Mijn laatste verslagje eindigde in Hasselt, recht tegenover het Jenevermuseum.
Er stond een foto met het onderschrift van het Speculaasmannetje
en de volgende tekst:
Quote:”Iedereen gaat aan de overkant, langs het Speculaasmannetje,
naar de eetgelegenheid.
De foto van het Speculaasmannetje wil het systeem niet aannemen!
!!=%£µçà§ §##!!! Sorry.”
Ik wil de trouwe lezer toch nog laten genieten van het Speculaasmannetje,
en doe nog een poging om dit prachtige Hasselts figuurtje door
het internet te duwen.
Het “Systeem” heeft blijkbaar berouw, en deze maal wordt de foto
wel opgenomen.
Enkele bezoekers van het jenevermuseum zie je nu eindelijk
toch naar de dis gaan.
Hun honger zal nu wel aangescherpt zijn, na al die tijd.
Nu we toch over eten en tafelen bezig zijn, kan ik maar beter
meteen doorgaan.
Vandaag doen we iets met feta, de welbekende Griekse kaas.
Hoewel ik niet zo wild ben van de Griekse keuken, zijn er toch wel
enkele dingetjes, die de moeite van het proberen waard zijn.
De gewezen Franse president Charles De Gaulle zei ooit:
”Het is moeilijk een land te regeren dat 246 soorten kaas heeft”.
In Griekenland is er nauwelijks één soort kaas.
Het land regeren zou dus een makkie moeten zijn, maar wat zien we?
De Grieken hebben vandaag geen geld meer, helaas,
maar nog wel een hoop schulden én hun fetakaas.
Feta is een klassieke ongerijpte kaas die duizenden jaren geleden al
werd gemaakt in Griekenland, Turkije en nog andere landen met
schapen en geiten.
De Griekse beschaving was in die tijd ver vooruit op de rest van de wereld.
Een van de problemen waarvoor men een beschaafde oplossing zocht,
was een methode om melkproducten lang te bewaren.
Dat was dan vooral kaas.
In Griekenland was dit probleem nijpender dan in de Franse of Zwitserse
Alpen, omdat de warmte de bewaringsduur aanzienlijk inkortte.
Met de methode van pekelen, op basis van verzadigd zout water kon men de
kaas gedurende vele maanden bewaren alvorens te worden geconsumeerd.
Dat was de oplossing.
Het is ook deze bereidingsmethode – nog altijd actueel - die de feta zijn typische
zoutsmaak en zijn vochtig uitzicht verleent, verschillend van alle andere kazen.
In het Grieks betekent feta plak, omdat deze kaas nooit in zijn geheel wordt gebruikt.
Feta is wit, normaal gesproken in de vorm van vierkante plakken, en kan variëren
van zacht tot halfhard met een prikkelende smaak die varieert van mild tot scherp.

De feta is een kruimelige, ruwe, gekorrelde kaas, zonder korst.
De Grieken zijn dol op hun kaas en zijn dan ook niet voor niets de grootste
kaasconsumenten van deze planeet.
Ze eten per hoofd van de bevolking ongeveer 15 kg feta per jaar.
TIPS!
De kazen die buiten bepaalde streken van Griekenland, of op basis van koemelk
worden vervaardigd, mogen vanaf 2007 niet langer de naam “feta” dragen.
Namaak feta komt vooral uit Oost-Europa en Turkije, en is bestemd voor export.
Volgens de Europese wetgeving mag het product geen “feta” heten omdat dat
een Grieks woord (φέτα) van oorsprong is.
Bedenk dus, als je “feta” koopt, dat het in veel gevallen van de koe afkomstig is!
De smaak is in dat geval onvoorspelbaar en kan wel enigszins tegenvallen.
In Spanje gebeurt tegenwoordig trouwens hetzelfde met de Manchego kaas.
Ook daar wordt schapen- en/of geitenmelk nu dikwijls vervangen door koemelk.
Normaal wordt feta dus best bewaard in een bokaal met pekel.
Gebruik liefst geen kaas die té lang in pekel heeft gelegen.
Deze heeft weinig smaak en is hard en moeilijk te verkruimelen.
Hetzelfde geldt voor veel vacuüm verpakte kazen.
Koop feta het liefst vers uit de pekel en, indien mogelijk,
proef hem eerst.
Hij kan eveneens in de koelkast worden bewaard in zout water
dat dagelijks wordt ververst.
Als hij te zout smaakt, leg je hem een poosje voor gebruik in melk.
Bewaar de kaas in een plastic trommel met wat pekelwater,
zodat hij niet uitdroogt.
Wegens zijn zoutsmaak (in bepaalde gevallen wordt overigens
aangeraden het zout enkele uren voor consumptie met water af
te spoelen), en op die manier is het een ideale kaas bij onder
meer salades en rauwkost.
Hij is perfect combineerbaar met bijvoorbeeld fijne kruiden en basilicum.
Met spinazie wordt hij bereid in traditionele bladerdeeggerechten, in vullingen
of op gratins. Vandaag gaan we hem zelf trouwens ook in de oven steken.
Jullie weten nu ongeveer alles over fetakaas, de behandeling, en de vervalsers.
Hoog tijd om een passend gerechtje te bereiden: gebakken paprika met feta.
Gemakkelijk en snel klaar. Mediterraan en gezond en lekker.
We beginnen met de paprikastukken, die op de bodem van een ovenschaal nog eventjes
mogen uitrusten. Broodkruim en gehakte peterselie en rozemarijn
gaan er dan zachtjes bovenop, als een knus dekentje.
ingrediënten voor 2
|
bereiding
|
een blik hele rode paprika’s
|
verwarm de oven voor op 200°
|
pezo
|
laat de paprika’s uitlekken, snijd ze in stukjes
|
2 tenen look, fijngehakt
|
schik ze in een ovenschaal, bestrooi met pezo
|
1 el gedroogde marjolein
|
schep look, kruiden, broodkruim en citroen door elkaar
|
1 el peterselie, fijngehakt
|
voeg peper toe en zoveel olie, tot het mengsel bindt
|
1 el rozemarijn, fijngehakt
|
schep het kruim over de paprika’s
|
30g (volkoren) broodkruim
|
strooi er de blokjes kaas en olijfringetjes over
|
sap van een citroen
|
bak het gerecht 15’ in de oven, tot het kruim knapperig is
|
2 el olijfolie
|
|
6 zwarte olijven, in ringetjes
|
razend lekker met lamskoteletjes
|
25g fetakaas, in blokjes van 1 cm
|
voor de grote honger: eventueel met een frisse salade
|
|
|
|
|
|
|
|
|

De feta mag nu een luchtje scheppen en wordt in fijne stukjes verdeeld.
Intussen zijn de zwarte olijfjes gesneden, en die houden zich nog even gedeisd.

Wat kan er beter passen bij deze schapenkaas dan malse lamskoteletjes?
De vraag stellen is ze beantwoorden. Vergeet de piepertjes niet te koken.
En daarmee is alles compleet, en al bijna gereed.

De kaas en de olijfjes koesteren zich in de gezellige warmte van de oven,
en na ongeveer een kwartiertje mogen ze eruit floepen.
Nog een struikje frisgroene peterselie erbovenop uit de plantenbak, en aan tafel!
Jammie, jammie.

|