Bart De Wever is boos. Boos over de relschoppers in Brussel, boos over de dreiging van nieuwe rellen in Antwerpen, boos over de organisatie door het Brussels stadsbestuur van de betoging, boos over de houding van de vakbonden en boos over wat hij noemt de 'doelbewuste politieke ophitsing'.

De Wever stelt de politievakbonden gerust en belooft hen te ontvangen voor overleg over de aanpak van de betoging op 24 november. Daarbij zal ook de minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) betrokken worden. 'Het is goed dat de minister een onderzoek zal voeren over de organisatie van de betoging in Brussel. Wij hebben de intentie om het beter aan te pakken', zo geeft De Wever een sneer naar de Brusselse burgemeester Yvan Mayeur.

‘Dit is bijna crimineel’

Helemaal gerust is De Wever er niet op. 'Ik vrees natuurlijk voor nieuwe rellen. Als de mensen rel willen komen schoppen, zullen ze dat ook doen', meent de burgemeester. 'Dat zou ontzettend onverantwoordelijk zijn en draagt ook niets bij.' Volgens De Wever waren die rellen sterk politiek gemotiveerd. 'Dat heeft niets meer met sociale actie te maken. Men hitst de mensen op, zeker de havenarbeiders.' Zo klopt het volgens De Wever niet dat de regering de wet-Major wil afschaffen.

De Wever is zich terdege bewust dat hij kop van jut is van de vakbonden en andere betogers. 'De socialisten hebben mij uitgeroepen tot vijand nummer 1 en stellen me voor als de vriend van het grootkapitaal, de vijand van de arbeider. Dat is natuurlijk dikke quatsch.' Volgens De Wever doet de regering puur noodzakelijke ingrepen. 'Dat is niet leuk, maar er zo’n discours aan hechten is bijna crimineel.'

De Wever zegt voorts dat hij zelf al aan het aanbod deed aan de vakbonden om overleg te plegen over 24 november, maar dat dat aanbod werd afgewezen door de vakbonden. 'Dat bewijst weer eens dat de socialistische vakbond politieke intenties heeft. Dat ze weigeren om mee te werken om de relschoppers te ontmaskeren zegt toch wel genoeg.'