Hadt ge enig idee van de werking van mijn barmhartigheid en de middelen die ze aanwendt om zich van de zielen meester te maken! Iemand kan echt ver van Mij lijken, en nochtans, mijn speurende barmhartigheid gaat weldra aan het werk in de ziel. Vel dan ook geen oordeel, want ge weet niet wat Ik voor haar kan doen. Hoe verder ze van Mij verwijderd lijkt, des te meer heeft ze recht op uw medelijden en uw gebeden. Niet de rechtvaardigen heb Ik vrijgekocht maar de arme zondaars. De zonde is een afschuwelijke plaag waarvan mijn ongelukkige kinderen slachtoffer zijn. Gij kind, levend voorbeeld van wat mijn goedheid voor een ziel kan doen, gij moet dat meer dan anderen begrijpen. Verwar zondaar en zonde niet. De zonde moet ge haten, de zondaar te hulp komen. Daarvoor zijn gebeden en verstervingen, daarvoor is boete nodig. Dat is de enige ware naastenliefde. De mogelijkheden om ze te beoefenen ontbreken niet. Ik heb dorst naar zielen. Deel mijn dorst! Wilt ge?