loved, and now we lie In Flanders fields.
Take up our quarrel with the foe: To you from failing hands we throw The torch; be yours to hold it high. If ye break faith with us who die We shall not sleep, though poppies grow In Flanders fields John McCrae, 3 mei 1915
John McCrae
In Vlaanderens velden
bloeien de klaprozen tussen de kruisen, rij aan rij, die onze plaats aanwijzen.
En aan de hemel blijven de leeuweriken
vliegen en dapper kwelen, tussen 't geschut beneden
nauwelijks te horen.
Wij zijn de Doden.
Enkele dagen geleden nog leefden we,
voelden de ochtendstond, zagen de gloed van de avondzon,
beminden en werden bemind
en nu liggen wij, de gevelden, In Vlaanderens velden
Zet onze strijd met de vijand verder. Met falende handen reiken wij u over de toorts. Aan u haar hoog te dragen. Doet gij dit niet, dan zullen
wij in deze aarde geen rust kennen,
ondanks de klaprozen
In Vlaanderens velden
Foto's, foto's... ""HET MOOISTE PLEIN van Limburg""
bekijk alle foto's op de website van radio 2 limburg http://radio2.be/
onze voorzitter Marie Paul als 'molenaarsvrouw' te midden creatieve kinderen van bezoekers
"Tussen reveille en taptoe": één der werken van de ere-burger, beeldhouwer. schilder, dichter ; NAND HENDRIX
ONS GEMEENTEHUIS OP DE FOTO
Hotel-restaurant Clarenbach thans genaamd Prince Royale
HIERNA ENKELE FOTO'S VAN ONS DOCUMENTATIE- CENTRUM (Hechtelsesteenweg 7/1 3970-Leopoldsburg) open op donderdag van 13u30 tot 15u40 ook op afspraak 0485/73 61 22 of via ons e-mailadres (zie in hoofding )
Het uitzicht van het Koningin Astridplein wijzigt door de vele verbouwingen. Hopelijk streeft het gemeentebestuur een mooie geveldecor na via regelgeving. Hieronder enkele sfeerfoto's van het plein anno maart 2007.
Wandeling Koning Leopold I brengt je langsheen de geschiedenis van België aan monumenten en gebouwen in het Kamp van Beverlo.
Residentie Diana (Koningin Astridplein)
Van mei tot oktober is het iedere zondag voormiddag gezellige rommelmarkt op het Koningin Astridplein (= marktplein).
BOMEN : GROEN ONDERHOUDEN
Niet alleen in de Koning Leopold III-Laan worden hoogstnodig bomen verwijderd. Ook elders in de gemeente gebeurt dit op het Staatsdomein, zoals te zien op staande foto's van ons lid én vrijetijdsfotograaf Jean .
KERSTFEER IN DAGCENTRUM BERKENHOF
Op 19 december 2007 hebben de directie, begeleiders en sympathisanten er weer voor gezorgd dat de gasten van het dagcentrum Berkenhof op de Boskant een heerlijke kerstfeer beleefden. Proficiat voor die inzet !! (Onderstaande foto's: Jean Verstraeten.
Kamps carnaval 2008 (foto's Jean Verstraeten)
Heem Leopoldsburg
Kijk ook eens op Facebook: "Ge zet van Leopoldsburg als ge..." slootheppen@hotmail.com
07-03-2007
DE HEKS VAN KONTERKET
De heks van konterket(Contrequette) ER WAS EENS.....Zo beginnen de meeste sprookjes. Hier is het niet anders, volg me maar.
Lang, heel lang geleden, in het jaar 1834, ons land bestond nog maar pas enkele jaren, begon dit sprookje op wat men toen noemde 'de onmetelijke grote heide' van Beverlo. Een verlaten en omzeggens onbewoonde vlakte in de Limburgse Kempen.
Leopold I, de Koning der Belgen en zijn stafchef, generaal Hurel, hadden dit terrein uitgekozen opdat er zou worden opgericht - zoals de vorst het beslist had - een heel groot militair kamp dat alle kleine langs de grens met Nederland gelegen kampen zou kunnen herbergen.
De minister van oorlog, baron Evain, kreeg voor dit plan de steun van het parlement op 14 maart 1835. In mei 1835 konden reeds de naar deze vlakte gestuurde arbeiders de Grote Beek oversteken via de zogenaamde Korteketenbrug. Deze brug, waarover veel materiaal diende vervoerd, werd door de Franstalige chefs pont-contrequette genoemd. Zodat na een tijdje iedereen sprak over de Konterket. Zware vrachten werden vervoerd met de paardenkar, officieren zaten te paard, arbeiders en soldaten marcheerden....Langs moeilijke zandwegen, vaak niet meer dan een vaag karspoor. Het was de tijd, dat voor de reis van Beverlo naar Diest men nog een hele dag (een dagreis) nodig had.
De verhuis, het effenen van het terrein en de oprichting van het kamp waren een enorme karwei. Er dienden opgericht: 420 barakken, 1250 tenten, een houten paleis voor de koning, een houten villa voor de minister van oorlog en drie paviljoenen voor de generaals, vele strohutten voor de honderden soldaten die niet meer in de barakken en tenten konden slapen. Daarenboven dienden ook 48 waterputten gegraven en ingekuipt. Samen met méér dan duizend arbeiders maar in het spoor van de méér dan twintig duizend op oefening komende soldaten, kwamen ook de handelaars, de vrije werklieden en de herbergiers met hun diensters...
OVER CAFEETJES EN CABERDOUZKES Buiten het kamp, aan gene zijde van de Korteketenbrug, groeide een dorp van cafés, restaurants, cabarets (zo'n cabaret droeg in de grote steden vaak het huisnummer 12, vandaar dat de Franstaligen spraken van cabaret-douze en de Vlamingen van Kaberdoeske). Dat dorp, waar van vroeg in de avond tot vroeg in de morgen heerlijke muziek, gezellige deuntjes, gelach en geschater vandaan kwamen, noemde men naar de nabijgelegen brug "Konterket" Dit oord van plezier, van klatergoud, van maneschijn en rozengeur, van mooie dames en gezellige sfeer en muziek - zeer ver verwijderd van de strenge sergeanten - oefende een grote aantrekkings- kracht uit op de vele eenzame soldatenjongens, die in dat grote legerkamp ver van hun geliefde moeder en familie, maanden lang zware en uitputtende oefeningen moesten uitvoeren en ondergaan.
Daar in dat oord 'Konterket' heerste die zwoele sfeer, die elke mannelijke bezoeker-met-geld naar de zevende hemel kon voeren en hem daarbij alle miserie even kon doen vergeten. Jonge soldaten, als het ware recht van hun moedersrok komende knapen, die vele maanden lang soldaat waren geweest daar in dat Kamp van Beverlo, keerden terug naar hun moeder, naar hun vrienden, in hun dorp als flink uitgegroeide binken, als plantrekkers, als echte drinkers, als vertellers die de echte wereld vol mooi vrouwvolk hadden gezien. En... die in hun dorp wekenlang, rond de haard of in het dorpscafé, aan hun familie of aan hun vrienden fantastische verhalen konden vertellen "echt meegemaakt of echt gehoord daar in dat Konterket aan het Kamp van Beverlo".
JAN SOLDAAT Zo verging het ook Jan, een jongen van 20 jaar uit Poelkapelle, die tot dan thuis zijn vader op de boerderij had geholpen, braaf elke zondag naar de Mis en het Lof in de dorpskerk was gegaan, nooit vader had durven tegenspreken en elke, alhoewel onschuldige, flirt met Anneke van de bakker aan meneer pastoor had gebiecht. Jan werd tot soldaat geloot - eigenlijk was hij 'remplaçant' voor de zoon van de dokter- en moest voor zijn jaren durende legerdienst vertrekken naar het Kamp van Beverlo, ergens ver in 'de Limburg'. Dagen en dagen marcheerden ze in kolonne, die dorp na dorp alsmaar groter werd. Uiteindelijk kwamen ze aan in het kamp....een echte troep. Hij moest met vele andere leeftijdsgenoten slapen in een strooien hut. De koude vloer was voelbaar dwars door de dunnen met stro gevulde matras; de heidegrond stonk... Van oefenen kwam veelal niet veel in huis; er diende gegraven, struiken en bomen uitgedaan. Zware labeur diende snel verricht, vooral wanneer koninklijk bezoek werd verwacht...
De korperaals en sergeanten waren beroeps, waren streng en gaven bevelen in slecht Frans. De officieren spraken mooi Frans maar enkel en alleen tegen elkaar en tegen de sergeanten.
Met Camiel, een lotgenoot uit hut nr 82, kon hij goed opschieten. Camiel was een onderwijzerszoon uit Wijtschate. Hij was ten minste verstaanbaar en lachte hem niet uit. Hut 79 was bevolkt met Leuvenaars en Antwerpenaars, waaronder één of twee grote smoelen uit de havenbuurt. Ze lachten met Jan, alleen wanneer er diende gegraven dan was hij de vriend van allemaal.
Maanden gingen voorbij. De zondagen waren het ergst. Na de Mis, die de aalmoezenier meestal opdroeg in open lucht, mochten ze beschikken, na de laatste maaltijd tot negen uur 's avonds. Jan en Camiel zochten dan mekaar op en met enkele andere vrienden uit de Vlaanders wandelden zij in de duinen soms tot in Hechtel of gingen op bezoek in een van de barakken, bij enkele jongens uit Passendaele en Boezinge.
KENNISMAKING MET KONTERKET 's Avonds, na de laatste klaron, slopen de Antwerpenar en zijn vriend uit Leuven vaak weg en kwamen dan na middernacht heel stilletjes terug. Ze vertelden dan de volgende dag over Konterket...een "paradaais" zei de ene, "joung, ge moet is mei goan nor die schoein maskes doar in Kounternet". Op zekere morgen hoorde hij Augustin, de Antwerpse krollenbol, hardop vloeken en schelden op die 'heks van Konterket'. "Stin heeft druipt opgelopen bij het verlies van het groen achter z'n horen", zei Adelin, zijn kameraad. Jan begreep het niet....druipt ??? Groen achter z'n horen..??? Waarover hadden zij het ??? Verder in de zaal werd door een stem zacht gezongen: ""En op het Konterket, daar staat een houten hutteke, d'er zit een toverheks in, ze plukt elk sodatutteke. Op sa faldelaliere, Op sa falderlara"".
Evan was het stil. Daarop schoot de ganse groep in de lach.
Samen met Camiel besloot hij ook eens mee te sluipen naar Konterket...vanzelfsprekend uit pure nieuwsgierigheid... Na een half uurtje bang, stil, langzaam stappen, bereikten zij dat dorpje zonder kerktoren; elk houten huisje was een café, in sommige kon men ook uitgebreid eten en in andere enkel drinken en plezier maken in het gezelschap van vriendelijke, mooi en schaars geklede heerlijk geurende dames vooral afkomstig uit steden als Luik, Brussel, Gent.. Voor middernacht had hij niets meer over van zijn wekenlang bijeen gespaarde soldij. Het ging er gezellig aan toe, het was er heerlijk.Eigenlijk toch maar zolang er centen op tafel werden gelegd. Eens de centen op vloog men buiten met een "allé, salut en merci". Daarbij vaak nog soms hardhandig geholpen door een stoere buitenwipper.
Jan moest terug want die mooie Maria-Helena had 'ik sie u graak' tegen hem gezegd terwijl ze hem diep in de ogen keek en hem vroeg of ze nog iets mocht bestellen. Toen zijn centen op waren riep de patron Maria-Helena van hem weg en duwde haar bij een sergeant, die gretig betaalde. De patron wenste Jan 'salut et merci et tot volgende keer'... Jan had het begrepen en was buiten gegaan, terug naar zijn soldatenhut. Waar hij nat en verkild van de regen en de nachtelijke koude, stilletjes zijn dekens en matras had opgezocht.
Het was goed in Konterket. Een onechte wereld, niet te vergelijken met dat dorre vervelende kamp. Soldaten, korperaals, sergeanten en soms zelfs officieren, allen verstonden er mekaar...Iedereen was iedereens vriend: strepen of sterren telden niet, enkel de centen waren van tel. Zonder centen vloog men aan de deur: sterren, strepen of gewone "piot avec ou sans floche' zonder onderscheid. Lodewijk, een piot uit hun 946 had veel geld, méér dan de rijkste officier fluisterde men. Hij dreef, volgens geruchten, een handeltje in.... wat, dat wist men niet. Iedereen was ervan op de hoogte. Niemand legde hem een strobreed in de weg. Lodewijk had in elk café aanzien en voelde zich duidelijk thuis in Konterket. Hij zat er, zo werd verteld- elke nacht en elke zaterdag en zondag. Hij 'introduceerde' er volgens geruchten zelfs officieren...
NIEUWE REGELS Braaf gehoorzamen aan de regels van thuis, nooit liegen, respect hebben voor je meerderen, alles met mekaar delen.... Al datgene dat Jan altijd had gehoord en waar hij zich aan had gehouden was hier van geen tel. Hier heerste geen tucht, geen eerlijke vriendschap: het was ieder voor zich. Zorgen dat je met je weinige centen zoveel mogelijk plezier kan maken én er vooral voor zorgen dat je voor het ochtend-appèl terug in je hut bent. Dat waren hier zowat de enige regels.
Met de soldij van vele weken in zijn zak, kwam Jan dan dromend en verlangend opnieuw aan in Konterket. Maria-Helena was er niet meer. "vertrokken naar Oostende", zei de patron. "Wat vind je van Maria-Sofie ?" vroeg hij aan Jan. De jonge blondine omarmde Jan en vroeg hem iets om te drinken; ze wilde hem beter leren kennen in het opkamertje... De nacht was kort en zijn centen waren op. Berooid, uitgeput en ontgoocheld door de harde realiteit, sloop Jan langs de schildwachten naar zijn hut en zocht tussen zijn snorkende kameraden naar zijn matras. Jan lag wakker en dacht na. Die lieve meisjes daar waren geen heksen. De heks was die sfeer, die geest daar in Konterket die de eenzame en zich verlaten voelende soldaten altijd maar blijft lokken naar dat oord van plezier.
TERUG THUIS Zo vervulde Jan zijn jarenlange legerdienst. Tot man gevormd keerde hij terug in zijn dorp, waar mensen ouder waren geworden, sommigen gestorven en nieuwe kindertjes rond liepen.
De moeders hadden tegen hun zin en met vrees in het hart hun zonen zien vertrekken naar 'den troep'. Wanneer dan haar brave jongen terugkwam, omgetoverd in een flinke sterke kerel, met karakter, van niets bang en zeggende alles te hebben meegemaakt, dan werd hun vrees bewaarheid. Die heks van Konterket, in dat verre kamp van Beverlo had hun zoon in de greep gahad.
BEKEND EN BERUCHT Al vlug werd Konterket een beruchte buurt, vooral buiten het Kamp van Beverlo en buiten het in 1850 autonoom geworden Bourg-Léopold / Leopoldsburg. De vele soldaten namen hun verhalen, doorspekt met leugens, heimelijke wensen verward met dagdromen en gehoorde ervaringen...mee naar huis, ergens ver te lande.
Menig auteur, die in het Kamp van Beverlo militair is geweest, verhaalde over Konterket. _ Marnix Gijsen, zinspeelde erop in zijn verhaaldover 'Peerke de ziekenverpleger'...die in "den lusthof Beverlo' door zijn lief in de steek werd gelaten. In zijn 'Klaaglied om Agnes' heeft hij het over "...en dan de atmosfeer van hoererij en dronkenschap in dat dorpje bij het legerkamp". _Prof.Dr. Leon Elaut heeft in zijn memoires 'Van Kleiberg tot Blandijnberg'(Orion, 1981) over zijn legerdienst 1920 - 1927 en over 'La bas, le fameux Contre-Quatre'. _Pascal Delameilleure schreef in het Kamp van Beverlo(VTB-reeks nr 78, 1967, p.8): Zoals elke garnizoen had ook Beverlo slecht befaamde wijken en cafés. De Boskant, waar in het zuiden van het kamp de Zwarte Beek en de Katersbeek vloeien, met de beroemde Korteketenbrug, was het toevlucht voor menig militair in de nadhtelijke uren. Smalend werd het gehucht door de Walen 'Contrequette' genoemd.
DE LEGENDE: heks op de brandstapel
Leopoldsburg bezit sedert vele jaren een dynamisch winkelcentrum tot ver in de regio bekend. De band met het militaire kamp in niet meer zo intens en meer zakelijk. Het is aannemelijk dat vele moeders en meisjes - denkend aan dat verhaal van weleer - toch nog enige angst hebben om, in die winkeldrukte hun partner te verliezen. Maar die vrees is onterecht, zo blijkt al lang. Daarenboven... Ieder jaar, sinds 1987, wordt in het voorjaar op vrouwtjesdag, zaterdag voor Carnaval, de Heks van Konterket naar de brandstapel gevoerd. Het vonnis, uitgesproken door de carnavalprins, is duidelijk en onverbiddelijk : verbranden !!! Tot op heden was er telkens een onverwachte opkomst van mannen, vrouwen, meisjes, militairen...die het schouwspel gade sloegen met spanning, jubelden en in de handen klapten van vrolijke emotie wanneer de beul de brandstapel in de "fik" stak. Zelfs de Kampse pompiers keken glunderend toe hoe de niets ontziende vlammen alles tot de grond vernietigden: deze keer mocht het.
In de legende zou de heks de heks niet zijn wanneer zij zelfs door het vuur voorgoed zou verdwijnen.
CARNAVALSTOET De volgende dag is de Heks van Konterket, gezeten op een bezem, terug te zien in de carnavalstoet.Hoog boven de menigte kijkt zij dan veinzend naar het mannenvolk onder de toeschouwers. De legende verhaalt - en ze is halsstarrig - dat telkens de Heks van Konterket een welwillende man aanschouwt zij de ogen schunnig opent en knipoogt...
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
<><><><><><> UW ARTIKEL zend ons Uw herinneringen die u heeft aan uw verblijf in Leopoldsburg en voeg een foto bij. Wij brengen uw artikel in ons 3-maandelijks ledenblad BOURG. heemleopoldsburg@hotmail.com <><><><><><> medewerkers gezocht <><><><><><>
Op 13 april 1839 kreeg Pieter-Jan Bemindt van de gemeente Beverlo vergunning voor het bouwen van een windmolen op zijn domein 'Geleeg' genoemd, waarop hij in 1937 en 1838 ook reeds een landbouwbedrijf, een brouwerij en een geneverstokerij had gebouwd. Het bouwen en het installeren van de bergmolen (de molen werd gebouwd op de hoogste heuvel) duurde een jaarvan 1845 tot midden 1846. De maal- activiteiten startten in juli 1846. We schrijven 4 jaar voordat Bourg-Léopold autonome gemeente werd. In 1930 staakte de toenmalige eigenaar alle maalwerk. In 1935 werd het gebouw van zijn wieken ontdaan. Molen en molenaarshuisje bestaan nog; De Molenstraat (de molenromp staat er nog) en de Heuvelstraat (de heuvel is er niet meer) herinneren aan destijds. --------------------------------- Vraag ons naar een uitgebreidere historiek.
Op 9 december 2005 om 10 uur kwam prins Filip - op uitnodiging van het gemeentebestuur - op het Albert -I Plein het borstbeeld van de eerste Belgische koning, Leopold I, inhuldigen. Gemeenteraadslid Wouters Jos zag zijn maandenlang streven hiermeebekroond: hij betreurde dat Leopoldsburg geen monument had van de eerste Belgische vorst, naar wie onze gemeente is genoemd.
Na de inhuldigingsplechtigheid bracht de prins een bezoek aan het museum Mijn Koningshuis van Astrid Bammens (waarmee ook haar wens in vervulling ging).
Het jaarlijks driedaags Harley Davidson Treffeneind juli begin augustustrekt een 3500 à 5000 HD-bezitters en sympathisanten aan. Het centrum is dan afgesloten; overnacht wordt er op een buiten het centrum gelegen weide.
BOURG, BOURG-LEOPOLD Bourg vindt men vaak terug als voegwoord: in namen van steden en gemeenten, denk maar bv aan Mariembourg en Cherbourg. Oorspronkelijke betekenis: "
"Een bourg is een centraal punt temidden van gehuchten"
(Un bourg est un point central parmi les hameaux) heeft ook wel de betekenis van "burcht, een omwald groot.. Een dorpje werd dan weer aangeduid als een "bourgade "bv St-Emilion-Bourgade.
FAMILIENAAM Bourg is ookde naam van een rijk en beroemde familie vooral wonend in Frankrijk maar ook talrijk aanwezig in Canada en de Verenigde Staten van Amerika. We vinden ook hier telgen terug onmiddellijk na de Belgische onafhankelijkheid, gebleven na de Franse overheersing. We treffen ze aan bij de vroege uitbouw van de industrialisering in Wallonië (Henegouwen). De koolmijn van Bois-du-Luc, in de 19de eeuw één der belangrijkste ondernemingen i n die streek, kende twee directeurs Bourg tussen 1831 en 1854. V.Bourg ontwierp niet enkel in 1836 de eerste carrés als woonwijk in België, zijnde een arbeiderswijk met elkaar loodrecht kruisende straten en afgeschuinde hoekhuizen, bestaande uit 166 huisjes voorzien van koud- en warmstromend water, zeer modern en hygiënisch voor die tijd. Hij werd in 1841 ook aangezocht door het ministerie van oorlog en het provincie-bestuur van Limburg om het plan te ontwerpen van een nieuwe stadskern, vast tegen het in 1835 opgerichte kamp van Beverlo. De hiertoeaangelegde verkaverling kreeg in de volksmond al vlug de naam 'Bourg'. Zodat de gemeente-raad van Beverlo in 1842 besloot de nieuwe wijk officiëel Bourg te heten met Bourgstraat als voornaamste toe- en doorgangsweg.. In 1850 zou deze wijk bij koninklijk besluit plaats krijgen op de lijst van de Belgische gemeenten als Bourg-Léopold (later: Leopoldsburg), met verwijzing naar de eerste Belgische koning, uit dank ook voor de oprichting van het legerkampmaar vooral uit dank voor de verleende gemeentelijke autonomie (los van Beverlo)!. In het Brusselse verwijzen meerdere straten naar deze familie. Brussel kent een Bourgstraat en Schaarbeek en Evere kennen beide een Kolonel Bourgstraat. In 1960 richtte een telg van deze familie een nieuwe fabriek op te Hévillers (Waals-Brabant) voor het produceren van machines ten behoeve van de papierindustrie en drukkerijen.CP Bourg (zoals deze onderneming is genoemd naar haar stichter Charles-Pierre Bourg) was zo'n succes dat reeds in1977 een filiaal werd geopend in Massachutsetts (USA) met een 1000 werknemers verantwoordelijk voor de Noord- en Zuid-Amerikaanse markt. Deze industriële tak van Bourg behoort in ons land nog steeds tot de 200 rijkste families. De carrés van Bois-du-Luc werden door de Belgische Staat in 1974, één jaar na de mijnsluiting , gekocht en erkend als beschermd monument.
Beslist een bezoekje waard !.
Ter info: deze Victor Bourg niet verwarren met Victor Bourgeois (°Charleroi 1897 +Brussel 1962) ontwerper van La Cité Moderne in St-Agatha-Berchem.
De familienaam BOURG: In Frankrijk bv dragen 4006 pesonen deze familienaam, verdeeld over 46 departementen.
STATION LEOPOLDSBURG Het oudste gedeelte is het baanvak Hasselt-Houthalen, dat op 15 juli 1866 geopend werd als onderdeel van de internationale lijn 18 Hasselt-Eindhoven. Op 27 juli 1878 werd het baanvak Leopoldsburg-Mol in gebruik genomen, dat deel uitmaakt van lijn 17 Diest-Leopoldsburg-Mol. Het zou duren tot 1 juli 1925 vooraleer men Houthalen met Leopoldsburg zou verbinden
Rijk herbergverleden: gezellig op het Koningsplein (thans Koning Albert I-plein) terrassen op een zomerse zondag- namiddag, in de lommerte van de mooie bomen.
E-mail mij
Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.
Onze niet aflatende medewerkers op het redactiesecretariaat
koninklijk paleis met "geit aan de ketting "op het gazon Kamp van Beverlo anno + 1840;
Volgens overlevering kreeg deze weg door het park zulk een bijnaam: de soldaat nam hier afscheid van zijn plaatselijk of bezoekend liefje... Thans staat op het straatnaambord :"Laan der 7 zuchten" verwijzend naar de 7de hemel...
koninklijk_paviljoen 1834-1913 De eerste Belgische vorst, Leopold I, echt bezorgd voor het behoud van zijn kersverse koninkrijk, bezocht geregeld in het Kamp Beverlo. en verbleef dan met zijn gezin en gevolg in het 'koninklijk paleis': een in hout gebouwd paviljoen ruimer en mooier dan dat van minister en generaals. Zijn opvolger, Leopold II (koning van 1865 tot 1909), was meer bezorgd om het vergaren van een kroonfortuin en een imago; hij verkreeg een eigen gebied in Afrika(Congo) met erstsen en plantages en liet in eigen land in de grote steden monumentale gebouwen oprichten. Zijn logo was de twee tegengestelde letters L. Hij kwam nog wel enkele keren in het Kamp. Zijn paviljoen geraakte in verval en werd in 1913 afge- broken. Na WO 1914-1918 is een 'koninklijk verblijf" niet meer (opnieuw) gebouwd.
Leopoldsburg "moderniseert"
Dit jaar, 2007, zal op het Koningin Astridplein niet alleen het bekende gebouw Snyckers worden afgebroken maar ook het alom gekende cafe Paviljoen.
Op het perceel van de bekende handelszaak KEMPENLAND werd in 2006 een mooi appartementscomplex opgericht.
Geslaagd gevelmonument op hoek Koningin Astridplein en Generaal Lemanstraat. Kunstwerk stelt voor het eerste Belgische vorstenpaar.
Jammer dat het verklarend straatnaambord hier ontbreekt
Eigenzinnige helpdesk
Onderstaande foto's ingezonden door Jean
De openingsavond van de kermis gaat gepaard met het houden van een fakkelstoet waarin de Kampse (en Heppense) reuzen worden getoond. Die avond wordt een vuurwerk ontstoken. De vriendelijke fotograaf van dienst was Jean Verstraeten die ons de vier volgende foto's bezorgde 13/10/07)
kinderplezier op de kermismolen (foto Jean Verstraeten_okt 2007
Onze gelegenheidsfotograaf, Jean, maakte op 13/02/08 volgende foto's bij het zien van die gekapte eiken op militair domein. Hij maakt zich hierbij de bedenking "Wat zou Chazal daarvan hebben gedacht ??? Dit jaar wordt toch Chazal herdacht, of niet ???"