Anekdotesxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Mijn overgrootvader Isidoor Constant
Van Hoof was de eerste muzikant van de Blekken. Het eerste openbaar optreden
van de fanfare St.-Cecilia vond plaats, op 6 december 1899, in zijn café Het Kruispunt (kruispunt
Juniorslaan-Vinkstraat)
Nadat hij burgemeester Bernaerts ter
hulp was gekomen tijdens een conflict met herriezoekers uit Stuyvenberg kreeg
hij als beloning zijn functie van veldwachter, ondanks het feit dat hij lid was
van de andere fanfare.
Al zijn kinderen bleven Blekken, ook
mijn grootvader Jan Edward en diens vrouw Florentine De Schoenmaeker. Toen die
na zijn dood hertrouwde met haar eerste lief, Louis Diddens, haalde ze een Sus
in huis. Na hun huwelijk zou haar tweede man steevast blijven teren met de
Sussen, terwijl zij de Blekken trouw bleef.
Mijn zus, mijn broer en ik hebben
thuis nooit iets van Blekkenvoorkeur
gemerkt, onze vader gedroeg zich tegenover ons zeer neutraal. Daar zou zijn job
als garde wel voor veel tussenzitten. Nadeel was dat wij nooit konden
aansluiten bij één van de twee Leestse fanfares en noch vis noch vlees waren.
Voordeel : tot op de dag van heden heb ik steeds gestreefd naar de grootst
mogelijke objectiviteit in alles.
Honderden anekdotes vallen er te
vertellen over de eeuwige tweestrijd. Enkele wil ik niet weerhouden.
Redetwisten over de oprichtingsdatum
van de fanfare St.-Cecilia.
Iedereen wist dat de fanfare Arbeid
Adelt was opgericht op 8 mei 1898, dus eerder dan die van St.-Cecilia. Tot
leedwezen van een aantal Blekken dat zij niet de eerste waren.
Misschien konden ze politiek wat voordeel
halen indien...
Daarom trachtten ze de oprichtingsdatum
van hun fanfare te verleggen en ontstond er binnen de vereniging een discussie.
Wat zou als oprichtingsdatum worden gehanteerd : het maken van de eerste
plannen om met de fanfare te starten in de zomer van 1898 of de eerste min of
meer officiële ledenvergadering op 26 augustus 1899.
Het Blekkenbestuur van toen besliste de
oprichtingsdatum een jaar naar voren te schuiven en dit kwam vanaf dat moment
tot uiting in de documenten.
Pas vanaf 1960, met de viering van het
60-jarig bestaan van de vereniging, werd de officiële stichtingsdatum van de
fanfare aanvaard...
(Leest in Feest, Stan Gobien)
Jan De Decker in De Band nr.33 van 1955 :
...het
etterend gefoeter en gezwets tussen fanfare zus en fanfare zo kan enkel van
aard zijn om het gehele dorpsleven te ondermijnen. Verdeeldheid breekt de
weerbaarheid...
Onderpastoor Cleeren in 1956 in De Band :
...De
Leestenaren hielden van een goede kermis, van een vettig teerfeest, van een pot
(of meer) schuimend bier en van O.L.Heer. Slechts alle zes jaren kwam er een
kink in de kabel : in de tijd van de gemeenteraadsverkiezingen, dan wat het
raadzaam niet te veel in de huizen te komen, want dan zoudt ge zo met een
broodmes de argwaan en achterdocht van de gezichten gekrabt hebben : dan had ge
nog alleen vriendschap van de zuigelingen en de kleuters. Gelukkig duurde die
periode niet lang en het leven van elke dag ging dan weer gewoon verder...
Paul Van Huffel (ex-Leestenaar), Blaasveld
2009 :
Ik heb
ooit de plakploeg van de Sussen zien een pint gaan drinken bij dokter Stuyck.
Ze hadden hun stootwagen vol plakmateriaal voor de deur geposteerd toen daar
een plakploeg van de Blekken passeerde. Die Blekken hebben die wagen zonder
aarzelen in de gracht daar tegenover gekieperd...
Rachel Beullens (dochter van Blekken-gemeerteraadslid Jef) in 1985 :
...Toen
Onze Nie (noot :
haar zuster Nieke Beullens °8/12/1919, +9/10/1998, gehuwd met Juul
Boonen) met een Sus afkwam viel dat niet
in goeie aarde bij de rest van onze familie en zeggen dat zijzelf één van de
hevigste was. Ze is met den Boonen getrouwd maar voor, tijdens en na elke keus
was dat daar groten ambras. Dan spraken die zelfs niet met elkaar...
De website Leest. Be,
7/3/2003 :
...In
Leest zijn bepaalde familienamen vrij frequent. Er zijn vrij veel mensen die
Selleslagh, Lauwers of De Prins heten. Het is niet zo dat de familienaam dan
ook bepaalt of iemand tot de groep van de Blekken of de Sussen behoort. De
familienaam Selleslagh komt in beide groepen voor, evenals de familienaam
Lauwers en nog heel wat andere.
In deze
optiek dient vermeld dat de beide groepen een zekere controle uitoefenden op de
evolutie binnen de eigen clan. Dat ging soms heel ver. Wanneer een jongen van
de Blekken verliefd werd op een meisje van de Sussen, dan werd dat vijftig jaar
geleden met argwaan bekenen door de ouderen. Die zegden dan : Hoe is het
mogelijk dat hij zoiets doet ? Er zijn bij de Blekken toch ook genoeg mooie en
goede meisjes ! Wat heeft hij nu te zoeken bij de Sussen. Dat zal nog verkeerd
aflopen !
Het was
nog erger als een meisje van de Blekken verliefd werd op een jongen van de
Sussen, want zij werd beschouwd als hopeloos verloren voor de eigen zaak.
Dezelfde ideeën leefden bij de Sussen. Ook zij probeerden hun bloed en hun ras
zo zuiver mogelijk te houden. Heel wat gemengde verliefdheden tussen de
Blekken en de Sussen zijn als gevolg van deze opvattingen nooit met een
huwelijk afgesloten. De liefde moest al heel sterk zijn om toen een gemengd
huwelijk te krijgen...en gelukkig overwon de liefde ook soms deze hindernis.
Er deden
ook allerlei verhalen de ronde rond de Blekken en de Sussen. Ze werden verteld
in de dorpscafés en op familiebijeenkomsten. In een café van de Blekken werden
Blekkenverhalen verteld, dikwijls ook in het bijzijn van de Sussen en hun
heldenverhalen werden met gepaste overdrijvingen in de verf gezet. Wanneer er
Sussen in het café waren, dan werd alles nog wat meer overdreven en werden
woordspelingen gemaakt op zogenaamde mislukkingen van de Sussen, met de
bedoeling van de vertellers de andersdenkenden min of meer belachelijk te
maken. Wanneer het te gortig werd, dropen die meestal stilletjes af. Toch waren
er ook Sussen die zich niet zo maar lieten doen en die fel van zich afbeten
toen ze vonden dat hun partijgenoten te veel en onterecht in hun hemd werden
gezet. De Blekken kregen natuurlijk van hetzelfde laken een broek, wanneer ze
in een echt Sussencafé kwamen...
Voor een
aantal strijdvaardige aanhangers van beide groepen was het cafébezoek bij de
tegenstanders een ideale gelegenheid om na te gaan hoe het stond met hun morele
kracht en weerbaarbeid. Als er daarbij veel bier door de kraan liep, kwamen de
tongen los.
De
geheime plannen van de tegenstanders werden dan te vroeg openbaar gemaakt...
Frans Susse Teughels in De Band
Pas
had het grommelen van bommen en granaten opgehouden of we konden het rommelen
van de trommels reeds horen tot op het dorp. Iedere vrijdagavond werd in de
zaal van Sooitje repetitie gehouden door de vlug heropgerichte fanfare.
Schetterende
trompetten en bazuinen, aangevuld door zachtere instrumenten, klonken gedempt
door, tot zelfs op onze slaapkamer. De Blekken waren herboren.
Van
de Sussen was geen sxml:namespace prefix = st1 ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:smarttags" />prake meer. Het
eeuwige bekvechten over muziek en fanfare was volledig geluwd gedurende de
lange oorlogsjaren. Ook van de daaruit voortvloeiende dorpspolitiek hadden ze
hun bekomste. Eigenlijk hadden ze reeds enkele jaren voor de oorlog de strijd
gestaakt. Doch een paar driftkoppen onder hen hadden toen de politieke
handschoen aangepakt en voor de lol zich gemeld als kandidaten voor de
gemeenteraadsverkiezing. Tot grote verbazing van iedereen behaalden de
Juniors, zoals ze zich noemden, geheel onverwacht een glansrijke meerderheid.
Sinds
heuglijke tijden was het bij ons de gewoonte geworden om in die
overwinningsnacht met rammelende stoofbuizen rond te rijden. Altijd maar op en
af ging die rit, telkens weer voorbij de kandidaten die het onderspit hadden
gedolven. Tevens was het een uitgelezen kans om er in dolle pret drie dagen tegen aan te lappen...herberg in en
herberg uit, tot de meesten onder hen volledig platzak waren.
Met
een burgemeester, verkozen buiten raad, hebben ze die jaren de befaamde
Juniorslaan aangelegd. Waarschijnlijk is die luxe voor velen van onze
kiesgerechtigden teveel geweest want bij de volgende keus was het
buiskensrijden voor de mannen van de andere kant. Met lede ogen hebben dan ook
de juniorssympatisanten de drie dagen durende braspartijen moeten aanschouwen.
Van zulke dingen wilden ze niet meer weten.
De
gedachten alleen al aan de affronten van dat buizengekletter was blijkbaar
teveel geweest. Verscheidene oud-muzikanten van Arbeid Adelt dachten er zelfs
aan zich te melden bij de weer bestaande maatschappij om samen één grote fanfare
te vormen.
De
familiepolitiek van voor de oorlog leek voorgoed voorbij.
|