SUSSEN en BLEKKEN : pure folkore.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Naast Posse Leest
associeren nog steeds vele buitenstaanders Leest met de eeuwige strijd
Sussen-Blekken.
Hoe een dorp hopeloos verdeeld raakte en bij elke kiescampagne op het
oorlogspad trok.
Heden ten dage wordt
die tegenstelling al eens ge(mis)bruikt door politieke partijen of journalisten
om hun standpunten te verduidelijken maar meestal hebben ze het bij het
verkeerde eind.
De tegenstelling
tussen de Leestse Sussen en Blekken had niets te maken met rechts of links, met
katholiek of vrijzinnig.
Beide partijen waren
uitgesproken vaderlandslievend en strikt katholiek. Ze hadden elk hun eigen
fanfare die de ruggegraat vormde van hun sociale weefsel.
De tweestrijd vond
plaats tussen 1899, met de stichting van een tweede fanfare op de gemeente en
eindigde in 1964, met de ontbinding van de oudste en Sussen-fanfare Arbeid
Adelt.
De Sussen en de Blekken...eeuwige
dorpsstrijd.
Bij elke gemeenteraadsverkiezing
barstte die strijd steevast los, tot maanden ervoor en maanden erna stonden de
grootste fanatici als kat en hond tegenover elkaar.
In het dagelijkse leven en buiten de
verkiezingsstrijd waren de menselijke relaties tussen de modale Blek en Sus
nornaal en goed. Men had elkaar nodig en bood hulp waar nodig ook bij de
andersgezinden.
Toen de fanfare St. Cecilia in 1899
werd gesticht, een jaar na de oprichting van Arbeid Adelt was dit het
resultaat van de politieke emancipatie die enkele jaren voor de eeuwwisseling
was opgetreden.
Zo kwam er een oppositie te Leest en
meteen twee dorpspartijen, in de volksmond Sussen (Arbeid Adelt) en Blekken
(St. Cecilia), die mekaar om beurten het burgemeestersambt zouden betwistten.
Stuwende kracht achter St. Cecilia was
Theofiel Verschueren, een landbouwer uit de Scheerstraat, die in 1921 de
hegemonie van de Sussen zou doorbreken en de eerste Blekken-burgemeester zou worden.
Van 1927 tot 1939 namen de Sussen het
weer over en kwam de burgemeestersjerp in handen van Victor De Laet.
Nadien zouden de Blekken onafgebroken
aan de macht komen tot in 1976, de fusie met Mechelen.
In 1964 viel de fanfare Arbeid Adelt
bij gebrek aan eensgezindheid uit elkaar en hadden de Blekken af te rekenen met
de Socialisten (BSP lijst nr 1) en Gemeentebelangen (lijst nr 3).
De Blekken haalden 5, Gemeentebelangen
3 en de socialisten 1 zetel.
De naam Blek en Sus.
Wat de betekenis van de naam is, kon
niet met zekerheid achterhaald worden. Over heel Vlaanderen kregen de katholiek
gezinde politici meestal de bijnaam van Sussen. De groep van de misschien
meer wereldlijk ingestelden of de pluralisten kreeg een andere naam. In Leest
was dat Blek. De naam komt relatief weinig voor in de Vlaamse dorpspolitiek.
Vermoedelijk is het een spotnaam die is uitgedacht door de Sussen.
De fanfare Arbeid Adelt had omstreeks
de vorige eeuwwisseling de meeste notabelen van de gemeente achter zich. Deze
vereniging kon dankzij de grotere financiële middelen meer dan waarschijnlijk
instrumenten van goede kwaliteit kopen. In die tijd waren de
kwaliteitsinstrumenten van koper gemaakt. Omdat de muzikanten van St.-Cecilia
zich die luxe niet altijd konden permitteren, speelden ze op instrumenten van
mindere kwaliteit, op blikken instrumenten. Een Blek is dan een muzikant van
St.-Cecilia die op een instrument van mindere kwaliteit speelt. Later werd de
naam veralgemeend en uitgebreid naar alle aanhangers van St.-Cecilia Leest
(Stan Gobien in Leest in Feest.)
|