Een vader stuurde zijn twee zonen de wereld in om ervaring op te doen, om het leven van de mensen op het platte land, in de dorpen en steden te leren kennen. En hij zei tegen hen: Laat tekens achter op jullie weg. De twee broers gingen op pad. Al na enkele stappen begon de oudste broer tekens te maken. Hij maakte knopen in grashalmen, brak twijgen van struiken en bomen, stak takjes in de aarde, legde stenen op de rand van zijn pad. De hele weg die hij liep was vol met tekens. Hij was zo bezig met tekens maken dat hij er nauwelijks aan toe kwam om met mensen in gesprek te raken. De jongste broer echter gedroeg zich heel anders. Hij maakte geen tekens langs de weg. Maar in het eerste dorp ging hij naar de herberg, at en dronk met de mensen en vertelde uit zijn leven. In het volgende dorp raakte hij bevriend met een jongen die hem mee nam naar zijn familie. Weer in een ander dorp voegde hij zich bij de mensen, luisterde naar hun ervaringen en verhalen, en vertelde wat in zijn hart op kwam. In een stadje waar hij langs kwam kreeg hij vanwege zijn open en vriendelijke aard spontaan van de mensen eten en drinken aangeboden, vroeg geïnteresseerd naar hun levenservaringen, luisterde en vertelde. Intussen was de oudste broer druk bezig met zijn knopen, twijgen en takjes. Toen ze beide weer thuis waren vertelden ze hun vader van hun belevenissen. Nadat deze aandachtig geluisterd had ging hij met hen dezelfde weg die zij gegaan waren. Overal werd de jongste broer met zijn vader heel hartelijk ontvangen. Maar niemand kende de oudste broer. "Ik begrijp niet waarom niemand mij kent", zei deze, "allen zijn zo vriendelijk tegen mijn broer, die niets gedaan heeft dan alleen maar kijken en praten; hij heeft geen grashalmen geknoopt, geen twijgen gebroken, geen enkel teken aangebracht zoals u, vader, het bevolen hebt, maar iedereen kent hem en is blij met hem. Toen zei de vader: "Er bestaan nog andere tekens dan grastwijgen en takken, mijn zoon. Het zijn de tekens die een mens in de harten van andere mensen achterlaat wanneer hij hen ontmoet, naar hen luistert, met hen spreekt en hen zijn vriendschap schenkt. Dat zijn de tekens die je jongere broer op zijn weg heeft achtergelaten. Daarom wordt hij door de mensen herkend en vriendelijk ontvangen. De tekens die je in de harten van mensen achterlaat blijven,terwijl gras, twijgen en takken allang zijn verdord en verdwenen in de maalstroom van de tijd. |