De Siamees

De siamees is een van de eerste duidelijk herkenbare rassen van de Oosterse kat. De exacte oorsprong van het ras is onbekend, maar men denkt dat het uit Zuidoost-Azië komt, en afstamt van de heilige tempelkatten van Siam. Het ras werd in 1884 in Europa geïmporteerd.
De siamees is steeds eleganter van model geworden. Moderne
show-siamezen zijn gefokt op lengte, met een dun lichaam, en een
elongicephaal hoofd met een lange voorsnuit en grote wijdgeplaatste
oren. Beide soorten hebben amandelvormige ogen en zoals alle Oosterse
katten zijn ze ontzettend spraakzaam en hebben ze veel aandacht nodig.
Ze worden niet voor niets de hond onder de katten genoemd. Siamezen
zijn daarnaast erg sociaal vergeleken met andere katten (en wellicht
intelligenter), ze reageren sterker dan de meeste kattensoorten op
externe prikkels. Ze kunnen allerlei kunstjes leren omdat ze snel conditioneren,
zo kan er met een paar beloninkjes een kunstje worden aangeleerd. En
als ze eenmaal in de gaten hebben hoe deuren opengaan, zullen ze ook
daadwerkelijk elke keer de deur openmaken door aan de klink te gaan
hangen. Dit lijkt op het eerste gezicht grappig, maar als de kat het
door heeft zal hij het blijven doen. Dus zal hij het ook proberen bij
de keukenkastjes. Het resultaat zal kunnen zijn dat alle kasten op slot
moeten (vooral die waar het kattenvoer bewaard wordt). Siamezen zijn
daarnaast erg nieuwsgierig, en vinden bezoek erg interessant. Ze gaan
ook zonder probleem bij vreemden op schoot, soms zelfs bij degenen die
het minst van katten moeten hebben.
|