MET SNELTREINVAART DOOR DE DAGEN
Foto

Foto

Inhoud blog
  • 906 - EEN CLOWN-KONTDRAAIER OP DE DANSVLOER HEEFT ALTIJD SUCCES
  • 905 - HET APENLAN D NA MEI 2024
  • 903 - DE STILTE VOOR DE STORM IS VEEL TE LUID D E E L I I
  • 903 - DE STILTE VOOR DE STORM IS VEEL TE LUID
  • 903 - DE STILTE VOOR DE STORM IS VEEL TE LUID


    Foto

    Zoeken in blog


    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     

    Zoeken in blog


    VOOR WIE GRAAG EEN EINDJE MEERIJDT
    10-02-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.D I E N S M E D E D E L I N G

    A.D. 10 februari 2013

    .

    D I E N S M E D E D E L I N G

     

    ***

     

     

    ***

     

    Uitgeteld door de stofzuiger!

    Bede niet te lachen, maar het is de rauwe werkelijkheid. Een welwillende buurvrouw, een loshangende kabel, verkeerde beweging en lap! Alles in diepe duisternis. Computer ge-crasht.

    Herstel-dienst? Dezelfde dag nog! Mama mia, daarvoor moet men niet in Berlusconi-land zijn! Op de avond van de tweede dag : het pas nieuwe ‘besturings-systeem’ wordt heringevoerd, nu nog alleen de ‘back-up’ invoeren en de Fyra kan starten. JaJa, Net als de Fyra wil het ding niet starten, tenzij op…31/12.

    Voilà, beste lezers, namens mijn buurvrouw en namens de stofzuiger, veel excuses dat jullie twee volle dagen en twee volle nachten in de kou zijn moeten bleven staan. Het zal niet meer gebeuren : de kabel zit nu klokvast en schokvrij in de muur!

     

     

    ***

     

    Maar jullie hebben recht op een toemaatje.

    Ga vlug naar

    http://www.golfbrekers.be/

    en  profiteer van het zalig gevoel om bij de eersten te zijn om het goede nieuws te vernemen. Neen, iets verklappen doe ik niet, dat zou de brave Gerda mij kwalijk kunnen nemen.

    Onthoud die naam, want hoe meer GOLFBREKERS Vlaanderen telt, hoe beter het zichzelf beschermt tegen de springtijden die ons bedreigen..

     

    ***

    (Get) AA 3AB, strijder-schrijver op rust van blog-bubbels. Hij observeert de wriemelende mensenmassa’s en licht op klaarlichte dag het gebeuren bij met een stal-lantaarn. Want hij heeft niet graag dat Breedsmoel-kikkers in zijn zonlicht komen staan.

    “Ut mien zunne, of ‘k straal joe, zei de bie”.

    10-02-2013, 09:51 geschreven door DIGITHALYS

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    08-02-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.1206 - DE DOOD IS EVEN OUD ALS DE MENS : HOE KAN DIE NU MODERN WILLEN MAKEN?

    .

    A.D. 8 februari 2013

    ***

    Wetewatje :  ANTILOOP   = middel tegen diarree

    ***

    1206 - DE DOOD IS EVEN OUD ALS DE MENS : HOE KAN DIE NU MODERN WILLEN MAKEN?

     

    ***

    Die man is zijn  roeping gemist :

     

    Had lijkbidder moeten worden.

    ***

     

    Ha die Camps! De man heeft, om erbij te horen, effe het warm water her uitgevonden. Of is het eerder een pluim steken in het gat van zijn lievelings-polletiekers? In zijn op overdrive draaiende progressieve geest, is de kern  : hoe ethischer hoe mooier. Hangt ervan af natuurlijk wat je ethisch noemt.

    Mag ik er op wijzen, dat reeds in de Wannsee-Conferentie (*) vastgelegd werd, dat de ‘Endlösung’ op een ethische manier diende te gebeuren?  ‘Vernichten ‘ en ‘cremeren’, ach het gaat allemaal zo gemakkelijk als men ’n goede socialist is! Het lost alle problemen op, ’t kost twee keer niks en vooral : het is zo gemakkelijk.

    Hugo Camps! Hij is de verpersoonlijking van de intellectuele karper-sprong. Zijn schrijfsels zijn voor mijn part zelfs een primitieve poging tot wurggreep van een ratelslangtje  die als een veer opspringt uit het nieuws van elke dag.

    En dan Di Jeanetto! Niet alleen is hij de ‘Primus inter pares’ van de Rode Regering, een beruchte homo-bar bezoeker die de rest van zijn landgenoten te schande maakt in heel de wereld. Hij wordt nu nog uitgenodigd veel verder te gaan in de ontmenselijking van de menselijke natuur. Na moord in de moederschoot, wettelijk omschreven met verhullend woordgebruik als ‘abortus’ en het homo-huwelijk, de wettelijke ‘sedatie’ of het laten  creperen van een geliefde, nu nog’ het opruimen van nutteloze eters’ (dixit Joeseh Goebbels) en het om zeep helpen  van demeterenden en van jongeren met adolescentie-problemen. Nog een geplogenheid uit Nazi-tijden….er zeep van maken.

    Echt : die Wannsee-fanaten hadden bij Camps nog veel kunnen leren! Stel U voor dat die idiote ideologie van Camps, net als Hitler of Mussolini dat deden, weer aan de macht komt!

    De publieke opinie moet nu al gekneed worden. De taal is zelfs al grondig aangepast, klant-vriendelijker geworden. Met opzet ver-waziged en omhuld met ‘omfloerst taalgebruik. Zelfmoord was al een eindje terug van ‘er een einde aan maken’ tot ‘uit het leven stappen’. Het is net als uit de trein uitstappen op het perron : van comfortabel zitten rijden tot op eigen benen gaan staan. Niets mis mee, toch!? Doet de mensen denken aan ‘uit bed stappen’. Is trouwens even simpel. Al even simpel ’n vooral even duidelijk) als uit een vliegtuig stappen op 10.000 meter hoogte. Even verstand op nul, de ogen toe, en alles is voorbij. Simpel en efficiënt, toch?! Doe dat boven de regenwouden van Zuid Amerika en de fauno beneden ruimt alles wel op. Twee vliegen in één klap!

    De 10 Geboden Gods (**): het zijn er maar 10 maar ze zijn meteen het kortste en het duidelijkste Wetboek ter wereld. Een daarvan is het beschermen van de menselijke natuur en telt slechts 4 woorden die niet mis te verstaan zijn  :”Gij zult niet doden” Men moet niet eens gedoopt zijn om dat te begrijpen!

    “Er de stekker uittrekken” : al is dat in wommige gevallen te begrijpen : het blijft, vooral op ethisch gebied : dura lex, sed lex.

     

    (*) Wannsee-Conferentie : daar bestaan weinig of geen oorspronkelijke geschreven bronnen over. Hitler en zijn Nationaal Socialistische trawanten hadden liever (zegt men) geen geschreven bewijzen tegen hen. En, eigenaardig genoeg, blijken die ineens wel te bestaan. In die geheime bijeenkomst van Nazi-prominenten werd aldus besloten tot de ‘Endlösung’, nl de massale quasi industriële uitroeiing door vergassing van geheelhet Joodse volk, met aansluitende crematie + her-gebruik van de vrij gekomen ‘grondstoffen’. Deze conferentie vond plaats op 20 januari 1942, en was bedoeld om, gezien de steeds grotere aanvoer van slachtoffers, de zaken rationeel aan te pakken…..

    (**) De Tien Geboden Gods : het is bijna een anachronisme om die in steen gekapte collectieve menselijke moraal nog verder ‘goddelijk’ te noemen. Misschien alleen al omdat ze de synthese zijn van wat goed is, en wat kwaad. Meestal maken mensen als Camps hier dezelfde denkfout : omdat ze niet passen in hun profilerings-drang, zijn ze dezzen liever kwijt dan rijk.


    ***

    Ter zake :

    Ook in de dood moet je met je tijd mee willen gaan"

    OPINIE − 07/02/13, 07u10

    ***

    CD&V-voorzitter Wouter Beke sprak laatst zijn bezorgdheid uit over het doorgeslagen aantal echtscheidingen. Hij had te doen met de kinderen uit gebroken huwelijken. Het klonk als een ethisch reveil.

    Dat mag voor een evangelische activist.

    Wat ook zou mogen is een ethische agenda voor de regering. In het economische en financiële crisisgeweld lijkt het ethische discours stilgevallen in de Wetstraat. Het is een ernstig verzuim, al helemaal van een kabinet dat voor het eerst in jaren onder leiding staat van een socialist. Elio Di Rupo zou er een erezaak van moeten maken dat hij de ethische worsteling van zijn lotgenoten verlicht, en waar mogelijk en nodig wettelijk begeleidt.

    Uit onderzoek blijkt dat mensen steeds meer voor euthanasie kiezen. Ook omdat ze de grijze zone van sedatie niet helemaal vertrouwen. De huidige euthanasiewet is een verworvenheid om fier op te zijn. Een ijkpunt voor moderne landen. Maar er is nood aan verfijning en uitbreiding. Dementerenden en minderjarigen hebben ook recht op een 'goede dood'. En er is het psychisch lijden dat misschien nog de meest ondraaglijke beschavingsziekte is.

    Terecht pleiten artsen en politici voor uiterste zorgvuldigheid. Maar ook in de dood moet je met je tijd mee willen gaan.

    Elio Di Rupo zou een ethische signatuur kunnen achterlaten.

     

     

     

    ***

     

    Kijk, met de 10 Geboden, al dan niet goddelijk, is het lijk met stelen. Men laat het ‘stelen en bedriegen’, niet omdat het eventueel zou kunnen uitkomen en bestraft worden, maar uit overtuiging. Eenmaal die overtuiging bediscussieerbaar is, wordt stelen, ’t zij groot ’t zij klein, een dagelijkse routine en zijn de grenzen opgeruimd. Het gaat altijd van kwaad naar erger. Elke dief is meteen (om bestraffing te vermijden,) bij definitie ook een potentiele moordenaar.

    Naast ‘stelen en bedriegen’ zijn er nog 9 andere geboden, die beetje bij beetje afgevoerd zijn. Ik hoef hier niet verder te preken : lees de krant, luister naar Het Nieuws en ge leert ze dagelijks allemaal kennen.

    Niet dat het anders allemaal zoveel beter zou zijn, maar het doet goed nu en dan eens vaste grond onder de voeten te krijgen. Mensen als Camps zouden we dus eerder dankbaar moeten zijn : ze zijn het clair-obscur schilderij die de dagelijkse contrasten beter doen uitkomen…..

    Pssst : Camps zijn gebeden zijn verhoord, verneem ik in laatste instantie : de Vlinder-Regering heeft een Wet in de maak over het ‘recht’ van eenieder om een ‘Lijfkaatt’ aan te leggen. Weeral een nieuw Woord van het Jaar! Het is een soort testament, niet voor de Notaris, maar voor de Dokter aan Uw ziekbed. Op die ‘kaart’ staan (in code?) uw wensen voor geval dat. Geen be-adelingstoestel, geen sonde-voeding, enz. Zich aanbieden (of laten aanbieden) met Identiteitskaart, Sim-kaarf en Lijfkaart.

     

    ***

    (Get) AA 3AB, strijder-schrijver op rust van blog-bubbels. Hij observeert de wriemelende mensenmassa’s en licht op klaarlichte dag het gebeuren bij met een stal-lantaarn. Want hij heeft niet graag dat Breedsmoel-kikkers in zijn zonlicht komen staan.

    “Ut mien zunne, of ‘k straal joe, zei de bie”.

    08-02-2013, 07:45 geschreven door DIGITHALYS

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    07-02-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.1205 - MET 7-MIJLS LAARZEN COPERNICUS VOORBIJ

    .

    1205 - MET 7-MIJLS LAARZEN COPERNICUS VOORBIJ

     

    ***

     

    ***

     

    Laten we elkaar geen Liesbeeth (*) noemen : zeven-mijls laarzen zijn niet gemaakt om, zoals de persoon van deze afbeelding, te liggen wachten tot de gebraden kwartels U in de mond vallen. Zullen we op deze blog dus ook niet doen. Nu nog minder dan ooit!

    De kampen beginnen zich met de dag duidelijker af te tekenen  en het ziet er goed uit (**) : allen tegen één, met als eind-doe voor onsl, de ‘coperniocaanse revolutie’ ver achter ons te laten. De tenoren van iedere partij betrekken nu al hun definitieve hun stellingen en be-oefenen de edele sport van het spierballen-laten-rollen-spel. Die ène partij speelt op ‘overmoed’ en al de anderen lopen in de val, niet beseffend dat ze, door gezamenlijk storm te lopen tegen de wallen van de V-partijen, deze juist daardoor, al maar dikker en sterker maken. Nu ik het zò stel, besef ik ineens dat ze geen andere keuze hebben. Nu nog een Romeinse spreuk, zoals ‘Divide et impera’ er tegenaan gooien, en de klus is zo goed als geklaard. In strategische termen heet dat de vijand de strijd opdringen. Waarlijk een geniale zet voor wie zich dat kan permitteren!

    Als men daarbij maar, net als in het schaken, de Koning niet uit het oog verliest, om van hem bijvoorbeeld, een loper te  maken….

    (*) Zie onderaan.

    (¨¨) In 2014 zullen er zowel regionale, federale als Europese verkiezingen plaats hebben.

    ***

    Ter zake :

    Paul Magnette zegt wat De Wever wil horen

    Door de Rode Lantaarn van Sankt Pauli

    ***

    Indien de PS per definitie ‘non’ zou zeggen tegen een federale onderhandeling met de N-VA, geeft ze die partij elk alibi om ‘copernicaanse’ stappen te zetten, zelfs buiten of in de marge van het federale kader.

     De lawine aan reacties op de uitspraak van Bart De Wever in De Standaard dat hij geen voorstander is van homo’s met regenboog-T-shirts aan een Antwerps stadsloket, deed het interview ondersneeuwen met de nieuwe PS-voorzitter, Paul Magnette, in De Morgen. Dat komt wellicht omdat de media geen twéé De Wever- of N-VA-rellen in één weekend aankunnen, want Magnettes woorden zijn voor meer dan één interpretatie vatbaar.

    Ook al wenst SP.A-vicepremier Johan Vande Lanotte zo vurig dat de regeringspartijen vooral zouden zwijgen over de N-VA, Magnette doet niet anders. Het begint met de kop ‘N-VA vertelt cafépraat’, en het loopt (bijna) een hele pagina door. De PS-voorzitter is duidelijk: ook na 2014 zal er níét met de N-VA geregeerd worden. Al laat hij uitschijnen dat dit alleen door de houding van de N-VA komt: ‘Mensen stemmen voor De Wever omdat ze weten dat hij toch niet gaat besturen’, zegt hij. ‘Hun vijand is het federale niveau.’ Maar de achterzijde van die redenering is dus: de federale coalitievorming van 2014 zal er dus één zonder De Wever zijn.

    N-VA incontournable

    En dat is natuurlijk de boodschap die Bart De Wever wil horen: de PS die nu al laat verstaan dat het zonder N-VA zal zijn, ongeacht de uitslag van de verkiezingen in 2014. En hoewel Magnette ook uit eigen ervaring spreekt – het was bepaald niet met de grootste appetijt dat de N-VA tijdens de voorbije regeringsvorming mee aan tafel zat – toch lijkt hij in de loop van het gesprek één aspect van 2014 over het hoofd te hebben gezien. Doordat regionale en federale verkiezingen samenvallen, is de kans bijzonder groot dat de verschillende partijhoofdkwartieren gaan streven naar ‘homogene’ coalities: de partijen die in Vlaanderen de regering vormen, zullen de logische partners zijn voor de federale regeringsvorming. En voor Franstalig België geldt precies hetzelfde.

    Dus als de N-VA incontournable zal zijn voor Vlaanderen – en die kans is reëel –, is ze dat ook voor België. Ander is er niet alleen geen Belgische maar ook geen Vlaamse regering. En indien de PS per definitie ‘non’ zou zeggen tegen een federale onderhandeling met de N-VA, geeft ze die partij elk alibi om ‘copernicaanse’ stappen te zetten, zelfs buiten of in de marge van het federale kader.

    Maar dat alles hangt natuurlijk van de kiezer af. Die geeft zijn stem, die schudt de kaarten. Die bepaalt hoe belangrijk de N-VA en de PS zullen zijn, of net niet. Of bepaalde partijen samen zoveel mogelijk slagen zullen proberen te halen, of er ééntje alleen gaat voor ‘miserie op tafel’.

    ***

    De Geschiedenis staat bol van de verschrikkelijkste veldslagen met de meest onverwachte uitslagen. Denk aan Groeninghe…..

    Wie goed opgelet heeft in klas, weet nog alles over Clovis, de heidense Koning der Franken, en Clothildis, zijn zeer Christelijke vrouw. Waarheid of verzinsel : voor de strijd begon sprak hij tot de aanwezige reporters deze gevleugelde woorden, die aldus tot ons zijn gekomen : “God van Clothildis, indien Ge mij de overwinning schenkt, zal ik mij bekeren’. Wat prompt geschiedde. Want Clothildis was een Vlaams-Bourgondische boerendochter, afkomstig van Desselgem, (West Vlaanderen) in een U-bocht van de Leie, heden ten dage gekend als Lambrechts Hof, waar tot na de Franse Revolutie, de Vierschaar gevestigd was.

    Er is ook nog een ander verhaal, waarschijnlijk uit een meer Linxe bron, die verhaalt hoe Clovis aan de rand van het bos een edel-hert zag verschijnen, met een vlammend kruis tussen de horens. Ook dat was een niet-mis te verstane boodschap.

    Het probleem in de moderne tijd is, dat er geen God meer bestaat om zich naartoe te wenden om hulp. Bij Magnette moet dat zo iets zijn  als ‘Il ne sait plus a quel Dieu se vouer’, want als Vrijmetselaar en Franstalige heeft hij alleen nog François Hollande die in Mali een verzameling Moslim-negers verslaat. BDW daarentegen kan, samen met zijn Liz-a-Bed, koppel vormen voor een nieuw standbeeld in Brugge als Pieter DeConick en Jan Breydel.

    Dat laatste durf ik alleen kwijt, omdat den Bart zelf onlangs gewaagde van ‘zware problemen in de private sfeer’…Reden waarvoor hij Pim Fortuyn ter sprake bracht, zegt hij.

    Maar je moet niet alles geloven wat de mensen zeggen. Ook dat Desselgems verhaal over Clovis en Clothildis is volgens mij plaatselijke legende, in stand gehouden door dappere jongens van de Heemkundige Kring aldaar.Zaken dus uit een ver verleden, die oncontroleerbaar zijn.

    Wat wel controleerbaar is, is de recente geschiedenis ‘Mei ’40) van de Gevechten aan de Leie op die plaats. U kunt er niet naast kijken : op die plaats sneuvelden tevergeefs vele tientallen jonge mannen om die paar morzels vaderlandse grond te verdedigen. Als herinnering staat  daar nu in een haakse bocht van de weg, een patser-voertuig van onbekende afstamming. Hij staat daar op een enorm goed zichtbare maar verkeerde plaats. De verdedigers zaten namelijk aan de overkant. Zo dat de tank de facto het aanvallende Duitse leger uitbeeldt.

    JaJa, met glazen bollen en met gedenktekens moet men oppassen! Voor ge ’t weet, zit ge verkeerd!

     

    ***

    (Get) AA 3AB, strijder-schrijver op rust van blog-bubbels. Hij observeert de wriemelende mensenmassa’s en licht op klaarlichte dag het gebeuren bij met een stal-lantaarn. Want hij heeft niet graag dat Breedsmoel-kikkers in zijn zonlicht komen staan.

    “Ut mien zunne, of ‘k straal joe, zei de bie”.

    07-02-2013, 16:29 geschreven door DIGITHALYS

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.1204 - DE JUISTE TICTAC VOOR 2014

    Wetewatje :VERTROUWEN = op een afgelegen plaats trouwen.

    .

    1204  - DE JUISTE TICTAC VOOR 2014

     

    ***

    Niks mis met het cordon sanitaire?!

     

    Het is alleen een IJzeren Gordijn op Belgen-maat.

    ***

     

    Nog maar eens Marc Grammens (her onder) de vrije hand gegeven. Deze keer over Donderleeuw, dat terug Denderleeuw mag genoemd worden, nu alles (?) terug in de gewone plooi is gevallen.

    Ik breng dit artikel over de afgeknaagde knuist dat het nieuws uit Denderleeuw geworden is, om twee redenen. Primo omdat het zeer frappante details brengt over de plaatselijke toestanden, en secondo wegens de bredere contouren (in de laatste alinea’s) over het reilen en zeilen van dat sovjet-achtige ‘cordon sanitaire’.

    Als tweede luik over de tic-tac van de partij-politieke spelletjes voor Mei 2014 volgt vandaag nog een stukje over BDW en Magnette in Knack, met daarin de onvergetelijke

    Rode Lantaarn van Sankt Pauli….

    ***

    Dat van die rode lantaarn is ’n versregel uit de schlager-tijd van rond WO II, precies even ouboliig als de ideologie van de in hart en nieren gebleven fanaticus van een De Morgen-journalist die Walter Pauli nog altijd is.

    Of, om het met BDW te zeggen : Walter, zet die plaot af!

     

    ***

    Ter zake :

    Vlaams Belang niet te gauw afschrijven

    En toen was er Denderleeuw. Een vergeten dorp, schijnbaar zonder verleden, maar met een uiterlijk bezienswaardige oude kerk op een heuvel aan de Dender, tegenover de kerk van Liedekerke. Het oude dorp is weg. In de negentiende eeuw kreeg het een voornaam treinsta¬tion, op het punt waar de lijnen uit Brussel opsplitsen naar Aalst-Gent, Zottegem-Oudenaarde-Kortrijk en Geraardsbergen-Edingen. Door dat station werd het dorp een slaapzaal voor huishoud- en bediendenpersoneel en voor bouwvakkers die dagelijks naar Brussel trokken. Vandaar vele eentonige “arbeidershuisjes” uit de periode van Arm Vlaanderen. In het station dichtte Guido Gezelle een ode aan de trein, die er in marmer gebeiteld de reiziger een onverwachte poëtische afleiding biedt. Door de schuld van het station werd Denderleeuw tijdens de Wereldoorlogen gebombardeerd: als er ergens tussen de “arbeiderswoningen” iets staat dat niet in de rij thuishoort, weet dan: hier is ooit een bom gevallen, die mensen in hun slaap of in hun kelder heeft verrast en de dood heeft ingesleurd.

    Jonge gezinnen willen in die oude huizen niet meer wonen, en trekken naar de rand van het dorp en naar omliggende groene gemeenten. Hun plaats werd ingenomen door in hoofdzaak uit donker Afrika afkomstige vreemdelingen, die heel snel (we zagen de bevolking onder onze ogen van kleur verschieten, maar beseften het pas als het gebeurd was) uitgroeiden tot één op acht van de bevolking, overigens gekoncentreerd in de straten waaruit de armoede de reiziger nog tegemoet springt.

    De Afrikanen zijn hier, evenmin als elders in de door hen wegens de goede spoorverbindingen uitverkoren Denderstreek (Aalst, Liedekerke) welkom. De bevolking ondergaat met tegenzin hun aanwezigheid. Dit is een streek waar aanvankelijk het Vlaams Blok/Belang met het vreemdelingentema elektoraal sukses boekte, maar toen dat zonder politiek effekt bleef en enkele tenoren de partij verlaten hadden, schakelde men over naar de N-VA, die met ferme sprongen op 14 oktober 2012 vooruitging in Liedekerke en Aalst, maar in Denderleeuw moest toelaten dat het Vlaams Belang nog drie van zijn vier zetels in de gemeenteraad behield. De andere partij¬en waren het over bijna alles onderling oneens, doch familie- en vriendschapsbanden zorgden ervoor dat CD&V en N-VA samenklitten (11 zetels) en SP en VLD van hun kant ook (eveneens 11 zetels). Vlaams Belang zat op de wip met zijn drie zetels. Oude grieven beletten dat de bondgenootschappen uit elkaar vielen. Burge¬meester Fonck (SP) is populair maar het vertrouwen kwijt wegens te veel handigheidjes tijdens de vorige legislatuur. “Het klimaat is verzuurd,” aldus Herman de Croo, die probeerde de plaatselijke VLD ertoe aan te zetten met CD&V scheep te gaan (in De Morgen, 7.1.13). Resultaat: de drie VB-verkozenen zouden tegenover CD&V en N-VA een gedoogbeleid voeren, die deze coalitie aan de macht bracht.

    Luid protest alom: het “cordon sanitaire” werd doorbroken! De journalistieke meute uit binnen- en buitenland overspoelde Denderleeuw, tot afgrijzen van de bevolking, die alles wilde maar niet dit, en vooral niet een dorpsplein onder bezetting van zwaar bewapende politie met water¬kanon om eventuele betogingen uiteen te drijven. De gebruikelijke onzin was niet ver weg. Uittredend SP-sche- pen Yves de Smet herinnerde (in Gazet van Antwerpen, 10.1.13) aan ... het Duitse bombardement van 9 november 1918 (niet aan de geallieerde bombardementen uit de volgende oorlog). Ietwat aktueler: in december 2012 kreeg Denderleeuw tien gewapende overvallen te verwerken, “telkens door mensen met een kleur”. De reporter van Gazet van Antwerpen (9.1.13) is de enige die zwaar beklemtoont dat Denderleeuw tegen het “cordon sanitaire” is.

    Er bestaat in Denderleeuw weinig animo voor het “cordon”, evenmin trouwens als in de rest van Vlaanderen. De laatste peilingen zijn wat gedateerd. In 2006 wilde 52 procent van de CD&V-kiezers dat het Vlaams Belang in bestuurscoalities werd opgenomen (Het Laatste Nieuws, 18.2.06), wilde 71 procent van de lezers van De Standaard (15.3.06) dat het “cordon” werd doorbroken, en was dit de wens van 7 op 10 Vlaamse ondernemers {De Tijd, 16.9.06).

    Deze cijfers liggen vandaag ongetwijfeld nog hoger. Het “cordon” wordt niet door de volkswil maar door de ambitie van linkse politici in stand gehouden. Ten onrechte gebruiken ze ter verdediging ervan een moreel discours, want ze zien wel de splinter in andermans oog, maar niet de balk in het eigen oog. Ze veroordelen het Vlaams Belang wegens “uitsluiting” van vreemdelingen - hoewel voorzitter Gerolf Annemans, ondermeer in Gazet van Antwerpen, 12.1.12, daar nadrukkelijk afstand van neemt -, maar eisen zelf de drastische uitsluiting uit de politieke samenleving van hun VB-medemensen, zodoende het begrip “uitsluiting” zelf banaliserend, wat iedere rechtzinnige demokraat een wrange nasmaak geeft. “Principieel is het onjuist, in een demokratische rechtsorde een deel van het eiektoraat buiten spel te zetten” (Streven, september 2000). I

    n Dender¬leeuw treft men buiten de SP niet veel mensen meer aan die het daarmee niet eens zijn. Zij keren zich tegen een verderfelijk klimaat van vijandigheid jegens mensen met een andere politieke overtuiging. De pretentie van de socialisten, dat zij met hun “cordon”-ideologie de enige ware demokraten zijn, vindt geen gehoor buiten de eigen kring: het is de meeste mensen te hypokriet, te arrogant, te zelfgenoegzaam. Echter, “als het cordon sanitaire steeds minder aanhangers telt, dan blijven hun politieke leiders er zich hardnekkig aan vastklampen” (Jos de Man, in TeKos, 2003 nr. 1).

    Ook N-VA klampt zich daar aan vast. Waarom? Opportunisme? Omdat, zoals in die kringen wel eens gezegd wordt, elke partij die met het Vlaams Belang scheep gaat, haar eigen doodvonnis tekent? Dus, uit kapitulatie - nog voor de strijd werd gevoerd - voor Belgische belangen? “In mijn partij pleit niemand voor samenwerking met het Vlaams Belang” (Vlaams parlementsvoorzitter Jan Peumans, N-VA, in Knack, 10.2.10). Gaat de N-VA in 2014 de frontale strijd aan met België - dat immers is de algemene verwachting -, en tegelijkertijd met het Vlaams Belang, die onder de onlangs vernieuwde leiding van zijn kant ook alles zal zetten op de strijd tegen België, en niet meer op het vreemdelingenvraagstuk, zoals Gerolf Anne¬mans duidelijk te kennen geeft (het zeventigpunten-plan “is afgevoerd”, “sta ik er nog achter? Neen”, aldus Anne-mans, in Gazet van Antwerpen, 12.1.12). In welke bocht zal N-VA zich wringen als Annemans in 2014 uitpakt met bijvoorbeeld de slogan: “zorgt ervoor dat N-VA én VB samen een meerderheid halen om het zelfbestuur van Vlaanderen tot stand te brengen”?

     

     

    ***

     

    Ik geloof dar zowel Aalst als Denderleeuw als test-case kunnen gelden voor de volgende jaren : groeiende misnoegdheid onder de bevolking die de Brusselse ‘stoelgang’ moet verwerken, groeiende misnoegdheid bij de partij-leidigen wegens die ‘balorigheid’, enz.

    Hier geldt niet het aloude adagio ‘Cherchez la Femme’, maar ‘Cherchez la peur’

    Het is nochtans eenvoudig : net als bij het grootbrengen van een eigen kind, of bij ’t begin van een relatie : in ’t begin is ’t om doen! Voor halve wilden moet dat ietwat krachtdadiger worden uitgedrukt. Law & Order : afgemeten,  geteld en gewogen tot op de milligram. Rond-lumlmelaars ’n bezigheids-terapie geven, desnoods fietspaden, straat-meubilair, graskanten en grachten blijvend onderhouden, dagelijkse politie-controle aan huis van vreemdelingen, om zodoende criminalieit aan de bron op te sporen, schoolplicht rigoureus controleren, stempel-controle terug invoeren (belet zwartwerk) , enz. Eigenlijk bedoel ik : op de rand af duidelijk maken dat vreemdelingen ongewenst zijn, behalve zij die zich weten te gedragen. Indien sommigen wensen hun eigen cultuur te beleven : hen uitleggen dat ze dat best in eigen land kunnen doen.

    Maar nu de integratie mislukt is, moet er, in ’t belang van de eigen bevolking en van zij die wèl geassimileerd zijn, een inhaal-beweging op gang gebracht worden. Het is dàt, of het hele grondgebied volbouwen met ‘penitentiaire inrichtingen’.

    Bewijs : de hedendaagse overbevolking in de criminele sector, in of buiten de gevangeis-muren..

     

    ***

    (Get) AA 3AB, strijder-schrijver op rust van blog-bubbels. Hij observeert de wriemelende mensenmassa’s en licht op klaarlichte dag het gebeuren bij met een stal-lantaarn. Want hij heeft niet graag dat Breedsmoel-kikkers in zijn zonlicht komen staan.

    “Ut mien zunne, of ‘k straal joe, zei de bie”.

    07-02-2013, 13:30 geschreven door DIGITHALYS

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    06-02-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.CARTOON-REEKS IN OPDRACHT

     

    ***

    CARTOON-REEKS IN OPDRACHT

     

    Over de kwaliteit van onze wetten 



    Na de 4
    de of de 5de probatie

     

    ***

    06-02-2013, 18:01 geschreven door DIGITHALYS

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.1203 - MET ERNEST CLAES VOOR HET OPEN HAARDVUUR

    .

    1203 - MET ERNEST CLAES VOOR HET OPEN HAARDVUUR

    (slot)

     

    Het Iepers vol-automatscih weefgetouw van Picanol

     

    Sterker (en vlugger) dan het Zwitsers precisie-werk Dürer. In de jaren ’60 bediende 1 wever max 4 stuks. Nu stond hij tot voor kort aan 30 stuks. Sedertdien zijn er zo goed als geen weverijen meer. Delocatie, heet dat.

    ***

     

    Wat voorafging.

    Als ‘onafhankelijk journalist’ met ilichaamseigen afkeer voor onvaderlands gedrag’ ‘zolas Yves Desmet van de De Morgen) ging G. Van Hasselt op zoek naar kopij. Die moest, volgens de hoofd-redacteur van de krant, lichtvoetiger zijn, ja zelfs humoristich. Slachtoffer van de anti-Vlaamse tijdsgeest zonder maat of getal, belandt de man in de mallemolen van de repressie.

     

     

    ***

    Ter zake :

     V

    Ik zal kort zijn. Hoe ik die avond thuis kwam, hoe ik met mijn afschuwelijke baard en mijn lang haar door mijn vrouw en mijn kinderen - de kleinste begon te huilen van schrik - ontvangen werd, hoe mijn vrouw mij verweet dat ik nu wel zag waartoe al mijn geschrijf mij gebracht had, hoe ik voor de tweede maal ernstig aan zelfmoord dacht, - neen, het is te droevig om dat hier neer te schrijven, ik heb er de moed niet toe, het maakt me half krankzinnig wanneer ik er aan denk.

    Mijn eerste werk na mijn thuiskomst was aan de hoofdredacteur van de krant te schrijven dat het gerecht eindelijk had ingezien dat mij onrecht was aangedaan, dat mijn geval geëindigd was met ‘classé sans suite’ - (over burgerrechten sprak ik niet) - en dat ik mij bereid hield om onmiddellijk mijn taak in de redactie weer op te nemen met meer ijver dan ooit. Een ogenblik dacht ik er aan er als conditie bij te voegen dat ik niet meer wilde belast worden met ‘humoristische schetsen’, maar ik deed het niet. Ik wachtte met ongeduld op het antwoord. Het kwam acht dagen later, van de redactie-secretaris Huyghelen, die mij in een paar korte en koele regels liet weten, dat de redactie tot haar spijt niet verder van mijn diensten kon gebruik maken.

    Ik trok ’s anderendaags naar de krant, woedend, ik zat er een uur in het wachtkamertje waar ik zelf zo dikwijls vaders en moeders of kinderen van incivieken had laten wachten om ze daarna ongehoord te laten vertrekken. Hetzelfde gebeurde nu met mij. Een bureeljongen kwam mij astrantig zeggen dat de hoofdredacteur geen tijd had om me te ontvangen en verder voor mij niets kon doen. Ik wachtte beneden op straat tot mijn collega en vriend Breugelmans buitenkwam. Met rood verlegen gezicht gaf hij mij de hand. Ik liep langs hem op en vertelde hem alles, alles, in ’t lang en in ’t breed. Hij zweeg. Ik werd gewaar dat hij beschaamd was naast mij te lopen. Op de Place de Brouckère stapte hij ineens op de tram en zegde: ‘Ja, Geert, maar daar zal toch wel iets van waar zijn’.

    Ik schreef ’s anderendaags aan een andere krant, ik schreef aan alle kranten, en kreeg van niemand een antwoord. Mijn loopbaan als journalist was ten einde.

    Ondertussen werd ik elke dag rond vier uur vereerd met het bezoek van een politie-agent, altijd dezelfde. Telkens als er om die tijd gebeld werd sprong mijn vrouw verschrikt recht, werd doodsbleek, en was op het punt een zenuwcrisis te krijgen. Ik moest in de gang komen om mij te laten zien. De agent bekeek me even, en nog voor ik iets kon vragen zegde hij: ‘C’est bon!’ en was weg. Door mijn eigen domme schuld heeft dat politiebezoek veertien dagen langer geduurd dan het van rechtswege nodig was. Het moest inderdaad, zoals ik naderhand vernam, na acht dagen afgelopen zijn. Maar ik beging de dwaasheid de vierde dag aan die agent een borrel en een sigaar aan te bieden, met de hoop dat niet elke dag meer zou komen. Maar hij kwam wel elke dag, en mij docht met nog meer plichtsbesef, en daar ik, hem eenmaal had getrakteerd was er geen reden om dat de volgende keren ok niet te doen. Hij bleef er trouwens staan op wachten. Na acht dagen is de loebas blijven komen, zonder iets te zeggen, alleen om die borrel en die sigaar. Hij hiet Laureyssens. Hij heeft me zelfs een lange historie verteld over de twee zonen van zijn zuster ‘die ook in de bak hadden gezeten, mijnheer’. Als troost.

    Ik kreeg uitsluitend bezoek van incivieken, en het waren er dan nog van de gemeenste soort. Ze spraken mij aan als hun kameraad. Ze waren allemaal zeer hoffelijk voor mijn vrouw die daaraan zeer gevoelig was en die daardoor ook stilaan inciviek begon te voelen. Bijna niemand in onze straat groet mij nog, en als ik achter mijn raam sta kan ik zien dat vele voorbijgangers met misprijzende achterdocht naar mijn voordeur kijken. Op een maandagmorgen, na een vaderlands feest daags te voren, waren er met pek drie hakenkruisen op mijn gevel geschilderd. Ge kunt het nog altijd zien.

    Die zelfde dag heb ik De Vulgaire Geschiedenis van Charelke Dop uit mijn boekenkast gerukt, ik heb het werk wel in duizend snippers gescheurd, ik heb er met razende tanden in gebeten, ik heb op de stukken gestampt, er op gespuwd, en daarna alles - niet in de papiermand - in de vuilnisbak gegooid. En had ik die Ernest Claes op dit ogenblik onder handen gekregen… Want hij met zijn Charelke Dop draagt de schuld dat ik een humoristische schets heb willen schrijven en dat ik nu met sigaren leur.

    Want ik leur met sigaren. Op een morgen verliet ik mijn huis met een zwaar valies. Ik heb klanten gezocht en gevonden, eerst te Brussel, dan verder, en nu reis ik door heel het land. Maar al mijn klanten zijn incivieken.

    Ik heb maar een enkele keer affronten opgelopen. Ik had vernomen dat de neef van mijnheer Van Casteren, de directeur van de drukkerij, mijn plaats gekregen had in de redactie. Die neef was tijdens de oorlog hevig Rexist en had zelfs aan een blad van de nieuwe orde meegewerkt. Dat weet ik beslist. Ik dacht: die zal zeker wat van me kopen. Maar ja wel. Ik stond met mijn valies in de gang, en van op de trap riep hij: ‘Hier komen geen incivieken in huis!’ en hij wees naar de deur. Moet ge daar schurk voor zijn.

    Natuurlijk spreek ik met geen van mijn klanten over de Résistance. Bij de ene laat ik halvelings verstaan dat ik zo iets als Todt of N.S.K.K. ben geweest, bij de ander dat ik zo min of meer aan Le Soir volé had meegewerkt, en toen ik op een schone dag aan een dokter liet horen dat ‘Legioen Vlaanderen’ mij niet helemaal vreemd was, kocht die dadelijk vier kistjes van mijn duurste sigaren. En zelf rookte hij niet.

    Een fabrikant te Kortrijk vroeg mij eens, terwijl ik hem mijn waar aanbood, of ik een bewijs van burgertrouw had. Ietwat verrast en verlegen antwoordde ik neen, en ik maakte mij reeds klaar om onverrichterzake weg te gaan. ‘Dat is maar gelukkig’, zegde hij toen. ‘Waarom?’ vroeg ik. ‘Wel, zegde hij, die met hun certificat de civisme hebben gewoonlijk iets te verbergen, ik betrouw ze niet, ik heb er geen een in mijn zaak.’ Hij kocht twee kistjes van vijftig en ik moest iedere maand terugkomen.

    En het gaat zo stilaan. Ik verdien een schamel stuk brood. Ik heb nu overal vaste klanten.

    Daar zijn plaatsen waar ik bijna huis voor huis welwillend ontvangen word. Want wij incivieken zijn veel talrijker dan iemand weet

    ***

     

    Als Vlaming met een uitgespoken mening, ‘de sigaar zijn’ is iets  waarvan ik de kanteling meen te hebben meegemaakt.

    De ‘réputé’ die mij in de brache introduceerde was een crack met gevestigde reputatie zowel in het Gentse als in de provincie. Zijn deel van de clientèle (God hebben hunne zielen) was franskiljon, mijn deel (O- & West Vlaanderen + uitgeweken streekgenoten verspreid over het hele land). Die waren niks, niet eens bewuste Belgen. Hadden ze gewoon geen tijd voor. Ze werkten. En speelden met de duiven, die ze soms verkochten aan de Jappen voor veel geld. Ze stampten, naarmate eerst het vlas, en later de textiel om zeep ging, almaar door nieuwe bedrijven of bedrijfjes uit de grond. Eenmaal die oudere collega ermee gestopt was, werd zijn clientèle mijn deel. Franse doe-doe en Franse chi-chi, daar niet van. Een beetje de omgeving van Krol Declercq. Maar nooit één verkeerd woord over de politiek. Maar ik zag wel het respect in hun ogen groeien, vooral bij de opvolgende generatie die bij hen de teugels overnam. Ook verliep de conversatie stilaan meer en meer naar het dialect (van hun kant) door ons (collectief) correct in Algemeen Nederlands gehouden. Het was de tijd, dat de Balans-Centrale geen Jaarrekeningen in ’t Frans meer wilde aanvaarden. Conversatie weliswaar in ’t Nederlands, maar altijd verder met de typische termen in ’t Fransoos. Nen bilan, dat was ‘de balas’, Verlies & Winstrekening bleef ‘Compte Pertes & Profits’ want die dingen zaten er diep in. Ook bij mij, wegens het lidmaatschap van een Franstalige Brusselse beroeps-vereniging, waar ik niet de enige Vlaming was trouwens. Enfin, ‘Gouverner c’est prévoir’, dat is een principe die ook geldt in de zakenwereld….

    Hoe dikwijls ik de opgang van ‘Boer Clercq’ (Beaulieu) hen moeten uit de doeken doen, terwijl Depoorter/Aalbeke failliet ging, weet ik niet.  Boer Clercq op prospectie in Londen, samen met Mr x, bedrijfs-boekhouder bij Unilin, die Engels sprak. Maar zijn ‘truc de paysans vonden ze goddelijk : omzet, die hij als beginnend taijt-fabrikant die met zijn madam zo wat weefde in ‘t kiekenkot, niet aankon, verkopen tegen de sterren op, en dan later thuis, familie, vrienden en kennissen aanspreken om in hun leegstaande vlas-schiren weefgetouwen te zetten en de weefstiel te leren. Boer Clercq garandeerde hun productie, en wat meer was, hij garandeerde bij de banken hun nieuwe in vesteringen. Waarbij vanzelfsprekend ook nog iets verdiend werd. Heel de streek werkte dag en nacht. Iedereen was zelfstandig (tot grote woede van de collega-fabrikanten die verstikten onder de sociale wetgevingen), hun eigen baas zijnde. De lucht daverde van de heen-en weer vliegende schietspoelen.

    De Gentse spinnerijen, weverijen en apprêt-farikanten sloten de een na de ander de deuren.

    Als ik daaraan denk, dan heb ik compassie met figuren als Kis Peeters. Geen het land 10 ‘Boer Clercqs’ (of Leon Bekaerts) en de recessie slaat op de vlucht lijk de Franskiljons voor de werkkracht van de Vlaamse Leeuwen.

    Het troost mij dan ook enorm, als ik in de streek terugkom, en de jonge garde bezig zie en hoor. Ik weet dat ze de zonen (en dochters) zijn van de generatie waarmee ik heb mogen werken, maar nu hoor ik Engels, en zelfs Russisch in hun burelen.

    Er is er zelfs ene bij, die per computer geweven, onze Vlaamse Primitieven als wantapijt verkoopt. Zowel op cataloog als in de toonzaal kunt U kiezen tussen een winterlandschap van Pieter Bruegel, de Mona Lisa of een Caravaggio. You name it. Ge betaalt de afgesproken prijs voor het meesterwerk van Uw keuze, en het wordt U met pakjesdienst over de hele wereld toegestuurd. De na-maker wordt met dwangarbeid bestraft, staat op de rugzijde in wel 10 talen….

    De werkkrachten? ’s Morgens om 8 uur slibt de afrit op de E17 Afrit Waregem, toe met Franse nummerplaten. Grensarbeiders. Moeskroen, Pecq of Orroir liggen korterbij, maar netto verdienen de Walen meer door te gaan doppen, dan te komen werken in de Vlaanders.

    Goe bezig, noemen wij dat.

     

    ***

    (Get) AA 3AB, strijder-schrijver op rust van blog-bubbels. Hij observeert de wriemelende mensenmassa’s en licht op klaarlichte dag het gebeuren bij met een stal-lantaarn. Want hij heeft niet graag dat Breedsmoel-kikkers in zijn zonlicht komen staan.

    “Ut mien zunne, of ‘k straal joe, zei de bie”.

    06-02-2013, 17:42 geschreven door DIGITHALYS

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.1202 - ERNEST CLAES IN ONZE DAGEN

    Wetewatje :  POLITIKUS  = zoen van een politieagent

    .

    1202 - ERNEST CLAES IN ONZE DAGEN

     

    Politie-bescherming

     

    Zo lang de Geert niet staat-bedreigend wordt.

    ***

     

    Het is niet simpel om aan een normale maatschappij uit te leggen hoe de niet-normale maatschappij van na  Wereldoorlog II juist heeft gefunctioneerd. Van hoog tot laag en in alle schakeringen van grijs, van hel-wit ot pik-zwart, met zeer persoonlijke nuances : niemand beter dan Ernest Claes heeft dat kunnen weergeven. Bijna met eerbied voor elke gezindheid voorgedragen

    Hieronder vindt U een benaderende schets van dezelfde situatie in een hedendaags kleedje. Met, uiteraard, De Morgenals sleche verliezer.

    ***

    Ter attentie van BDW : een beetje serieus blijven, hé!  Sedert gij uit de schaduw van Leterminator zijt getreden, heb ik U op deze blog gewaarschuwd :  België (Het Hof/La Cour?) treedt niet terug voor een paar moorden meer of minder. Het is vriendelijk dat ge verwijst naar het buitenland (Pim Fortuyn), maar U hoefde heus niet zover te gaan. Nog in 1951, bij de Troonsbestijging van Boudewijn I, werd ‘n senator in zijn eigen voordeur neergekogeld, omdat hij (Julien Lahaut) in het Parlement had uitgeroepen: Vive la République… Leterminator overleefde trouwens ter nauwer nood een aanslag op zijn leven met…ratten-vergift.

     

    ***

    Ter zake :

    Iets wat 'die man' nog graag wilde zeggen aan Bart De Wever

    OPINIE − 06/02/13, 07u29

    ***

    Als hij erbij had mogen zitten, maar dat mocht hij niet, had Yves Desmet toch een paar kleine opmerkingen willen maken in de VRT-programma 'Terzake'.

    Ik heb u nooit anders dan democraat genoemd, ik heb u nog nooit beticht van homofobie of racisme. Maar ik behoud me wel het recht voor fundamenteel met u van mening te verschillent

    "Zou u het zien zitten om naar Terzake te komen over de uitspraken van Bart De Wever", vraagt het sms'je van de eindredacteur van het programma. "Alleen of samen met?", schrijf ik terug. "Graag samen met Bart De Wever. Nog niet helemaal rond, maar dat geniet onze voorkeur."

    Ik wil wel, laat ik nog weten, maar de burgemeester van Antwerpen wil niet, tenzij hij moederziel alleen en zonder tegenstander in de arena mag. Dat debatteert in ieder geval gemakkelijker. Ik mag een paar quotes vooraf laten opnemen, en mag dan toekijken hoe de voorzitter zijn retorisch talent bovenhaalt om mij vakkundig te fileren.

    Hij begrijpt niet waar 'die man' het over heeft, begint hij. 'Die man', dat ben ik dus. Niet dat we elkaars huis platlopen, maar ik heb Bart De Wever al tientallen malen ontmoet op debatten en lezingen. Ik heb hem ooit wekenlang dag na dag gevolgd, zat naast hem op zijn eigen partijbestuur, stond ver na middernacht mee in Frituur 't Draakske om een portret van hem te maken, dat hij toen zelfs hogelijk waardeerde. Ik ben drie dagen met hem naar Engeland gereisd, om hem samen te interviewen met zijn leermeester Theodore Dalrymple. Tot een stuk in de nacht hebben we daar gediscussieerd en samen maltwhisky gedronken. Ik meen dus te mogen zeggen dat hij me echt wel kent. Maar nu was ik dus plots 'die man'. Het is wat ze soldaten ook leren: je moet de tegenstander eerst anonimiseren, hem van zijn identiteit beroven voor je echt genadeloos in de aanval kan gaan.

    Nodeloos schofferen

    Die aanval kwam in golven. Eerst vond De Wever het verschrikkelijk dat ik hem 'criminaliseerde'. Dat begreep ik niet, ik dacht dat ik gewoon een andere mening had geformuleerd dan de zijne. Pas nadien zou blijken wat hij bedoelde. Want als hij had aangezet tot haat tegen een bevolkingsgroep omwille van seksuele geaardheid, was dat een strafbaar feit geweest. Nu wil het toeval dat ik van de Terzake-journalist net de vraag had gekregen of ik De Wever homofoob vind. Mijn antwoord was: absoluut niet, zijn hele politieke carrière heeft De Wever in woord en daad de gelijkberechtiging van homo's gesteund, daar gaat dit debat ook niet over. Het gaat over zijn constante neiging om onbestaande problemen te problematiseren, mensen nodeloos te schofferen en daarna verongelijkt te zijn als die reageren. Helaas, dat fragment haalde de uitzending niet. En al evenmin het debat, want daar zat De Wever immers alleen. Het is makkelijk debatteren zo.

    Vervolgens kwam het tweede argument. Er is een nieuw cordon sanitaire in de maak tegen N-VA. Dat ontstaat blijkbaar spontaan wanneer iemand het niet eens is met de grote leider. Ok, mogen we even oplijsten? De Wever zelf is burgemeester van de stad waarin de meeste Vlamingen wonen. Zijn partij levert twee ministers in de Vlaamse regering, en zonet nog de gouverneur van Oost-Vlaanderen. In één Vlaamse gemeente op drie is de N-VA na de laatste gemeenteraadsverkiezingen opgenomen in de coalitie. Cordon sanitaire? Waar? Hoe?

    Bart De Wever is de enige politicus in Vlaanderen die machtig genoeg is om de openbare omroep de voorwaarden op te leggen waarin hij in tegensprekelijk debat wil gaan, met name zonder tegenspraak. En de man die dat kan, die als enige alleen zijn zeg mag doen, is dus het slachtoffer van een cordon sanitaire? Zelden is de waarheid grover geweld aangedaan dan met deze stelling, zelden werd intellectueel oneerlijker geargumenteerd. Maar dat lukt dus, zo zonder tegenspraak.

    Bagger en beledigingen

    Toen kwam het derde verwijt. Eerder deze week had de burgemeester al gezegd dat hij nog een jaar door 'de hel' zou moeten. Vanaf het ogenblik dat iemand hem tegenspreekt of een andere mening durft te poneren, is dat dus de hel. Ergo moet zijn hemel eruit bestaan dat eenieder vanaf morgen meestapt in beate bewondering en eenheidsdenken voor zijn denkbeelden, waarop alleen nog unaniem applaus mag klinken.

    De hel, zo verduidelijkte De Wever ook nog, is een situatie waarin een gek, geïnspireerd door andersdenkenden zoals 'die man', misschien wel eens op gekke gedachten zou kunnen komen. Waarin een Pim Fortuynscenario denkbaar wordt. Ook dat is meer dan grof. Ik heb u nooit beschuldigd, meneer De Wever, van strafbare feiten, ik heb u nooit anders dan democraat genoemd, ik heb u nog nooit beticht van homofobie of racisme. Maar ik behoud me wel het recht voor met u fundamenteel van mening te mogen verschillen, zonder dat u me ervan beschuldigt uw fysieke integriteit te bedreigen.

    Het zal wel dat uw mailbox overloopt met bagger en beledigingen. Wel, de mijne ook, geloof me. U wil echt niet weten wat uw fans en sympathisanten me toewensen, het ene nog ranziger dan het andere. Wel, ik hou u daar niet persoonlijk verantwoordelijk voor. Dus stop met dat janken en durf opnieuw het debat aan te gaan. U deed dat niet slecht vroeger, ook niet toen u nog wel tegenspraak duldde.

    ***

     

    Samen met Smetje van ’t Gazetje moeten vele mensen vaststellen dat   BDW uit veel taaier hout gesneden is dan de andere polletiekers. Dat hij, op de ladder naar hoger, niet zoals zijn voorgangers (Martens, Schiltz, Leterminator) belgicist wordt, wordt hem vanzelfsprekend niet in dank afgenomen door het Establishment. Dat toestanden die hem tot bij zijn huidige positie gebracht hebben, ‘quantitié négligeable’ geworden zijn, dat heeft hij gemeen met de Groten der Aarde.

    BDW is niet mijn beste vriend, maar hij heeft de Vlaamse Zaak tot hiertoe het best gediend sedert het ontstaan van België. Hij verdient daarvoor – niet dat hem veel kan schelen - een warm en gemeend applaus.

    Alle  meningsverschillen tussen ons, Vlaams Nationalisten, moeten bevroren blijven tot na de eind-verwinning. Met hoe meer er aan het zeel getrokken wordt, des te vlugger krijgen we de tegenpartij over de streep. En, weet U, luyden als Desmet van de Gazet staan zò aan de verliezende kant. Omdat het, net als hun ideologie, geboren ‘lozers’ zijn.

    Doe mij een plezier : om dat te geloven, moet je eerst bij Gologle te rade gaan op zoek naar die fameuze Julien LaJaut. Een ‘vette vis’, maar helaas voor de man zelf, een dode vis..

     

    ***

    (Get) AA 3AB, strijder-schrijver op rust van blog-bubbels. Hij observeert de wriemelende mensenmassa’s en licht op klaarlichte dag het gebeuren bij met een stal-lantaarn. Want hij heeft niet graag dat Breedsmoel-kikkers in zijn zonlicht komen staan.

    “Ut mien zunne, of ‘k straal joe, zei de bie”.

    06-02-2013, 12:54 geschreven door DIGITHALYS

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    05-02-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.1200 - MET ERNEST CLAES VOOR HET OPENHAARDVUUR

    Wetewatje :  MAGAZIJN = persoon die azijn lust

    .

    1200 -  MET ERNEST CLAES VOOR HET OPENHAARDVUUR

    (vervolg)

     

    ***

     

    ***

    Wat voorafging

    Als goede vaderlander, gaat G. Van Hasselt, na de oorlog  op zoek naar minder patriottische maar humoristischer verhalen. Eerst in Diest, later in Molenbeek. Als ‘onderzoeks-journalist’ zoekt hij naar het vervolg op wat Ernest Claes beschreven heeft in zijn satirisch verhaal over Charelke Dop., de onverbeterlijke smokkelaar uit Diest in de Eerste Wereldoorlog. Die is echter overleden, maar hij herinnert zich een neef, een zekere Gustaaf Dop, die met vrouw en kinderen in Molenbeek woonde. Via het postkantoor waar de man werkte, komt hij in het politie-bureel om inlichtingen vragen. Maar tot zijn stomme verwondering wordt hij daar opgepakt en opgesloten in de gevangenis van St Gillis.

     

    ***

    Ter zake :

    IV

    Meer dan twee maanden zat ik te Sint-Gillis in de gevangenis. Ik zal niet proberen te beschrijven wat die tijd voor mij was, wat ik er zedelijk en lichamelijk heb geleden, en ik begrijp nu nog niet hoe ik er niet krankzinnig ben geworden. Ik kwam er binnen met de naam en de faam dat ik mij verzet had tegen de politie, en langs de buitenkant hing er op mijn celdeur een etiketje: Très dangereux. Door het kijkgaatje in de deur kwamen de cipiers mij voortdurend bespieden. Als mijn celdeur openging voor de toiletemmer, voor het eten, voor eender wat, stond er telkens naast de fatic -  zo noemt men de gedetineerden die in de gevangenis het een of ander werk moeten verrichten - een bewaker met zijn zware sleutel slaansgereed naast hem. In ’t begin werd om de twee dagen mijn cel onderzocht van boven tot onder. Dan kwamen er twee bewakers binnen met een soldaat, zo onverwacht dat ik telkens hartkloppingen kreeg van het opschrikken. Ik moest me dan, met het gezicht naar de muur gekeerd, onder het raam plaatsen. De soldaat bleef in de deur staan met zijn geweer in de aanslag, de ene bewaker stond achter me met zijn vuisten gereed om me op de kop te slaan als ik durfde roeren, de andere onderzocht mijn strozak, het kastje in de hoek, mijn kleren aan de kapstok, en potelde daarna door al de zakken en naden van wat ik aan het lijf had. Ik moest zelfs de veters uit mijn schoenen afgeven. Ze dachten, geloof ik, dat ik me daarmee zou ophangen. Zelfs de dikke aalmoezenier, toen die mij de eerste keer kwam bezoeken, bleef behoedzaam in de open deur staan, met een voet in de gang, om bij een eventuele aanval mijnerzijds dadelijk weg te kunnen. Ik, die de zachtmoedigheid zelve ben, die geen vlieg zou kwaad doen. Tenminste vroeger. Nu wel.

    De eerste dag ben ik in mijn cel te keer gegaan als een razende. Was er wel iemand in de ganse Belgische pers die zich zo verdienstelijk had gemaakt tegenover het vaderland als ik? Had er iemand de misdaden van de kollaborateurs en incivieken zo duidelijk in het licht gesteld, en politie en gerecht zo onverpoosd gewezen op hun plicht? Had er wel iemand zo veel namen en adressen bekend gemaakt van personen die zonder mij aan de wrekende arm van justitie zouden zijn ontsnapt? En hier zat ik nu zelf, in een cel, in de gevangenis, als een gemene inciviek, als de vulgairste N.S.K.K.-er of Fabriekswachter, door de schuld van die idiote politiecommissaris, zonder dat ik aan iemand ‘mijn geval’ kon uitleggen. Ik schreeuwde en brulde uren aan een stuk, zodat de bewakers en de andere gevangenen wel moesten denken dat ik inderdaad ‘très dangereux’ was of gek, ik sloeg met de vuisten tegen de muur, ik schopte tegen het ijzeren bed, tegen de toiletemmer, tegen de deur, ik gooide mijn stoel twee drie keer weg en weer door mijn cel, en riep aldoor: ‘Je veux voir le directeur!’ Ik kwam maar enigszins tot bedaren toen een bewaker, een vent als een boom, dreigde mij een afranseling te geven, met acht dagen cachot, als ik niet zweeg. Half suf van machteloze woede ben ik op mijn strozak gaan zitten en heb daar zitten schreien als een klein kind.

    ’s Anderendaags was ik kalmer, maar zo mateloos ongelukkig, zo verbijsterd dat ik mijn gedachten niet kon bijeenhouden om over mijn toestand na te denken. Ik gaf me geen rekenschap meer van wat er met me gebeurd was. De lange bewaker kwam bij me en zegde: ‘A la bonheur… ik zie dat ge vandaag raisonnabel zijt’. Ik probeerde hem de zaak uit te leggen. Hij onderbrak mij met een kort: ‘Ja, ja, ik heb het gisteravond in de gazet gelezen’. Zodus, het stond al in de kranten. En aan wie kon ik in Gods naam uitleggen dat het een wraakroepende vergissing was, een gruwelijke schande voor het gerecht. Ik had toch zelf zo dikwijls geschreven dat men met die verklaringen van onschuld der incivieken geen rekening moest houden. Ook de aalmoezenier kwam de tweede dag. Hij bleef weer in de half geopende deur staan en vroeg van daar hoe het met mijn gezondheid ging. Ik begon hem uit te leggen hoe ik door het lezen van Charelke Dop van Ernest Claes… ‘Die heeft hier ook gezeten’, onderbrak hij mij, ‘en nog wel in dezelfde cel’. Dat bericht was in ieder geval een grote troost voor me.

    Niemand wilde naar mijn uitleg luisteren, of als ze dan toch min of meer schenen te horen wat ik zegde merkte ik dat ze mij niet geloofden. Op mijn herhaald aandringen om de directeur te mogen spreken werd ik eindelijk, na acht dagen, bij hem toegelaten. Hij bekeek mij met een meedogenloze blik en vroeg: ‘Vous désirez me parler?... Vous avez à vous plaindre de quelque chose?’ Toen ik hem begon uit te leggen dat ik een humoristisch artikel moest schrijven en door het lezen van Charelke Dop naar Diest getrokken was, onderbrak hij mij al dadelijk met een stomme glimlach en zegde: ‘Voilà ce que c’est de lire de mauvais livres… Moi je ne lis jamais de livres’. En verder dat ik die zaken moest meedelen aan de substituut of de auditeur, want dat hij daarover niet had te oordelen. Het was om tegen de muren omhoog te lopen van razernij.

    De grootste dwaasheid die ik de eerste dagen beging, was, aan een bewaker te bekennen dat ik van de Résistance was geweest. Van dat ogenblik af hebben alle bewakers mij behandeld met het grootste misprijzen. Tegenover de gewone incivieken traden ze op met een zekere voorkomendheid, beleefd, korrekt, ja, zelfs vriendelijk. Maar voor de leden van de Résistance - en daar zaten er nog al velen te Sint-Gillis, slechte Résistants natuurlijk - hadden ze niets over dan de diepste verachting. Ze gaven hun een stomp, ze snauwden hen toe als rotte vis, ze plaatsten hen de laatsten in de rij, ze lieten hen vruchteloos aan het celschelletje trekken, ze lieten hen in de préau niet roken, en drie dagen heb ik ’s ochtends de toiletemmers van de incivieken moeten wegdragen. Geen vernedering is mij gespaard gebleven. En stond ik in de gang bij de anderen, allemaal slechte patriotten, schoven ze van mij weg of ik een pestlijder was.

    In de derde week van mijn verblijf werd ik bij een advokaat geroepen die ik van haar noch pluim kende. Mijn vrouw was stomweg naar de eerste de beste advokaat gegaan waarvan zij de plaat op de deur zag. Ze had hem tienduizend francs als provisie moeten betalen. Ik meende dat ditmaal alles in orde zou komen, dat ik dezelfde dag zou naar huis gaan. Maar ja wel. Zal iemand mijn pijnlijke verbazing begrijpen toen ik merkte dat die mijnheer mij ‘schuldig’ geloofde?

    Van hem vernam ik dat ze op mijn krant door die aanhouding schrik hadden gekregen en zich er van af gemaakt hadden met te verklaren dat ik daar wel werkzaam was geweest maar dat ze nooit hadden gekontroleerd wat ik verder deed, dat ik mij bij hen had aangeboden met een certificat de civisme en een lidkaart van een Weerstandsgroepering, maar dat ze dit ook niet nader hadden onderzocht, dat er zoveel bedrog gepleegd was met die kaarten, dat ze wel het een en het ander in mijn manier van doen hadden opgemerkt… Ik kon haast mijn oren niet geloven, ik zat de man met stomme blikken aan te gapen.

     ‘En bij de Résistants?’ vroeg ik, ‘bij den kommandant van mijn groep?’ ‘Ja… Ja…’ antwoordde hij ontwijkend, ‘die groep bestaat eigenlijk niet meer. Die kommandant heeft zijn ontslag gegeven… De echte Weerstanders wilden hem niet meer erkennen’. ‘Maar mijn artikels tegen de incivieken…?’ ‘Ja… Ja… die kunnen ze ook tégen u uitspelen… De substituut beweert dat gij die geschreven hebt om u zelf wit te wassen… Zijt ge katholiek?’ ‘Natuurlijk’ ‘Jammer, dat is zeker niet in uw voordeel… En in de koningskwestie?’ ‘Ik ben voor Leopold…’ ‘Dat zou ik niet laten horen, als ik u een raad mag geven… Overigens denk ik niet dat de substituut meer dan vijf jaar zal vragen…’ ‘Maar mijnheer…!’ Ik was rechtgestaan. ‘Ja, ziet ge… uit de huiszoeking…’ ‘Wat voor huiszoeking?’ ‘De huiszoeking bij u thuis… De gerechtelijke politie heeft daar uw lidkaart ontdekt van Navea, en een lange lijst van allemaal incivieken met een hoop verdachte nota’s’. ‘Maar dat is een lijst van kollaborateurs waarover ik in mijn krant wilde schrijven… om hun gedragingen aan te klagen, journalisten, letterkundigen, schilders, compositeurs… Ik…’ ‘De meesten hebben verklaard dat ze onder de oorlog goed bevriend met u waren, en enkelen hebben zelfs te uwen voordele gesproken… dat ge slechts matig voor de nieuwe orde waart… Er zijn meer van die gevallen als het uwe… En meer dan vijf jaar…’ ‘Maar…’

    Ik kan niet zeggen in wat voor een toestand ik terug naar mijn cel trok. Voor de eerste keer in mijn leven dacht ik ernstig aan zelfmoord. Waren ze nu allemaal zot geworden? Was het hele vaderland opeens in een gekkenhuis veranderd? Toen de dikke aalmoezenier mij op een schone dag zegde dat er vele gevangenen zaten ‘die nog minder op hun kerfstok hadden dan ik’, moet de goede man gedacht hebben, uit de blik waarmede ik hem aankeek, dat ik niet wel bij het hoofd was. Ik begon spijt te krijgen dat ik ooit tegen de incivieken een woord geschreven had.

    Ik geloof dat ik die twee maand gevangenis heb doorgebracht in een half versufte toestand. Bijna als een automaat verrichtte ik alles wat men mij oplegde, zelfs de misprijzende blikken van bewakers en medegevangenen lieten mij op het eind onverschillig. Om de veertien dagen kreeg ik van thuis een pakje linnen met wat eetwaren. Ik liet mijn baard groeien. Mijn haar hing over mijn jaskraag. Ik waste mij ternauwernood. Ik stonk. Ik weigerde zondags naar de mis te gaan. Slechts eenmaal heb ik een geweldige schok gekregen. Op een maandagvoormiddag stond ik met vier andere gedetineerden in een van de wandelhokken van de ‘préau couvert’. Ik sprak met een van hen, een oude man, met een onbetrouwbaar gezicht en een blufferige onaangename manier van doen. Hij beweerde ook dat hij daar onschuldig zat en dat het eten zo slecht was. Hij zegde mij opeens zijn naam… Gustave Dop. Ik bezag de vent met zo’n onnoemlijke verrassing dat hij mij onthutst vroeg: ‘Kent ge mij misschien?’ ‘Ge zijt toch niet de kozijn van… Charelke Dop?’ ‘Ja', antwoordde hij lachend, 'dat ben ik… Nonkel Charel van Diest…’ ‘Ik wou dat ge dood vielt voor mijn voeten!!...’ Gelukkig voor hem dat toen juist de klok luidde en wij terug naar onze cel moesten. Ik had die kerel, de oorzaak van mijn ongeluk, de kop kunnen afbijten. ’s Anderendaags vernam ik dat hij die ochtend vrijgelaten was.

    Na twee maanden en zes dagen verscheen ik eindelijk voor de substituut. Met de handboeien aan werd ik door twee gendarmen in de Wetstraat naar zijn bureau geleid. Het was een piepjong mijnheertje, pas van de universiteit, die zijn best deed er streng en verstandig uit te zien. Hij kwam recht van de coiffeur, zijn bureau geurde van de eau de cologne. Hij was geen kwade kerel, al begon hij met te zeggen ‘que mon cas était très grave’. Hij liet mij alles uitleggen, van het begin tot het einde, van af de opdracht een humoristische schets te schrijven tot mijn bezoek aan het politiebureau. Of hij mij al dan niet geloofde weet ik niet. Hij ondervroeg me lang en met aandrang over de lijst van de incivieken en of ik geen uniform had gedragen als lid van Navea, en hij dikteerde ten slotte aan zijn griffier in onbeholpen Vlaams de korte samenhang van mijn verklaringen. Ik moest dat ondertekenen. Ik kon gaan. Ik werd terug naar Sint-Gillis gebracht. Acht dagen later verscheen ik voor die jonge substituut. Ik kreeg een ‘non-lieu’, maar… mijn politieke en burgerlijke rechten werden mij levenslang ontnomen, en gedurende een bepaalde tijd zou ik onder toezicht staan van de politie.

     

    ***

     

    Eigenlijk heeft ondergetekende totaal niets met noch collaboratie noch repressie te maken gehad. Dat waren zaken waarover trouwens niet gesproken werd. Een beetje zoals men in een sterfhuis ook niet veel woorden meer vallen. Het is pas sedert ik op latere leeftijd daarover te pas en te onpas begon te lezen en uit te vragen (pro & contra) dat ik mij een beeld begon te vormen. Stilaan kregen feiten en personen uit die dagen een klaarder beeld bij mij. Dat ik daar bij kon terugvallen op mijn eigen jeugd-herinneringen, was een ware gids voor mij.

    Als ‘kers op de taart’’, wat wel een bar slechte vergelijking is, maakte ik kennis met ‘Het Hechteniskamp Lokeren’, sedertdien afgebroken en opgeruimd, om plaats te maken voor een woonwijk. Net als Ernest Claes in Molenbeek, maakte ik bij een paar ‘herdenkingen’ kennis met de overlevenden en aanhoorde stilzwijgend, als een van hen, hun herinneringen.

    Wat ik daaruit leerde? Dat er vele  tienduizenden verhalen zijn als dat van Ernest Claes. Misschien wel honderdduizenden. De woorden van een der braafste mensen ter wereld (een ver familie-lid, ondertussen gestorven in een burgerlijke geur van heiligheid…). Net als zoveel anderen, had hij zich sedert de Bevrijding onthouden van zelfs maar na te denken over politieke zaken. Bij hem thuis, netjes ingekaderd, hing een officieel schrijven van een of ander Krijgs-auditariaat, die hem aanbood zijn ‘burgerrechten’ terug te krijgen : het volstond daartoe onderhavig formulier ondertekend terug te zenden. Over dit wel enigszins eigenaardig ‘diploma’ aan de muur heb ik de man honderden keren weten antwoorden “Ze hebben ze mij afgepakt? Ze mogen ze houden”. De weduwe, een van ‘de brooddraagsters van ‘Het Hechteniskamp Lokeren’ (zie Google) waar Lionel 18 maand had genoten van de gastvrijheid van de Belgische Staat, gaf mij later inzage in het dossier van haar man, dat ze jaren later opgevraagd had bij de weduwe van zijn zijn Advocaat. Dat dossier bevatte twee (2) velletjes papier. Het eerste, getypt, A4, waren de persoonlijke gegevens. Het tweede was de Pro Justitia, waarop op de rugzijde in handschrift de beschuldiging stond : aangeklaagd wegens aanstekelijke sympathie voor de Nieuwe Orde. Bewijzen : de meeste inwoners van X, zijn gemeente. Aangebracht door Y, Leider van het Plaatselijk Verzet. Daaronder, eveneens in handschrift, onder een dikke zwarte streep, stond het pleidooi van de Advocaat : alle aangebrachte bewijzen zijn “van horen zeggen” – chef Witte Brigade is afgewezen vrijer van de dochter. Gezien de tijdsgeest : als vrijspraak niet kan, laat die man zo vlug mogelijk teruggaan om te werken voor zijn noodlijdend gezin.

    Dikke streep. Einde strafzaak. Aan  de uitgescheurde nietjes was te zien dat er minstens nog één velletje meer moet zijn geweest. Juist, krijg ik voor antwoord, dat moet het vonnis zijn geweest, dat vernietigd werd door de kamp-directie. Maar hier is ‘n afschrift van dat vonnis : daar stond dat de 12 maand voor-arrest als voldoende straf werd geoordeeld. Waarom en door wie dan beslist werd de man wederrechterlijk nog 6 maand op te sluiten, zal voor altijd het geheim van de represiie-methoden blijven. Met die 18 maand geraakte de man nergens nog aan werk, en is dan maar uit bittere noodzaak huisschilder geworden op zelfstandige basis. Het heeft hem nooit aan werk ontbroken!

    ***

    Men organiseert schoolreizen naar (het speciaal met dat doel heropgebouwde) Ausschwitz, of naar (met dat doel opgeknapte) Breendonk : om de Vlamingen-haat levendig te houden? Als het is om de gruwel van de oorlog levendig te houden, waarom worden er dan geen sight-seiings georganiseerd naar het heringerichte Hechteniskamp Lokeren II, naar Sint Kruis-bij-Brugge en naar nog zoveel andere plaatsen? Het zou al een mooi begin zijn, moest er aan de leeuwenkooi in de Antwerpse Zoo een simpel opschrift hangen : “In deze kooien werden, om de Bevrijding te vieren, in 1945 wekenlang vele honderden slechte Vlamingen door de Belgische Staat aan het publiek tentoon gesteld”

    Ook dàt mag niet vergeten worden!.

     

    ***

    (Get) AA 3AB, strijder-schrijver op rust van blog-bubbels. Hij observeert de wriemelende mensenmassa’s en licht op klaarlichte dag het gebeuren bij met een stal-lantaarn. Want hij heeft niet graag dat Breedsmoel-kikkers in zijn zonlicht komen staan.

    “Ut mien zunne, of ‘k straal joe, zei de bie”.

    05-02-2013, 17:14 geschreven door DIGITHALYS

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.1199 - J.P. RONDAS CAUSERIE OVER DE LAGE LANDEN

    Wetewatje :  PROFEET  = professor aan tafel 

    .

    1199 - J.P. RONDAS CAUSERIE OVER DE LAGE LANDEN

     

    Davos II Conferentie in Antwerpen

     

    Op 23 Februari in de De Keyserlei

    ***

     

    Nee, natuurlijk zijn het in Antwerpen niet de Groten der Aarde! Enfin, toch niet de allergrootsten die (net als in onze vroegere nationalistishe liederen), de wereld dragen op hun  hand. Maar voor de toekomstige Vrije Herenigde Republiek der Nederlanden en het algemeen belang, zouden daar de nog groteren dan de allergrootsten moeten zijn. Want zij staan aan de wieg van onze welvaart, rond de gelukkige ouders van de n ieuwe telg in  de wieg. De levenstaak van die ouders is ‘Arbeids-ethiek’’ en ‘Gezond verstand’ want op die twee principes draait de wereld. Of, zoals wijlen Witse het speelde :

    “Ik doe mijn job graag en ik word er nog goed voor betaald ook

    Pssst : het kaartje hierboven houdt ten onrechte geen rekening met het Vlaanderen-in-Frankrijk dat in 1714 via het Verdrag van Utrecht door Frankrijk geroofd werd.

     

    ***

    Ter zake :

    Romp-Vlaanderen tegenover Rest-België

    De Vlaamse Gemeenschap uit Brussel en uit de Belgische staat verjaagd, door toedoen van de Vlaamse B-partijen en de Brusselse separatisten

    Jean-Pierre Rondas zal ingaan op hoe de huidige grendels in elkaar steken en welke gevolgen deze tot op de dag van vandaag hebben voor Vlaanderen. Ook zal Rondas de gevolgen van de grendels voor de realisatie van een confederale staat behandelen en welke gevolgen dit ook heeft voor de samenwerking tussen Nederland en Vlaanderen.

    Stichting Baarle Werkgroep is een organisatie die is opgericht om politiek onafhankelijk de (staatkundige) banden tussen Nederland en Vlaanderen te onderzoeken en te bevorderen. Via lezingen, debatten en onderzoeken proberen wij in het maatschappelijk debat meer ruchtbaarheid en intellectuele verdieping te geven aan de idee van verdere samenwerking en integratie tussen Nederland en Vlaanderen, al dan niet in Europees verband. Dit teneinde een grotere gezamenlijke welvaart en geopolitieke invloed te realiseren voor Nederland en Vlaanderen dan dat deze afzonderlijk hebben.  

    Jean-Pierre Rondas (1946) was producer en journalist bij het culturele radionet Klara van de VRT, waar hij de interviewprogramma’s Wereldbeeld en Rondas maakte. Hij is stichtend lid van de Gravensteengroep, een burgerinitiatief dat vanuit progressieve ideologische posities pleit voor Vlaamse soevereiniteit. Hij publiceerde Rondas’ Wereldbeeldenboek (2006), Land op de Tweesprong. Manifesten ter ontgrendeling van Vlaanderen (2012) en De hulpelozen van de macht. Het federale graf van de Vlaamse regeringspartijen (2012).

    Aanvang: 15:00 uur - Datum: 23 februari, 2013

    Locatie: zaal café-restaurant Hulstkamp, De Keyserlei 23, Antwerpen

    Kosten: gratis voor donateurs, € 5,00 voor niet-donateurs.

    Aanmelding gewenst, graag naar aannwezig@baarlewerkgroep.org

    ***

    Vriendelijke groet - Stichting Baarle Werkgroep

     

    ***

     

    Nota voor de Geachte Aanwezigen.

    Gelieve U voor deze aangelegenheid van de nodige attributen te voorzien, wetende dat de Staatsvuiligheid, aan de hand van de opgenomen beelden, de aanwezigen achteraf zal uitpluizen met de stofkam, aan de hand van een grondige persoonlijke back-up check. Hebben ze geleerd bij Witse voornoemd.  Daar vandaan zullen lijsten opgemaakt worden om, in geval van gewapend conflict, hen voor hun eigen veiligheid op te pakken om, zoals de beruchte Ganshof Vandermeersch ooit deed, uit te leveren aan de Franse gendarmerie, al waar instructies voorzien zijn om te handelen zoals in Mei ’40 in Abbeville. Zie Joris Van Severen.

    Om niet in handen van dat gespuis te vallen, doe zoals de Muzel-jongeren. Zelfs als dezen niet gewelddadig optreden, komen ze slechts in beeld als ze gemaskerd zijn met Arafat-sjaals. Ze treden altijd in groep, nooit afzonderlijk op

    Het best ware U voordien te voorzien van valse identiteitspapieren. Op naam bijvoorbeeld van gekende politieke figuren. Als de Staatsvuiligheid dan ongewild ‘lekt’ en (bijvoorbeeld) laat uitschijnen dat Haiku Herman, of Kris Peeters daar waren (en opgepakt werden) zal het internationaal kiekenkot (Vlaanderen ter ere) te klein zijn!

    Allen daarheen!!!!!.

     

    ***

    (Get) AA 3AB, strijder-schrijver op rust van blog-bubbels. Hij observeert de wriemelende mensenmassa’s en licht op klaarlichte dag het gebeuren bij met een stal-lantaarn. Want hij heeft niet graag dat Breedsmoel-kikkers in zijn zonlicht komen staan.

    “Ut mien zunne, of ‘k straal joe, zei de bie”.

    05-02-2013, 12:54 geschreven door DIGITHALYS

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    04-02-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.1197 - MET ERNEST CLAES VOOR HET OPEN HAARDVUUR (vervolg

    .

    1197 - MET ERNEST CLAES VOOR HET OPEN HAARDVUUR (vervolg)

     

    De onvergetelijke Jef Burm

     

    In de film over Charelke Dop uit Diest.

    ***

     

    Wat voorafging

    Heet is niet gemakkelijk voor een goed vaderlands voelende  journalist om vrolijk aandoende schrijfsel te verzinnen terwijl in die dagen de haat hoogtij viert. Op zoek naar inspiratie, kwam hij de vorige keer terecht in de alledaagsheid van elke dag.

    ***

    Ter zake :

    III

    Gedreven door mijn professionele nieuwsgierigheid, en altijd nog met de hoop stof te vinden voor een humoristische schets, ging ik te Brussel op zoek naar Gustaf Dop, eerst in de voornoemde straat, waar niemand zich nog iets van die naam herinnerde, dan in het postkantoor waar Gustaf, volgens het boek van Claes, werkzaam was geweest, en waar ik drie keren moest terugkeren om eindelijk te vernemen ‘que le nommé G. Dop ne faisait pas partie du personnel’, en eindelijk bij de Politie.

    Op een voormiddag rond 9 uur trad ik het politiebureau binnen. Ik moest aan een der aanwezige agenten uitleggen wat het ‘objet’ van mijn bezoek was, namelijk of de genaamde, Gustaf Dop… ‘C’est une affaire d’incivique?’ vroeg hij gestreng. ‘Neen, mijnheer de agent, neen, het is eerder een familiekwestie, of liever voor een literaire journalistieke inlichting… van het allerhoogste gewicht’. ‘Assai-iez-vous, et attendez votre tour, monsieur de commissaire va arriver’.

     Ik nam plaats op de bank tegen de muur. Daar zaten reeds negen mensen, waaronder twee vrouwen. Ik kon op de gezichten en in hun houding lezen dat zij hier niet vrijwillig waren naartoe gekomen zoals ik, een paar van hen, inzonderheid een der vrouwen, leken mij zelfs van een betwijfelbaar civisme, en zodus zette ik mij wat apart, op de hoek van de bank om aan de aanwezige agenten duidelijk te laten zien dat er een onderscheid bestond tussen iemand die hier met professionele literair-journalistieke bedoelingen aanwezig was, drager bovendien van de kaart ‘Membre de la Résistance’ en van een ‘Certificat de Civisme’, en het verdachte zoodje daar verder op de bank. Ik vernam inderdaad ietwat later dat het allemaal aangehouden incivieken waren, op één na, die slechts van inbraak verdacht was. Ik stopte mijn pijp, maar ik had ternauwernood een paar trekjes gedaan of de agent snauwde mij van achter zijn tafeltje toe: ‘On ne fume pas ici!’

    Ik stak mijn pijp weg. Ik heb altijd eerbied gekoesterd voor de bedienaars van het gezag, voor politie-agenten, gendarmen, officieren, gevangenisbewakers, pompiers en rechters, en aan mijn kinderen worden deze staatsburgerlijke principes grondig ingeprent. In de repressie hebben zij ons immers grote diensten bewezen. Ik stopte dus mijn pijp weg. Geen boek of krant te mijner beschikking hebbende om de tijd te doden, bekeek ik mijn omgeving. Het was de eerste maal in mijn leven dat ik in een politiebureau zat, en ik stelde vast dat het er vuil was, zoals overal waar gezagspersonen regeren. Deze ruiten waren in geen jaren schoon gemaakt, waren dof en grijs van stof en regen. Overal spinnenwebben. De vier agenten, die met melancholieke balorigheid bij de tafel in het midden van de kamer zaten, de tuniek half los geknoopt, precies ongewassen, hadden niets van de korrekte ordewachters die men op straat ontmoet. Ze zagen er gewone, kleine bedienden uit die zitten te wrokken over hun schamele wedde. Ze blikten doelloos naar hun handen, op het tafelblad, naar de vloer. Als de telefoon, tegen de muur, klingelde, keken ze alle vier naar het toestel, zonder op te staan, in de hoop waarschijnlijk dat de telefoneerder het zou opgeven na enige tijd, of berekenend wie van hen aan de beurt was om op te staan. Maar klonk het belletje van een der bureau’s, dan schoot dadelijk een van hen recht, legde zijn pijp neer, knoopte zijn tuniek dicht, en met de hand over zijn mond vegend verdween hij langs een binnendeur.

    De negen verdachten op de bank waren zonder uitzondering net geklede mensen, behalve de inbreker, die zich ook wat afzijdig hield van de anderen. Ik wist niet wat ik er van moest denken. Ze zaten zwijgend naar de agenten te kijken. Nu en dan fluisterde er een iets tegen zijn gebuur. Ik hoorde de man, die het dichtst bij me zat, tegen zijn gebuur zeggen: ‘Mijn fox heet nu Pierloo’. Ik vond dat een flauwe grap.

    Te 10 uur - er hing een klok in de kamer - vroeg ik aan een der agenten of ik even naar de koer mocht gaan. Hij stapte met mij mee. Ik zegde: ‘Ge hoeft niet mee te gaan, zeg maar waar…’ ‘C’ est le règlement,’ antwoordde hij streng. Bij het terugkeren vroeg ik of de commissaris er nog niet was. Neen, maar vóór twaalf uur zou hij er wel zijn, gewoonlijk toch. Hij was er reeds te half-twaalf. De verdachte incivieken moesten een voor een voor hem verschijnen, en kwamen een voor een terug na enkele minuten. Ik was de laatste. Het was kwart voor een.

    Ik stond met mijn hoed in de hand in het bureau voor de commissaris, een groot zwaar gebouwd man, met sombere wenkbrauwen en staalharde ogen. Met een gemoedelijke glimlach op mijn gezicht, om hem dadelijk te doen begrijpen dat hij dit maal met een goede Belg te doen had, zegde ik goeden dag, maar tegenover zijn scherpe vijandige blik verdween mijn glimlach dadelijk.

    ‘Eh bien?’ vroeg hij. Ietwat nerveus door het lange wachten van af 9 uur, begon ik hem uiteen te zetten dat ik, ‘uitsluitend met de bedoeling een humoristische schets te schrijven… mijnheer de commissaris kende mij misschien van naam?... kwam vragen of hij mij kon inlichten over een genaamde Gustaf Dop die… (hij keek opeens scherper en harder, keerde zich half om, zonder de ogen van mij af te wenden, nam van een tafeltje een dossier in blauwe kaft en legde het vóór zich op de lessenaar) … die onder de vorige oorlog in de Wijwaterstraat woonde en die … (hij sloeg het dossier open achter zijn arm, zodat ik niet zien kon) … en die vermoedelijk alsdan werkzaam was in de …’ ‘Montrez-moi votre carte d’identité’. Ik schrok geweldig bij de barse toon van zijn stem, ik voelde me opeens onzeker, onbehaaglijk, ik werd gewaar dat er iets haperde, dat die man mij voor een andere nam, en mijn hand beefde terwijl ik mijn eenzelvigheidskaart voor de dag haalde en hem die toestak. Hij merkte dat beven. Hij bekeek aandachtig de burgerlijke gegevens omtrent mijn persoon, vergeleek met wantrouwige blik mijn gezicht bij de foto, en vroeg: ‘Gij pretendeert journalist te zijn?’ -’Ja zeker, mijnheer de commissaris, ik ben…’ ‘Vous avez un certificat de civisme?’ Ik reikte het hem geredelijk over, ook mijn lidkaart als Résistant. Hij bezag deze dokumenten met scherpe aandacht, legde ze dan naast zich, bekeek mij daarna een poosje met zulke klaarblijkelijke achterdocht dat ik mij vuurrood voelde worden. Dan vroeg hij: ‘Qui vous a fourni ces fausses pièces?’ Ik was zodanig uit mijn lood geslagen dat ik hem een paar ogenblikken sprakeloos aanblikte. ‘Mais monsieur le commissaire…’ Vergis ik me of had ik werkelijk tranen in de stem?...

    Al brabbelend, ontdaan, ziek, gaf ik hem een onsamenhangende uiteenzetting over mijn humoristische schets, over De Vulgaire Geschiedenis van Charelke Dop, mijn reis naar Diest, De Keyser, Louis Serezo, ik geloof zelfs over de Francs-Tireurs en de Résistants, over Gustaf Dop… Maar aldoor zag ik in zijn wrede ogen dat hij mij niet geloofde, hij glimlachte zelfs ironisch, en onderbrak ineens: ‘C’est bon, c’est bon… vous raconterez toutes ces carabistouilles au juge… Ge kunt gaan’ - ‘Mais monsieur…’ ‘Suffit, je vous dis!... Die vriend van u, Dop Gustave, zit ook in Sint-Gillis… un cas très grave… Ge kunt gaan’

    Hij brulde ditmaal. Hij wees met de vinger op mijn certificat de civisme en op mijn lidkaart van Résistant en zegde: ‘On placera ces documents dans votre dossier’. Hij drukte op een schelknopje. Een agent verscheen. Ik waggelde naar de deur, ik wist niet waar ik mijn voeten moest zetten, ik had het gevoel of mij iemand met een hamer op het hoofd had geslagen, ik had zo kunnen doodvallen. Ik zat pas neer op mijn oude plaats of ik hoorde een van de agenten vragen: ‘Gérard, zijn ze d’er alle tien?’ Iemand antwoordde: ‘Ja’ Daarop kwam de agent op ons toe en kommandeerde: ‘Allez! En avant… en een beetje rap!’ Toen kwam ik eindelijk tot mij zelf. Ik sprong recht, stampte op de vloer, schreeuwde: ‘C’est une erreur!... C’est une honte! Je suis journaliste! Téléphonez...’ Twee agenten hadden mij al bij de kraag, de een gaf mij een stomp tegen de kin die me rats de adem afsneed, de andere schopte met de knie deskundig onder de rug naar de deur. Ik werd met de acht incivieken en de inbreker in een dievenwagen gestopt. — een uur later zat ik te Sint-Gillis in een cel.

     

     

    ***

     

    Och, die milde ironie van Ernest Claes!  Met dat hondje, bvb,die nu Pierlo heette…

    Pierlot, moet U weten, was toen Eerste Minister van de fameuze ‘Regering in Ballingschap’ die in de eerste mei-daen ’40 gevlucht was naar Londen, en van daaruit de meeste repressie-wetten had ineen geflanst, die nota bene, gewoon met terugwerkende kracht waren voorzien. Daarin stond o.a. dat helpen in de noodkeukens van Winterhulp aanzien werd als hulp aan de vijand in oorlogstijd, waarop strenge straffen stonden. Die wetten, gepubliceerd in een soort ‘Belgisch Staatsblad’ in Engeland, waren in de bezette gebieden vanzelfsprekend totaal onbekend. Wat misschien wel de bedoeling is geweest…. Tot in het kielzog van de Canadese, de Poolse en de Amerikaanse legers, de Ministers triomfantelijk en zonder gevaar, in het land terug binnen konden.. In Brussel namen zij doodgewoon ‘het gezag’ over, daar de Koning (in eerder rare omstandigheden) door de Duitsers was ‘meegevoerd’ bij hun aftocht. Ineens bleek die koning trouwens trouwens een landverrader te zijn geweest in mei ’40, toen hij het Belgisch leger had doen capituleren, zonder medeweten van Churchill en De Gaulle….

    De ‘Koningkwestie’ zou pas een jaar laten uitbreken, en eindigde met zijn troonafstand.

    Noteer : voor de Vlamingen was Leopold II bijna een heilige, en het referendum over hem (het enige dat ooit in België plaats vond!) gaf 54% vòòr. Maar de Walen, toen meestal communistisch,   stemden tegen,  en dreigden het land i, vuur en vlam te zetten als Leopold zou aanblijven… Vanwege de doden in Grâce Berleur, door de Gendarmerie neergeschoten bij een verboden betoging, gaf Achille Van Acker toe….door een loodgieters-compromis uit te vinden : Boudewijn, pas 19 jaar, zou met een scheve karpersprong, de troon over nemen….

    Laten we het nooit vergeten : de Belgische patriotten hebben veel overgenomen van hen die ze zegden te bestrijden vanwege hun onmenselijkheid. Het is niet omdat er door het schuim van de Duitse Socialisten, de Nazi’s, gemarteld werd in het (Belgisch) Fort van Breendonk, dat zij het recht hadden om hetzelfde te doen toen de oorlog al lang gedaan was…. Er is niet alleen Breendonk I, er is ook een Breendonk II, dat in niets moet onderdoen voor het eerste.

    ‘België’ is het land waar deze oorlog kunstmatig wordt verder gezet tegen een deel van de eigen bevolking. Cfr ‘cordon sanitaire’. Zien zij dan niet dat Duitsland, weliswaar niet meer zo fervent socialistisch als onder Hitler, opnieuw top of the bill is in Europa? Is het bijgevolg geen tijd dat de fanatieke Vlaming-haterij voorbij zou zijn? Bede gewoon de gebeurtenissen van Ford Genk gewoon eens in deze context te rzien? Nu komt alle heil uit Köln, en voor hetzelfde zou men 70 jaqar geleden als ‘landverrader’ tegen de muur zijn gezet. Enige logica te bespeuren? Toen, zowel als nu, was het zaak brood op de plank te krijgen, of niet?

    Maar één ding staat vast als een paal boven water : Vlaanderen zal een land worden, waar, dank zij de eigen handen, de welvaart het zal toelaten dat niemand ons nog zal kunnen ringeloren. Het begin daarvan zullen we zelf voor zorgen in Mei 2014..

     

    ***

    (Get) AA 3AB, strijder-schrijver op rust van blog-bubbels. Hij observeert de wriemelende mensenmassa’s en licht op klaarlichte dag het gebeuren bij met een stal-lantaarn. Want hij heeft niet graag dat Breedsmoel-kikkers in zijn zonlicht komen staan.

    “Ut mien zunne, of ‘k straal joe, zei de bie”.

    04-02-2013, 13:21 geschreven door DIGITHALYS

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.1196 - OVER INTERNATIONALE VERPLAATSINGEN MET EN ZONDER VISUM

    1196 - OVER INTERNATIONALE VERPLAATSINGEN MET EN ZONDER VISUM


    ***

     

    ***

     

    Onze tegenvoeters aan de onderkant van de aardbol lijden blijkbaar aan dezelfde ziekte als aan de bovenkant van de wereldbol. Niet moeilijk : zij worden geconfronteerd met dezelfde sprinkhanenplaag als wij.

    Hier bent U dus blijkaar terecht bij een racist?! Ja, dat hangt ervan af wat U onder begrip verstaat.

    Ik ben Absoluut geen racist, in de zin zoals de poco-defintie dat omschrijft. Lees maar gerust verder, er is geen gevaar voor besmetting. Wij hebben niets tegen die mensen, alhoewel bij nader toezien wij alles hebben tegen de bloeddorstige veroveringszucht waarvoor ze wereldwijd bekend staan. Ho maar! Peinst Seppe WeiSS van het CGKR, die gaat wat kort door de bocht. Hoezo, zeggen wij, welke bocht? Wij bevinden ons op de autosnelweg van de Geschiedenis die momenteel pijlrecht en met duizelingwekkende vaart over een nog duizelingwekkender diepte gaat. Geen mogelijkheid om ook maar het kleinste bochtje te nemen, zonder in het landschap te belanden!

    Natuurlijk is de overgrote meerderheid van die Moslims helemaal niet oorlogszuchtig. Zij willen alleen, op ons risico een  zo veilig mogelijk nieuw en beter bestaan opbouwen. Tiens, zeg ik dan, is de zo opgehemelde Islam dan niet bij machte hen dat te geven in hun thuislanden? Wij zijn toch niet de graan schuur voor de hele wereld! Bij hen schijnt alle dagen een vacantie-zon en de bananen groeien er aan de bomen. Werken hoeven zij niet te doen : zij hebben daarvoor minstens 5 vrouwen met daar boven-op de fortuinen van hun veel te dure petrol.

    Weet U, beste mensen, voor ons die aan den lijve WO II en de zegeningen van het Internationaal Socialisme hebben meegemaakt, is dit zo klaar als een glas troebel water. Ook de meeste Duitsers waren noch oorlogszuchtig, noch wreedaardig. Maar als het er op aankwam, kozen ze wel, goed- of kwaadschiks, de kant van de oorlogvoerenden tegen ons. En over gaskamers en crematoria bleken ze achteraf ‘nichts gewusst’ te hebben.

    Als het nuchter bij de zaak blijven, racisme is, ja dan moet de Résistance van binst maar vooral van nà WO II ook zwaar gestraft worden, want zijn handelden zeer racistisch tegen alle Duitsers, goeden of slechten. Zij en de Belgische Staat handelden vooral zéér racistisch tegen het Eigen Volk!

     

    ***

    Ter zake :

    Extreemrechts Australië: Wilders met geweld verdedigen

    door Servaas van der Laan 3 feb 2013 ELSEVIER

    ***

     In Australië is ophef ontstaan rondom het aanstaande bezoek van PVV-leider Geert Wilders. Extreemrechtse groeperingen zijn bang dat moslims de bijeenkomsten zullen verstoren en roepen hun volgelingen op de politicus desnoods met geweld te verdedigen.

    'Wij roepen alle patriotten op om beroep te doen op hun recht op zelfverdediging wanneer die hoofddoeken de bijeenkomsten zullen verstoren,' meldt de extreemrechtse groepering Australian New Nation op haar website.

    Invasie

    De groepen vrezen een 'invasie van moslims' die de bijeenkomsten met 'geschreeuw en schuimbekkerij' zullen verstoren. 'Bij een aanval van moslims is elke vorm van geweld gerechtvaardigd vanwege het recht op zelfverdediging.'

    Negeren

    Moslimleiders in Australië roepen hun volgelingen op om het bezoek van Wilders te negeren.'Ook al hebben we het recht op vreedzaam protest, is het beter om helemaal geen aandacht aan de heer Wilders te besteden,' zegt de president van de Australische federatie van Islamitische Raden.

    Visum

    De PVV-leider bezoekt deze maand Melbourne, Perth en Sydney om daar te spreken over 'vrijheid, de islam en het Westen'.

    Wilders zou eigenlijk eerder naar Australië afreizen maar zijn visum werd in eerste instantie niet toegekend omdat meerdere Australische politici moeite hebben met het bezoek van de PVV'er

     

     

     

    ***

     

    Als U er beter aan uit kunt, waarom een enkeling last heeft met zijn visum om Australië binnen te mogen, en al die vreemdelingen blijkbaar niet, dan hebben jullie echt aanleg om de immigratie te begrijpen. Of zijn die daar, net als bij ons, met een ‘toeristen-pas van 6 maanden’ binnen gekomen?

    Ik, ik denk er het mijne van. Hier de eigen identiteit doen verliezen  die (aangemoedigd?) dana-dag achteruit gaat om duizend en nog redenen. De afgedwongen integratie gaat altijd maar in één richting : wij moeten ons aanpassen, want hun integratie is mislukt en daar is nergens in Europa nog iets aan te doen.

    Het is allemaal tè toevallig, om niet met opzet te zijn ineen geknutseld. En als ik dat zeg, is dat geen racisme, maar wettige zelfverdediging!

    God schiep de wereld in 7 symbolische dagen, en, belangrijk,  Hij schiep de mens naar Zijn beeld en gelijkenis. Darwin herkauwde dat op zijn eigen voorwaarden, en heden ten dage herscheppen de Machthebbers alles naar hun eigen beeld en gelijkenis. Wan t zij hebben vooral een groot gedacht van zichzelf, waarbij k vooral aan Barbarosso denk, en aan Haiku Herman. Zij pralen nog trotser dan Herr Hitler in zijn glorie-dagen!  

    Op die manier gezien, is de massa-immigratie de voltooiing van een Goddelijke zending. Hitler dacht ook zo’n dergelijke zending te hebben gehad voor een Duizendjarig Rijk. We zullen dat geweten hebben! .

     

    ***

    (Get) AA 3AB, strijder-schrijver op rust van blog-bubbels. Hij observeert de wriemelende mensenmassa’s en licht op klaarlichte dag het gebeuren bij met een stal-lantaarn. Want hij heeft niet graag dat Breedsmoel-kikkers in zijn zonlicht komen staan.

    “Ut mien zunne, of ‘k straal joe, zei de bie”.

    04-02-2013, 11:23 geschreven door DIGITHALYS

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.1195 - WIT EN ZWART OVER DE REPRESSIE

    ***

    Maandag 4 februari

    Zon 8u14-17u40

    H Veronica, patrones van de Fotografen

    Op Sint-Veroontje, verplant uw boompje

    ***

    Wetewatje : KAARSRECHT: recht om kaarsen te vervaardigen

    1195 - WIT EN ZWART OVER DE REPRESSIE

     

    Fragment v/d muurschilderijen in de Gravenkapel in de O.L. Vrouwkerk te Kortrijk.

     

    ‘De vensters’, een gedicht van G. Gezelle is hier ontstaan, bij het bewonderen van de wondermooie brandramen in de Gravenkapel.

    ***

     

    Marc Grammens (°1933) aan U voorstellen is iemand er op wijzen dat de zon in het Oosten opstaat, en in het Westen ondergaat. Ik ben niet bekend of er ooit ook maar één Linxe spuiter de moed gehad heeft de man tegen de schenen (of eerger) te stampen. Of een Belgicist die met hem in de clinch durfde te gaan. Net zo min als het mij bekend is, dat muizen leeuwen durven tarten….

    Na een gezegend leven, gaat hij binnen afzienbare tijd  op rust. Heeft hij zich voorgenomen. Maar hoe kan een rots in de branding er nu de brui aangeven?

    Misschien dat er ergens in de coulissen een jong talent klaar staat om de fakkel over te nemen? De resterende jaren tussen 80 en 100 zullen nooit volstaan om dat vat van wijsheid  over te hevelen.

    Marc Grammens is een Encyclopedie van de Vlaamse Beweging die letterkunde kan verzoenen met wiskunde. Hij schrijft met een scalpel en snijdt met chirurgische precisie door het vlees en de ingewanden in al wat witgekalkt graf is rond hem. Zijn beeltenis (bij leven!) tussen de Graven van Vlaanderen in de Gravenkapel van de O.L.Vrouwkerk in Kortrijk zou niet misstaan. Niet alleen omdat daar jarenlang Guido Gezelle heeft gewerkt, maar ook omdat in 1302 de strijders van daaruit vertrokken om  op het nabije Groeninge-veld slag te leveren die Vlaanderen bevrijdde van vreemde heersers.

    Toen leunde de kerk aan tegen de nu verdwenen ‘Gravenburcht’. Denk aan het machtige Graven-Steen te Gent. In 1302 huisde daar het Frans garnizoen van Filips de Schone, dat gemeend had uit te breken, om zo de Vlamingen in de rug an te vallen, wat hen belet werd door de Ieperlingen in een heroïsch gevecht om hen binnen de muren te houden.

    Hieronder het al lang afgesproken uittreksel uit Jounraal van Marc Grammens over de repressie. Ernest Claes, ook al ’n repressie-slachtoffer (had boeken geschreven die vertaald waren in t Duits!) vertelt daarover als getuige. Grammens spreekt het requisitoor uit als aanklager.

     

    ***

    Ter zake :

    De naoorlogse repressie heeft België vernietigd

    Aan De Standaard (8.12.12) heeft prof. ern. Lode Wils (door De Standaard voorgesteld als “monument van de Vlaamse geschiedschrijving”) een onbehaaglijk stem­mend interview gegeven dat zijn reputatie van querulant alle eer aandoet, al gaat dit dan wel ten koste van zijn reputatie als geschiedschrijver. Zijn verrassende stelling luidt dat “het Vlaams-nationalisme een produkt is van de kollaboratie in de twee wereldoorlogen”. Degenen die deelgenomen hadden aan de kollaboratie “hebben na de Tweede Wereldoorlog de Vlaamse Beweging zoveel mogelijk in handen genomen”. En nog: “Het Vlaams- nationalisme wordt in belangrijke mate gedragen door de erfgenamen van de kollaboratie”.

    Wat de Eerste Wereldoorlog betreft, kunnen we kort zijn. Wils heeft het uitsluitend over de aktivisten, die in het door Duitsland bezette deel van Vlaanderen een greep naar de macht deden, maar die aktivisten werden na de oorlog gevangen gezet, terwijl ondertussen de flamingan­ten die in de loopgraven van de IJzer de hatelijkheden van de Belgische autoriteiten hadden leren kennen, vol anti-Belgische gevoelens van het front terugkeerden. Zij, en niet de aktivisten, waren het die na de oorlog als “Front- partij” naar de verkiezingen trokken. Men leze de dag­boek- en andere aantekeningen van de jonge Joris van Se veren om te merken hoe aan het front jongens als hij, uit een eigenlijk franskiljons en zeker belgicistisch nota­risgezin uit West-Vlaanderen, op de duur zo verbitterd waren dat een van hen, Van Severen, in het parlement (ver­kozen voor Roeselare) uitriep: la Belgique qu’elle crève! Dat had niets met invloed van Duitsers te maken. Wils begaat een denkfout door de historische feiten niet in een breder verband te plaatsen, maar er uitsluitend uit te pikken wat thuishoort in zijn logika en al de rest weg te moffelen.

    Voor wat hij zegt over de greep van de kollaboratie uit de Tweede Wereldoorlog op de Vlaamse Beweging geldt dit zo mogelijk nog meer. Het anti-Belgische Vlaams- nationalisme is veel ouder dan de Tweede Wereldoorlog en kan dus per definitie niet uit de kollaboratie zijn ontstaan, maar er is méér: na de oorlog was waarachtig wel ieder­een gearresteerd die iets met de kollaboratie te maken had gehad (plus nog zovele anderen), zodat er van de ex-kol laborateurs weinig of geen invloed uitging. Maar er is iets anders gebeurd. De repressie die na de oorlog toesloeg, voerde een anti-Vlaams terreurbewind in, waar door de Vlaamse opinie krachtig werd op gereageerd. Dat ter­reurbewind is het dat vanaf de Bevrijding voor een sterke heropleving van het anti-Belgische Vlaams-nationalisme heeft gezorgd. Wat denkt Wils wel dat er omgaat in kin­deren die in de Brusselse tram worden geschopt en gesla­gen omdat ze Nederlands praten onder elkaar? Ik kan getuigen dat, althans in Brussel, de anti-Belgische senti­menten in Vlaamse kringen overheersten, ook totaal los van de kollaboratie. Eén voorbeeld slechts. In september 1944 (Bevrijding) begon ik mijn humaniora aan het St.- Jan-Berchmanskollege in Brussel. Daar hing een zeer kombattieve radikaal-Vlaamse sfeer. Eén of twee keren per week braken er gevechten uit tussen de Vlaamse en de Franstalige leerlingen. (Twee jaar later verhuisden de Franstaligen naar het St.-Michielskollege.) In december 1944 of januari 1945, in ieder geval in de eerste winter na de Bevrijding, stuurde de minister van Onderwijs (was dat niet Herman Vosl) een instruktie naar de scholen waarin hij eiste dat ze in alle klassen de Brabangonne zouden aanleren aan de kinderen. Dat gebeurde dus ook in mijn klas, eerste humaniorajaar (dat heette toen de Zesde Latijnse). Alsof het afgesproken was (dat was het niet) begonnen we kollektief te janken in de klas als we de Brabangonne leerden zingen. Dat ging dan over “o dierlijk land der Belgen”, en dat soort fraais. Bij het woord “België” leek de klas te bestaan uit een kudde berggeiten, die het woord zo lang mogelijk rekte tot “Bèèè-hèèè-hèèè-lgen”. Dat was de sfeer, in Brussel, enkele maanden na de Bevrijding. Er zullen in de klas wel kinderen uit goede vaderlandse gezinnen hebben gezeten, maar die deden, zoals jongens van elf jaar doen, met de anderen mee.

    Er was dus geen kloof tussen de bezettingstijd en de repressietijd die daar op volgde. Ik herinner mij nog zeer goed hoe in die jaren 1944-45-46-47 in alle Vlaamse krin­gen zonder uitzondering de gruwel van de repressie werd bekommentarieerd, ook in kringen die niet van kollabo­ratie konden worden verdacht. Als kind van de repressie had ik een harde tijd, maar tegelijkertijd was ik ook het voorwerp van veel medeleven. Toen ik beginnend jour­nalist was, gingen alle deuren voor mij open. Eén voor­beeld. In januari 1962 werd ik politiek redakteur van het weekblad De Linie. Kort daarna ging ik naar het parle­ment om mijn accreditatie te regelen. Toen ik mij aan­meldde bij de receptie, begon de bode naar zijn collega’s te roepen: “j’ai le fils de Grammens ici”, en al spoedig werd ik omringd door een tiental personeelsleden van Kamer en Senaat die overliepen van vriendschap. Ze had­den vóór de oorlog mijn vader als volksvertegenwoordi­ger meegemaakt, en vonden unaniem - de Frantaligen voorop - dat wij onheus waren behandeld tijdens de repressie. Hun vriendschap bewees mij veel diensten toen ik later soms in het parlement moest zijn voor mijn werk.

    De naoorlogse geschiedenis van de Vlaamse Beweging is niét getekend door de kollaboratie, zoals Wils beweert, maar door de repressie, en dat is iets hele­maal anders. Mensen uit alle richtingen kwamen in Vlaanderen in opstand tegen het onrecht door België tij­dens de repressie begaan, en zeer in het biezonder tegen de verwaarlozing door de Belgische staat van zijn plicht tegenover de gezinnen en de kinderen van de echte en zogenaamde kollaborateurs. Toén, in die naoorlogse jaren, is er ongetwijfeld een golf van België-haat over Vlaan­deren gespoeld, maar wie anders dan België zelf heeft daar schuld aan? Ik las dezer dagen in een gesprek dat kardinaal Danneels had met Het Laatste Nieuws (8.12.12) dat ook hij een kind van de repressie is. Zijn vader belandde bij de Bevrijding kortstondig in de gevangenis op beschuldiging van kollaboratie. Wat had de brave man misdaan? “Elke zaterdag (aldus de kardinaal) maakte hij voor “Winterhulp soep voor de arme mensen” (Winter­hulp was een hulporganisatie, uiteraard - zoals alles - tij­dens de bezetting funktionerend onder Duits toezicht.) Zoals de vader van de kardinaal waren er honderddui­zenden. Soms denk ik dat België toen zijn doodvonnis heeft getekend. Toen Hugo Claus nog in Nukerke woon­de (jaren zestig) en ik daar een lang gesprek met hem had, was hij het met die stelling eens. Hij was óók een kind van de repressie.

     

     

    ***

     

    Omdat mijn schoonvader (°1925), net als de mensen die in Zeeland de zondvloed van 1953 overleefd hebben, pas na 60jaar er aan toe zijn om over die dagen te beginnen getuigen, bezig is met WO II, let ik bij het surfen op eventueel andere ‘oorlogs-verhalen’ die toegespitst zijn op de kuststreek. Ik hoop – bij leven en welzijn – hier op zo’n verhaal terug te komen om er details uit te puren die ons offcieel totaal anders zijn wijsgelmaakt.

    Feit 1 : de Vlaamse (en Franse) vissers die hielpen bij de Evacuatie van het Britse Expeditie-leger uit Duibkerken, deden dat alleen omdat ze met de revolver in de nek, daartoe gedwongen werden. Toen was het algemeen bekend (doelbewust verzwegen aan Belgische kant), dat burgers die betrokken waren bij oorlogsdaden (gevechten, sabotage, spionering) zeer uitdrukkelijk uitgesloten waren van de Conventie van Genève. Volgens Internationaal Oorlofsrecht (!) mochten die zonder het minste onderzoek, ter plaatse geëxecuteerd worden. Burgers mochten zich dus bij de vechtende partijen alleen moreel betrokken voelen, maar moest en zich afzijdig houden. Wat weeral op ‘het verzet’ een speciaal licht werpt, en, als reactie, op de repressie. Een door-denjkertje!

    Feit 2 : de Britse Admiraliteit had reeds op 20 mei tot de evacuatie van de Engelse ‘hulp-troepen’ uit België besloten en was dus zinnens hun vrienden (de Belgen en de Franse hulp-leger) in de steek te laten. Maar voor ze het wisten, stonden de Duitse pantsers aan Het Kanaal en was de chaos compleet.

    Deze dagboeken werden genoteerd in ‘tempo non suspecto’, ttz. binst die dagen zelf, en niet achteraf, opgefleurd met latere kennis. Het zijn daarenboven nog de woorden van iemand die spreekt over de ’Belgische vissers’, en de ‘Belgische kust’, en het Woord Vlaams niet uit zijn pen krijgt.

    Besluit : de Vlaamse Beweging werd door België gebruikt als zondenbok, om de eigen leugens en het eigen falen in bloed ten met kogels e smoren. En wat meer is : dat Vlamingen daarvoor om amnestie smeken, die daarenboven geweigerd wordt door de daders, is van het absurde teveel..

     

    ***

    (Get) AA 3AB, strijder-schrijver op rust van blog-bubbels. Hij observeert de wriemelende mensenmassa’s en licht op klaarlichte dag het gebeuren bij met een stal-lantaarn. Want hij heeft niet graag dat Breedsmoel-kikkers in zijn zonlicht komen staan.

    “Ut mien zunne, of ‘k straal joe, zei de bie”.

    04-02-2013, 10:37 geschreven door DIGITHALYS

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Archief per week
  • 10/04-16/04 2023
  • 27/03-02/04 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 16/01-22/01 2023
  • 09/01-15/01 2023
  • 02/01-08/01 2023
  • 25/12-31/12 2023
  • 19/12-25/12 2022
  • 12/12-18/12 2022
  • 05/12-11/12 2022
  • 28/11-04/12 2022
  • 21/11-27/11 2022
  • 24/10-30/10 2022
  • 17/10-23/10 2022
  • 03/10-09/10 2022
  • 26/09-02/10 2022
  • 19/09-25/09 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 29/08-04/09 2022
  • 22/08-28/08 2022
  • 15/08-21/08 2022
  • 08/08-14/08 2022
  • 01/08-07/08 2022
  • 25/07-31/07 2022
  • 18/07-24/07 2022
  • 11/07-17/07 2022
  • 04/07-10/07 2022
  • 27/06-03/07 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 13/06-19/06 2022
  • 06/06-12/06 2022
  • 30/05-05/06 2022
  • 23/05-29/05 2022
  • 16/05-22/05 2022
  • 09/05-15/05 2022
  • 02/05-08/05 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 18/04-24/04 2022
  • 11/04-17/04 2022
  • 04/04-10/04 2022
  • 28/03-03/04 2022
  • 21/03-27/03 2022
  • 14/03-20/03 2022
  • 07/03-13/03 2022
  • 28/02-06/03 2022
  • 21/02-27/02 2022
  • 07/02-13/02 2022
  • 31/01-06/02 2022
  • 24/01-30/01 2022
  • 17/01-23/01 2022
  • 10/01-16/01 2022
  • 03/01-09/01 2022
  • 26/12-01/01 2023
  • 20/12-26/12 2021
  • 13/12-19/12 2021
  • 06/12-12/12 2021
  • 29/11-05/12 2021
  • 22/11-28/11 2021
  • 15/11-21/11 2021
  • 08/11-14/11 2021
  • 01/11-07/11 2021
  • 25/10-31/10 2021
  • 18/10-24/10 2021
  • 11/10-17/10 2021
  • 04/10-10/10 2021
  • 27/09-03/10 2021
  • 20/09-26/09 2021
  • 13/09-19/09 2021
  • 06/09-12/09 2021
  • 30/08-05/09 2021
  • 23/08-29/08 2021
  • 16/08-22/08 2021
  • 09/08-15/08 2021
  • 02/08-08/08 2021
  • 26/07-01/08 2021
  • 19/07-25/07 2021
  • 03/05-09/05 2021
  • 26/04-02/05 2021
  • 19/04-25/04 2021
  • 12/04-18/04 2021
  • 05/04-11/04 2021
  • 29/03-04/04 2021
  • 22/03-28/03 2021
  • 15/03-21/03 2021
  • 08/03-14/03 2021
  • 01/03-07/03 2021
  • 22/02-28/02 2021
  • 15/02-21/02 2021
  • 08/02-14/02 2021
  • 01/02-07/02 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 18/01-24/01 2021
  • 11/01-17/01 2021
  • 04/01-10/01 2021
  • 28/12-03/01 2027
  • 21/12-27/12 2020
  • 14/12-20/12 2020
  • 07/12-13/12 2020
  • 30/11-06/12 2020
  • 23/11-29/11 2020
  • 16/11-22/11 2020
  • 09/11-15/11 2020
  • 02/11-08/11 2020
  • 26/10-01/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 12/10-18/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 28/09-04/10 2020
  • 21/09-27/09 2020
  • 14/09-20/09 2020
  • 07/09-13/09 2020
  • 31/08-06/09 2020
  • 24/08-30/08 2020
  • 17/08-23/08 2020
  • 10/08-16/08 2020
  • 03/08-09/08 2020
  • 27/07-02/08 2020
  • 20/07-26/07 2020
  • 13/07-19/07 2020
  • 29/06-05/07 2020
  • 22/06-28/06 2020
  • 15/06-21/06 2020
  • 08/06-14/06 2020
  • 01/06-07/06 2020
  • 25/05-31/05 2020
  • 18/05-24/05 2020
  • 11/05-17/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 30/03-05/04 2020
  • 23/03-29/03 2020
  • 16/03-22/03 2020
  • 09/03-15/03 2020
  • 02/03-08/03 2020
  • 24/02-01/03 2020
  • 17/02-23/02 2020
  • 10/02-16/02 2020
  • 03/02-09/02 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 06/01-12/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 31/12-06/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 24/09-30/09 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 10/09-16/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 26/12-01/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 05/09-11/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2021
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 17/03-23/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 23/12-29/12 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 26/08-01/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 05/08-11/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 22/07-28/07 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 08/07-14/07 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 13/05-19/05 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 24/12-30/12 2012
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 03/12-09/12 2012
  • 26/11-02/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 12/11-18/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 29/10-04/11 2012
  • 15/10-21/10 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 24/09-30/09 2012
  • 17/09-23/09 2012
  • 10/09-16/09 2012
  • 03/09-09/09 2012
  • 27/08-02/09 2012
  • 20/08-26/08 2012
  • 13/08-19/08 2012
  • 06/08-12/08 2012
  • 30/07-05/08 2012
  • 23/07-29/07 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 09/07-15/07 2012
  • 02/07-08/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 28/05-03/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 14/05-20/05 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 16/04-22/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 26/03-01/04 2012
  • 19/03-25/03 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 13/02-19/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 26/12-01/01 2012
  • 19/12-25/12 2011
  • 28/11-04/12 -0001

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !



    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!