Seigneur Esperen
Bij mij is het een goed perenjaar.
En verwonderlijk: er is nog nooit een jaar geweest dat
de peren zo weinig belaagd zijn geweest. Vogels en insecten zijn normaal verzot
op de zoete peren Seigneur Esperen. Direct veel schade; maar niet dus dit jaar.
Ik heb er geen verklaring voor.
Pierre-Joseph Esperen werd geboren te Gent op
29/01/1780 en overleed te Mechelen op 13/08/1847. Hij was militair in het
keizerlijke leger van Napoleon. Ook daarna bleef hij militair en bracht het in
1831 tot majoor.
In de 19 de eeuw was nieuwe perenrassen kweken
geweldig in. Esperen was zeker de succesrijkste. Hij was actief te Mechelen.
Zijn eerste succes was Soldat-Laboureur in 1820. Ook
een goede peer, doch dat boompje is bezweken.
In 1827 droeg Seigneur Esperen voor t eerst vruchten.
Bergamotte Esperen volgde in 1830. Ik heb een klein
boompje met veel kleine vruchten. Had moeten dunnen.
Josephine de Malines dateert eveneens van 1830. Mijn
boompje had twee jaar terug enkele vruchten (vorig jaar waren er helemaal geen
peren), doch dit jaar ook geen enkele.
Er volgden nog meer perenrassen.
Als pruimen kweekte hij Drap dor en Reine Claude de
Bavay (1845) waarover ik veel goeds hoorde. Bij mij deden de bomen het echter
totaal niet.
Seigneur Esperen blijft bij mij tamelijk gezond. De
boom blijft tamelijk gezond (niet teveel schurft). De vruchten hebben wit,
zoet, saprijk en smeltend vruchtvlees met aangenaam aroma. De vruchten zijn
eerder aan de kleine kant tot gemiddeld.
De peer is normaal klaar voor consumptie in de tweede
helft van september en bewaart tot oktober, zowel als eetpeer, kook- en
stoofpeer, als voor stroop en drogen. De bloeitijd valt iets later. Bestuivers
zijn o.a. Soldat Laboureur en Comtesse de Paris. Bij mij staan in de nabijheid
Beuré de Naghin en het Pillnitzras David.